Kamerbrief inzake het verzoek over het handelsverdrag tussen de EU en Zuid-Korea

Graag bieden wij u in de bijlage bij deze brief, mede namens de staatssecretaris voor Europese Zaken, de reactie aan op het verzoek van de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken van 2 oktober 2009 met kenmerk 2009Z17830/2009D47338 inzake het handelsverdrag tussen de EU en Zuid-Korea.

De Minister van Buitenlandse Zaken,

Drs. M.J.M. Verhagen

De Staatssecretaris van Economische Zaken,

Drs. F. Heemskerk

Naar aanleiding van het verzoek van de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken van uw Kamer informeren wij u hierbij over de onderhandelingen tussen de EU en Zuid-Korea over een Vrijhandelsakkoord en over een Raamwerkovereenkomst. In deze brief lichten wij de stand van zaken van de onderhandelingen toe en geven wij een overzicht van beide (concept)overeenkomsten. Gezien uw verzoek besteden wij hierbij speciale aandacht aan de strafrechtelijke bepalingen op het terrein van intellectueel eigendom en aan het opschortingmechanisme bij de essentiële politieke clausules onder de Raamwerkovereenkomst.

Stand van zaken onderhandelingen

In 2006 presenteerde de Europese Commissie de Mededeling “Global Europe: Competing in the world”, waarin zij beschrijft hoe het Europese handelsbeleid bijdraagt aan groei en werkgelegenheid in de Unie en aan de concurrentiekracht van Europese bedrijven op buitenlandse markten. Onderdeel van die handelsagenda is om met een aantal landen en regio’s, die op basis van economische criteria geselecteerd zijn, vrijhandelsakkoorden af te sluiten. Deze vrijhandelsakkoorden moeten aanvullend zijn aan de afspraken in WTO-kader door ook regels vast te leggen over bijvoorbeeld investeringen, non-tarifaire belemmeringen, mededinging en de handhaving van intellectuele eigendomsrechten. Het aanstaande Vrijhandelsakkoord tussen de EU en Zuid-Korea is het eerste van deze nieuwe generatie vrijhandelsakkoorden van de EU.

De Raad gaf in april 2007 de Commissie het mandaat om de onderhandelingen met Zuid-Korea te openen. In de onderhandelingsrichtsnoeren gaf de Raad aan dat er een duidelijke juridische en institutionele koppeling dient te worden gelegd tussen het Vrijhandelsakkoord en het bestaande of een vernieuwde Raamwerkovereenkomst.

De onderhandelingen over het Vrijhandelsakkoord gingen in mei 2007 van start. Parallel daaraan begonnen in juni 2008 de onderhandelingen over een vernieuwde Raamwerkovereenkomst. Over de laatste openstaande punten van zowel het Vrijhandelsakkoord als de Raamwerkovereenkomst is deze zomer ad referendum overeenstemming bereikt.

Omschrijving handelsakkoord

De grote ambities aan zowel Europese als Koreaanse zijde hebben geresulteerd in een hoogwaardig handelsakkoord. Met de overeenkomst schrappen de EU en Korea binnen vijf jaar de douaneheffingen voor 97% van de bilaterale handelsstromen. Dat levert Europese exporteurs van goederen en landbouwproducten een jaarlijkse besparing op van €1,6 miljard.

Daarnaast bevat de ontwerpovereenkomst belangrijke afspraken over het wegnemen van non-tarifaire handelsbelemmeringen (NTBs), met specifieke bepalingen over NTBs voor producten van de auto-industrie, elektronica-industrie en de farmaceutische industrie.

Verder zal het handelsakkoord de dienstenhandel verder vrijmaken en de mogelijkheden voor Europese bedrijven om mee te dingen naar Koreaanse overheidsaanbestedingen verruimen.

Bovendien schept de ontwerptekst een regelgevend kader voor handelsdefensieve maatregelen, technische handelsbelemmeringen, sanitaire en fytosanitaire maatregelen, subsidies, mededinging en transparantie in regelgeving. Veel van deze bepalingen gaan verder dan de verplichtingen die de EU en Zuid-Korea al in WTO-kader jegens elkaar zijn aangegaan.

Vernieuwend is ook het hoofdstuk over handel en duurzame ontwikkeling, waarin partijen hun internationale verplichtingen op het terrein van arbeid en milieu herbevestigen en een civil society dialoog oprichten.

