Kamerbrief inzake herzieningsproces NAVO Strategisch Concept

Met deze brief wil ik u, mede namens de minister van Defensie, informeren over het herzieningsproces van het NAVO Strategisch Concept voor zover dat op dit moment bekend is.

Zoals ik u eerder heb gemeld in mijn brief met kenmerk 28 676, nr. 83 van 10 april jl. is op de NAVO-top in Straatsburg en Kehl besloten tot het opstellen van een nieuw Strategisch Concept.

Ik ben van mening dat hiermee drie doelen bereikt kunnen worden. Allereerst is het van belang een strategie te ontwikkelen waarin alle bondgenoten zich kunnen herkennen. Sinds de goedkeuring van het vorige Strategisch Concept in 1999 is de NAVO met 12 nieuwe leden uitgebreid tot een totaal van 28 landen. Ten tweede zou het nieuwe Strategisch Concept moeten ingaan op de veiligheidsuitdagingen die sinds de opstelling van het huidige Strategisch Concept prominenter zijn geworden en wat de rol van de NAVO daarbij moet zijn. Ten derde is het van belang de bevolking in de NAVO-landen duidelijk te maken wat van de NAVO verwacht kan worden.

De Secretaris-Generaal is opgedragen zich bij de opstelling van het nieuwe Strategisch Concept te laten adviseren door een groep van experts. Voor de samenstelling van deze groep heeft Anders Fogh Rasmussen de bongenoten gevraagd kandidaten voor te dragen. Hij heeft daarbij expliciet aangegeven ook te zoeken naar experts die de nieuwe NAVO-strategie vanuit andere dan de gebruikelijke invalshoeken kunnen benaderen, zoals vanuit het perspectief van het bedrijfsleven, de academische wereld of het maatschappelijk middenveld.

De Nederlandse regering steunt deze aanpak en heeft er in dat licht voor gekozen Jeroen van der Veer voor te dragen. De heer Van der Veer beschikt over een brede internationale visie. Met zijn achtergrond in de private sector kan hij vanuit een breed perspectief bijdragen aan de discussies over de koers van het bondgenootschap op de lange termijn. De regering is dan ook zeer verheugd dat de heer Van der Veer door SG NAVO is gevraagd aan de expertgroep deel te nemen en daarin op te treden als vicevoorzitter. Zijn benoeming is een erkenning zowel van de kwaliteiten van de heer Van der Veer als van de belangrijke rol die Nederland in het bondgenootschap speelt. Dit laat overigens onverlet dat de heer Van der Veer, evenals de andere experts, op persoonlijke titel en dus zonder last en ruggespraak aan de werkzaamheden van de groep deelneemt. De voormalige Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken, Madeleine Albright, is benoemd als voorzitter van de expertgroep.

De overige leden zijn:

• Giancarlo Aragona (Italië);

• Marie Gervais-Vidricaire (Canada) ;

• Geoff Hoon (Verenigd Koninkrijk);

• Ümit Pamir (Turkije);

• Fernando Perpiňá-Robert Peyra (Spanje);

• Hans-Friedrich von Ploetz (Duitsland);

• Bruno Racine (Frankrijk) ;

• Aivis Ronis (Letland) ;

• Adam Daniel Rotfield (Polen);

• Yannis-Alexis Zepos (Griekenland).

Het herzieningsproces bestaat uit drie fasen: een reflectiefase, een consultatiefase en tot slot een opstellings- en onderhandelingsfase. De experts spelen een belangrijke rol gedurende de eerste twee fasen.

Tijdens de reflectiefase, die loopt van september 2009 tot medio februari 2010, zullen thematische seminars en andere evenementen over de herziening worden georganiseerd. De experts bepalen de inhoud van de vier centrale, thematische seminars en zitten deze ook voor. Hoewel aan de invulling en planning van de seminars nog wordt gewerkt, is wel al bekend dat het eerste seminar op 16 oktober in Luxemburg zal plaatsvinden. Dit seminar zal gaan over de fundamentele veiligheidstaken van de NAVO in een veranderende veiligheidsomgeving. Hiervoor worden door de NAVO zowel vertegenwoordigers van overheden als van denktanks en andere internationale organisaties uitgenodigd. De overige seminars behandelen de rol van de NAVO in een globaliserende wereld; Euro-Atlantische veiligheid en de NAVO-partnerschappen; en capaciteitsontwikkeling, defensieplanning en transformatie. Halverwege de reflectiefase, voor de formele bijeenkomst van de NAVO-ministers van Buitenlandse Zaken op 3 en 4 december 2009, wordt de expertgroep geacht een voortgangsrapport bij SG NAVO indienen.

