Kamerbrief inzake het verslag van de EU-VS Top van 5 april 2009

Graag bied ik u hierbij mede namens de minister-president het verslag aan van de EU-VS Top van 5 april 2009.

De Minister van Buitenlandse Zaken,
Drs. M.J.M. Verhagen

Verslag van de EU-VS Top van 5 april 2009

Inleiding
Op 5 april vond in Praag een informele EU-VS Top plaats. Deze bestond uit een werklunch van de leden van de Europese Raad met president Obama. Parallel daaraan hadden de Europese ministers van Buitenlandse Zaken een werklunch met Secretary of State Clinton.

Werklunch met president Obama
In zijn inleiding zette president Obama zijn visie uiteen op de EU-VS samenwerking voor de komende vier jaar. Hij legde daarbij de nadruk op meer dialoog en samenwerking en een actieve en leidende rol van de VS en de EU. Als belangrijke thema’s voor samenwerking noemde hij onder meer non-proliferatie, klimaatverandering, armoedebestrijding en bovenal de bestrijding van de economische crisis.

President Obama verwees in zijn inleiding expliciet naar de succesvolle Afghanistanconferentie te Den Haag en riep de EU op om samen met de VS de komende periode nog meer te investeren in economische ontwikkeling, goed bestuur en de rule of law. Hij onderstreepte daarbij ook de noodzakelijke regionale benadering en met name de grotere aandacht die gegeven moet worden aan de situatie in Pakistan. Ten aanzien van Iran stelde hij dat de VS in principe bereid was om met Teheran de dialoog aan te gaan, maar dat het land daarbij wel strikt aan de internationale verplichtingen zal worden gehouden.

Ten aanzien van non-proliferatie zette president Obama zijn visie uiteen over reductie en uiteindelijk het elimineren van alle kernwapens. Obama stelde daarbij dat er ook meer geïnvesteerd moest worden in preventie om de toegang van kwaadwillende staten tot nucleaire technologie te voorkómen.

President Obama sprak positief over het Oostelijk Partnerschap van de EU en stelde dat de huidige stabiliteit in de Balkan bestendigd moest worden door o.a. verdere integratie in de euro-atlantische structuren. Hij stelde een constructieve relatie met Rusland na te streven vooral met betrekking tot non-proliferatie, wapenbeheersing, en bestrijding van terrorisme.

Met betrekking tot de sluiting van Guantanamo Bay gaf president Obama aan te hopen op EU-steun en een snelle overeenstemming binnen de EU die individuele lidstaten de mogelijkheid geeft gevangenen op te nemen.

Tot slot pleitte president Obama voor geïntensiveerde betrekkingen met de moslimlanden die open staan voor dialoog en samenwerking. In dat kader stelde hij dat Turks lidmaatschap van de EU een belangrijk en positief signaal zou zijn.

Economische situatie en betrekkingen
Minister-president Balkenende was door het voorzitterschap gevraagd een inleiding te houden over de economische situatie en betrekkingen. Hij legde de nadruk op de gemeenschappelijke waarden tussen de EU en de VS, die ook als inspiratie konden dienen voor onze gezamenlijke economische agenda. In het bijzonder pleitte hij voor het verhogen van moraliteit in de economie en het handvest voor duurzaam economisch handelen, alsmede voor het verbinden van innovatie, ondernemerschap en duurzaamheid, en voor solidariteit met volgende generaties en de armsten.

Premier Brown deed kort verslag van de G20-bijeenkomst in Londen van 2 april. President Obama onderstreepte het belang van het herstarten van de economische groei, het nemen van concrete stappen voor de kwetsbare en kwetsbaarste landen, vooral via het IMF, en hervorming van de financiële sector.