Het Vrijhandelsakkoord regelt ook de bescherming en handhaving van intellectuele eigendomsrechten (hierna: IE-rechten). Gedurende de onderhandelingen bleek dat het wenselijk was om in dit handelsakkoord enige strafrechtelijke bepalingen op te nemen ter verzekering van een effectieve handhaving van IE-rechten. Deze bepalingen houden onder andere in dat de EU en Zuid-Korea in hun eigen territoir zullen voorzien in strafrechtelijke procedures en straffen (gevangenis of geldboetes) die ten minste kunnen worden toegepast op opzettelijke inbreuken op merkrechten (namaak) en auteursrechten/naburige rechten (piraterij), die op commerciële schaal zijn gepleegd. Ten aanzien van geografische indicaties en modellen, spreken partijen af strafrechtelijke bescherming hiervan te overwegen. Voor deze inbreuken kunnen natuurlijke en rechtspersonen aansprakelijk worden gesteld. Naast straffen dienen partijen ook te voorzien in bepalingen ten aanzien van het leggen van beslag en verbeurdverklaringen door de bevoegde autoriteiten. Overigens hoeft de Nederlandse strafwetgeving naar aanleiding van bovengenoemde bepalingen niet te worden aangepast.

Het kabinet is van mening dat inbreuken op intellectuele eigendomsrechten, waaronder namaak en piraterij, schade kunnen toebrengen aan de handel en economie en ook een gevaar voor de veiligheid en volksgezondheid kunnen opleveren. Bestrijding hiervan door middel van strafrecht is echter ultimum remedium en dient alleen te worden toegepast bij grootschalige namaak en piraterij, gepleegd in beroep of bedrijf, die de markt verstoren, bij een bedreiging van de veiligheid, bij betrokkenheid van criminele organisaties of georganiseerde criminaliteit alsmede bij grootschalige internetpiraterij. Omdat dit onderdeel mede tot de competentie van de EU-lidstaten behoort, heeft het EU Voorzitterschap hierover namens de lidstaten onderhandeld.

De in het handelsakkoord vastgelegde afspraken worden ondersteund door een efficiënt mechanisme voor het beslechten van geschillen onder het handelsakkoord (met uitzondering van geschillen over mededinging, handelsdefensieve maatregelen en sanitaire en fytosanitaire maatregelen, die via de daartoe geëigende kanalen lopen). Voor geschillen over non-tarifaire maatregelen voor goederen kunnen partijen ook gebruik maken van een mediation mechanisme. Voor het hoofdstuk over handel en duurzame ontwikkeling is een speciaal monitoringsmechanisme ingesteld.

Overigens is de integrale tekst van het conceptakkoord op de website van de Europese Commissie geplaatst (http://trade.ec.europa.eu/doclib/press/index.cfm?id=443)

Omschrijving raamwerkovereenkomst

Zoals wij de Tweede Kamer informeerden tijdens het Algemeen Overleg van 8 oktober jl (buitenlandspolitieke overwegingen en het handelsbeleid), hecht de EU er aan dat vrijhandelsakkoorden gepaard gaan met politieke afspraken. In de Raamwerkovereenkomst tussen de EU en Zuid-Korea worden gemeenschappelijke waarden benoemd en vastgelegd en zijn afspraken gemaakt over versterkte samenwerking op verschillende gebieden, zoals milieu en klimaat, bestrijding van criminaliteit, culturele zaken, toerisme, gezondheid en wetenschap. De Raamwerkovereenkomst bevat ook politieke clausules, waaronder de twee zogeheten ‘essentiële’ politieke clausules over mensenrechten en non-proliferatie van massavernietigingswapens. Aan deze clausules is een opschortingsmechanisme verbonden op basis waarvan in uitzonderlijke gevallen de toepassing van het Vrijhandelsakkoord kan worden opgeschort indien één van beide partijen de afspraken hierover schendt. Het Vrijhandelsakkoord en de Raamwerkovereenkomst zijn juridisch en institutioneel aan elkaar gekoppeld.

Vervolg

De onderhandelaars hebben de conceptteksten van het Vrijhandelsakkoord en de Raamwerkovereenkomst geparafeerd op 15 oktober jl. De volgende stap is dat de teksten in de officiële talen van de EU worden vertaald. De Commissie zal waarschijnlijk begin volgend jaar de Raad voorstellen om de overeenkomsten te ondertekenen. Vanzelfsprekend zal de Kamer te zijner tijd, ten behoeve van de benodigde parlementaire goedkeuringsprocedures, over beide akkoorden nader geïnformeerd worden.

Pagina 4 van 4