Kamerbrief inzake VN-Verdrag tegen gedwongen verdwijningen

In haar brief van 6 maart jl., kenmerk 2009Z04030/2009D10612, verzocht de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken mij, het Verdrag inzake de bescherming van alle personen tegen gedwongen verdwijningen (Trb. 2008, 173) zo spoedig mogelijk aan de Staten-Generaal ter goedkeuring voor te leggen, zodat tijdige bekrachtiging mogelijk wordt.

In antwoord hierop wil ik u graag verzekeren dat mijn streven er sinds de ondertekening van het Verdrag voor het Koninkrijk op 29 april 2008, op is gericht dat ons land zo spoedig mogelijk partij erbij wordt.

Het ministerie van Justitie heeft de benodigde uitvoeringswetgeving thans vrijwel gereed. Deze zal tezamen met de andere goedkeuringsstukken naar verwachting nog dit voorjaar in de rijksministerraad aan de orde worden gesteld. Na advisering door de Raad van State zullen beide wetsvoorstellen direct na het reces aan de Tweede Kamer kunnen worden aangeboden.

Het is overigens niet te verwachten dat het Verdrag op korte termijn in werking zal treden.

De Minister van Buitenlandse Zaken,

Drs. M.J.M. Verhagen