Tijdens de hierop volgende consultatiefasevan februari tot en met april 2010 zullen de experts de hoofdsteden van de bondgenoten bezoeken om hun eerste bevindingen te bespreken met de regeringen en zo mogelijk de parlementaire commissies. In april 2010 moet de expertgroep zijn eindverslag aan SG NAVO overhandigen. De experts zullen het Strategisch Concept dus niet zelf schrijven: zij rapporteren aan SG NAVO, aan wie zij een advies op hoofdlijnen uitbrengen. Vervolgens wordt de expertgroep ontbonden. SG NAVO zal aan de hand van de aanbevelingen elementen voor het nieuwe Strategisch Concept aan de bondgenoten voorleggen.

In de laatste fase vanaf de zomer van 2010 zal SG NAVO een eerste concepttekst opstellen. Deze wordt vervolgens in Brussel met de bondgenoten besproken en uitonderhandeld. Het streven is om de definitieve tekst in de herfst van 2010 tijdens de volgende NAVO-top in Lissabon ter goedkeuring aan de staatshoofden en -regeringsleiders voor te leggen.

SG NAVO heeft voorop gesteld dat het herzieningsproces inclusief moet zijn, om te beginnen door actieve betrokkenheid van alle bondgenoten. Voorts worden de externe partners van de NAVO bij het proces betrokken, zoals de landen van het Partnerschap voor Vrede, de Mediterrane Dialoog en het Istanbul Samenwerkings-Initiatief, maar ook een belangrijke strategische partner zoals Rusland en internationale organisaties, waaronder de EU en de VN. Ten derde wil SG NAVO het publieke debat over de ontwikkeling van het nieuwe Strategisch Concept stimuleren. Naast de bovengenoemde evenementen is hiervoor een discussieforum geopend op een speciale website: http://natostratcon.info/

Bij de officiële start voor het herzieningsproces op 7 juli met het seminar getiteld ‘NATO’s New Strategic Concept: Launching the Process’ is meteen een concrete invulling gegeven aan deze participatieve benadering. Aan dit grootschalige seminar namen naast de bondgenoten vertegenwoordigers van internationale organisaties en het bedrijfsleven deel, zoals van het IAEA, het VN Wereldvoedselprogramma en Lloyd’s. Tijdens het seminar, dat nog werd voorgezeten door de vorige SG NAVO Jaap de Hoop Scheffer, bleek overigens dat er nog geenszins consensus is over de hoofdlijnen van het nieuwe Strategisch Concept. Dit is een belangrijk verschil met de start van het herzieningsproces voor het Strategisch Concept van 1999.

De Nederlandse regering zal actief deelnemen aan het hierboven geschetste proces. In het licht van het bovenstaande zal de regering evenals de NAVO de eerste periode van reflectie gebruiken om de eigen ideeën te toetsen en nader uit te werken. De regering heeft daarnaast de Adviesraad Internationale Vraagstukken gevraagd een advies over de herziening van het Strategisch Concept uit te brengen (Kamerstuk met kenmerk 28 676, nr. 86 van 29 juni jl.). Dat advies wordt eind dit jaar verwacht. Tevens is de regering voornemens om gedurende de reflectiefase een publieksevenement over de herziening van het Strategisch Concept te organiseren. Op basis van de inzichten uit de reflectiefase en het AIV-advies zal de Nederlandse regering begin 2010 haar standpunt bepalen en u daarover informeren.

De Minister van Buitenlandse Zaken,

Drs. M.J.M. Verhagen

Pagina 3 van 3