Energie en klimaat
President Obama meldde dat de VS een leidende rol wenste te spelen in de klimaatdiscussie samen met de EU, in de aanloop naar Kopenhagen. Voor wat betreft energie pleitte hij voor een zuidelijke energiecorridor die landen als Turkmenistan en Irak aan inkomsten kon helpen en de Europese Unie aan energie. Hij had Richard Morningstar als gezant hiervoor aangesteld.

Het nieuwe VS-klimaatbeleid werd verwelkomd. Tegelijkertijd werd door een delegatie aangegeven dat de plannen nog tekort schoten: de EU mikte op de 20% reductie in 2020 vergeleken bij 1990, de VS op het niveau van 1990 zonder reductie. Als de VS en de EU één lijn zouden trekken, zouden ook harde maatregelen tegen niet-meewerkende derde landen mogelijk worden.

Kernwapenvrije wereld
Na afloop van de top heeft minister-president Balkenende op de persconferentie desgevraagd het streven naar een kernwapenvrije wereld, zoals die ochtend door president Obama in een toespraak in Praag verwoord, verwelkomd, evenals de bereidheid van de Verenigde Staten met Rusland concrete stappen te zetten op wapenbeheersingsgebied en de intentie van de nieuwe administratie aan te sturen op ratificatie door de VS van het Alomvattend Kernstopverdrag (CTBT).

Werklunch met Secretary of State Clinton
Tijdens deze lunch werd gesproken over Oost-Europa, Westelijke Balkan, Afghanistan en het Midden Oosten. Aan het eind van de bijeenkomst gaven de EU en de VS een gezamenlijke verklaring uit waarin de eerder die ochtend uitgevoerde Noordkoreaanse raketlancering werd veroordeeld.

Nadat zowel het Tsjechische voorzitterschap als SoS Clinton waardering hadden uitgesproken voor de dialoog die sinds het aantreden van de nieuwe Amerikaanse administratie tussen de VS en de EU snel en intensief op gang was gekomen en van beide kanten het voornemen was uitgesproken ten nauwste te zullen blijven streven naar samenwerking binnen dit strategisch partnerschap, werd gesproken over Centraal- en Oost-Europa.

SoS Clinton sprak steun uit voor het Oostelijk Partnerschap als kader voor bredere relaties en toonde zich bezorgd over de energievoorzieningszekerheid voor de betrokken landen. Zij meende dat met Rusland een constructieve relatie moet worden opgebouwd maar stelde tegelijk dat de VS nooit Abchazië of Zuid-Ossetië zal erkennen.

Van Europese zijde werd aandacht gevraagd voor de uiteenlopende Europese historische ervaringen met en visies op Rusland, die zich nu eenmaal vertaalden in uiteenlopende beleidsvisies. Niettemin onderkende de EU als geheel dat Rusland als een belangrijke partner moet worden gezien. Coördinatie van Europees en Amerikaans beleid ten aanzien van Rusland is in dat licht van groot belang, bijvoorbeeld aangaande de Medvedev-voorstellen betreffende Europese veiligheidsarchitectuur. Ministers verwelkomden het Amerikaanse voornemen te komen tot ratificatie van het CTBT.

Met betrekking tot de Westelijke Balkan bepleitten enkele EU ministers (niet elke minister kreeg gelegenheid te interveniëren op elk onderwerp, gezien de korte beschikbare tijd) concrete stappen zoals visavrijdom eind 2009 (met name voor FYROM), voorbereiding van kandidaat-status van Montenegro en FYROM, toetreding door Kroatië in 2010, instelling van een sterke, double-hatted EU Speciale Vertegenwoordiger in Bosnië-Herzegovina, voorlopige inwerkingtreding van het Stabilisatie- en Associatie Akkoord met Servië door middel van een interim-overeenkomst, verlening van economische steun aan Kosovo en het bijeen roepen van een EU-Balkan Top in 2010.

SoS Clinton ging niet in op deze concrete suggesties, maar onderstreepte het belang van EU-NAVO samenwerking en van het vinden van een oplossing voor het naamsvraagstuk voor FYROM/Macedonië. Met betrekking tot Servië bepleitte zij handreikingen te doen ter wille van het behoud van de relatie met de huidige regering, die immers positiever stond tegenover de EU en de VS dan andere partijen in Servië.

SoS Clinton dankte voor de suggesties die de VS van Europese partners had gekregen voor de review die de administratie met betrekking tot het Afghanistan beleid had uitgevoerd. Zij vroeg de EU een leidende rol te spelen in het verzekeren van veilige, democratische en eerlijke verkiezingen in 2009 en 2010 en zij hoopte op een toenemende Europese rol in het opleiden van de Afghaanse politie. Zij vroeg aandacht voor de donorbijeenkomst betreffende Pakistan op 17 april in Tokio en bepleitte toenemende hulp en politieke aandacht van de EU voor Pakistan.

Europese ministers onderschreven de verwevenheid van de Afghaanse en Pakistaanse problematiek en verwelkomden de nieuwe Amerikaanse politiek. Gesuggereerd werd dat spoedig een EU-Pakistan Top moest plaatsvinden met een brede agenda: hulp, verkiezingen, handel, justitie, terrorisme bestrijding en onderwijs. Een minister wees er op dat de EU hulp aan Pakistan in omvang nauwelijks afwijkt van die aan Honduras en dat dit geen recht doet aan de urgentie van de verdieping en verbreding van de betrekkingen met Pakistan. Ministers waren het eens over de onaanvaardbaarheid van de in Afghanistan aangenomen maar nog niet in werking getreden wet betreffende de positie van vrouwen en meisjes.

SoS Clinton sprak haar waardering uit voor de substantiële hulptoezegging van de EU voor Gaza (Sharm el Sheikh conferentie) en voor de goede EU-VS samenwerking in het Kwartet. Ze benadrukte het belang onverminderd vast te houden aan de Kwartetbeginselen. De VS bleef streven naar een twee staten oplossing en zou dat naar voren brengen in de contacten met de nieuwe Israëlische regering. De VS meende dat niet alleen de te vormen Palestijnse eenheidsregering de eerder overeengekomen akkoorden moest onderschrijven (hetgeen mede van belang was om de positie van president Abbas niet te ondergraven), maar dat ook Israel eerdere verplichtingen moest blijven onderschrijven, reden waarom op beide zijden druk moest worden uitgeoefend. De EU en de VS moesten ten nauwste blijven samenwerken.

Van EU zijde werd door ministers het laatste onderschreven maar werd tegelijkertijd door enkele betoogd dat met name van de nieuwe Israëlische regering, meer in het bijzonder ook de nieuwe minister van Buitenlandse Zaken Lieberman, de verzekering gevraagd moest worden gehouden te blijven zijn aan eerdere commitments. Voorts bepleitten enkele ministers nadrukkelijk bij SoS Clinton om Syrië actief bij het MOVP te betrekken. Minister Verhagen stelde daar tegenover dat van alle partijen gelijkelijk gevraagd moest worden zich te committeren aan het vredesproces en zich daarbij gebonden te blijven achten aan de vier hoekstenen van dat proces, te weten de Roadmap, het Annapolisproces, de Kwartetbeginselen en het Arabische vredesinitiatief. Hij noemde het absurd wanneer de EU wel met Hamasleden van een Palestijnse regering zouden willen spreken, maar niet met minister Lieberman. Met betrekking tot Syrië meende hij dat het goed zou zijn als Syrië zou stoppen met uiteenlopende signalen te geven, door enerzijds wel de dialoog te zoeken maar anderzijds Hamas en Hezbollah te blijven steunen.

SoS Clinton riep ten slotte de EU op tot eensgezind optreden tegenover Iran, inclusief het treffen van sancties wanneer Iran niet op de geboden openingen inging en zijn verplichtingen niet nakwam. Van EU-zijde werd daar positief op gereageerd.