Passage naar Europa

Aan mij de eer om ‘doctor’ Van Middelaar toe te spreken. Doctor Van Middelaar die net een ’s-je’ wegpoetst, zoals dat dan heet, noemde in het begin van zijn toespraak Ruud Lubbers. Die had een soortgelijke ervaring. Die ging naar Seoel en kreeg daar een eredoctoraat aan de universiteit van Seoel. Waarop zijn raadadviseur tegen hem zei: ‘Ruud, nu heb je voorgoed dat ’s-je’ weggepoetst en vanaf nu noemen wij jou allemaal doctorandus Lubber!’

Officiele titel: Passage naar Europa
Gelegenheid: Eerste exemplaar ‘Passage naar Europa’ van Luuk van Middelaar

Dames en heren, dit is een buitengewoon belangrijk boek. En als ik dat zeg dan denkt u natuurlijk dat zegt hij alleen omdat het feit dat hij het in zijn handen heeft hem dan weer belangrijk maakt. Maar het is een belangrijk boek omdat het verhaalt. Het werkt volgens het principe van de wetenschap, de exacte wetenschap. Dat heb ik eigenlijk pas sinds kort zo ervaren toen ik midden in de nacht, om half vijf, gastcollege in Middelburg mocht krijgen van Vincent Icken. Hij vertelde dons daar dat de astronomie en de exacte wetenschappen gebaseerd zijn op ‘waarnemen’. En als dit boek iets is, dan is het een waarneming. Een waarneming van de Europese geschiedenis, een waarneming van Europese gebeurtenissen. En is het in mijn ogen dus een wetenschappelijk boek in de meest zuivere vorm waarin wetenschap beleden zou moeten worden. Namelijk door waar te nemen en op te schrijven wat je waarneemt. En pas dan naar conclusies te gaan.

Want het is mij opgevallen in de politieke wetenschappen en in de politiek - ook helaas in de geschiedenis - opereert men een beetje zoals Bert Visser die een kruiswoordpuzzel invult. Ik weet niet of jullie bekend zijn met Bert Visser? Nou, dan moet hij een kruiswoordpuzzel invullen en dan is de vraag: plant; drie letters. Dan zegt hij: kaapsviooltje… krijg ik d’r wel in! En dat is een beetje wat ik in de politiek zie. Zeker in de analyse van het Europa van vandaag hebben we een mal en dan pakken we de realiteit en dan proppen we de realiteit in die mal. En dit boek rekent daar mee af. Door verhaallijnen te maken.

Een voorbeeld. Als wij deze verhaallijnen zouden beetpakken als Nederlanders en dan onze eigen verhaallijnen over de Nederlandse Europapolitiek ernaast zouden leggen, dan zouden wij bijvoorbeeld ontdekken dat Nederland nooit dat dromerige federalistische land is geweest dat wij er nu van maken, nu we zeggen realistischer te zijn geworden ten aanzien van Europa. We maken dus in feite een breuk met de Nederlandse Europapolitiek die er nooit geweest is. En dat doen we niet door de realiteit van nu anders op te schrijven, nee, we veranderen de geschiedenis. En verhaallijnen zoals in dit boek helpen ons dat soort fouten te voorkomen.

De heer Helding had het al over de Nederlandse opstelling van minister Luns ten aanzien van de plannen van De Gaulle voor een politieke unie. Dát is een rode draad in de Nederlandse Europapolitiek. Nederland heeft altijd gestreefd naar verbreding door de fanatiekste voorstander te zijn van Britse toetreding tot de Europese Unie. Nederland heeft altijd angst gevoeld voor federalisme, door Bonn en Parijs gestimuleerd. Nederland heeft altijd angst gekoesterd voor het corporatistische Europa, dat men met name veronderstelde in christendemocratische kringen. Dus dit boek kan ons helpen met dit soort verhaallijnen de geschiedenis in een juist perspectief te plaatsen. Dat is een groot goed.

Een tweede belangrijk aspect van dit boek is de taal. Er is al veel gezegd; meeslepend, ik had het in een keer uit. De taal in dit boek is uniek. Uniek voor Nederland. Het is een heldere taal, een zuivere taal, een literaire taal en het is bovendien een taal die heel nauw aansluit bij wat ik zie bij de taal van de jongste generatie. Als een taal die ook in de Verenigde Staten is ontdekt in de laatste Amerikaanse verkiezingen. Als een manier om nieuwe mensen bij het oude vak van politiek te betrekken. Dat doet dit boek. Ik heb echt met bewondering en soms kippenvel zinnen gelezen, omdat ze een andere vorm kiezen voor oude waarheden. Een andere vorm voor deze geschiedenis. En daarmee de geschiedenis op een presenteerblaadje aan nieuwe lezers voorstelt. Dus ik hoop dat het ook lukt dit boek bij een breder publiek ingang te laten vinden. Ik denk dat als u allemaal hieraan meewerkt dit ook zou moeten lukken.

De politieke les uit dit boek is heel helder, overtuigend. En ja, sluit ook aan bij de waarneming die ik iedere dag doe in mijn werk. Ook daar zijn de mallen niet meer van toepassing, federaal Europa, statelijk Europa. De praktijk van alledag is dat sommige zaken ‘gepoold’ zijn op Europees niveau. Met name als het om economie gaat, de organisatie van de Europese markt, de munt. Andere zaken weer niet. Dat is een kwestie van iedere keer weer uit zien te vechten tussen staten. Ook daar ontdek je steeds weer - dankzij dit boek - hoe consistent het Nederlands beleid eigenlijk is geweest op dat vlak. En die consistentie is alleen onderbroken tussen het einde van de Tweede Wereldoorlog en 1989, ik denk dat dat een mooi jaar is. Omdat we, doordat in die periode de externe bedreiging zo groot was, wel mee moesten doen. En omdat het trauma van de gefaalde neutraliteitspolitiek natuurlijk zo groot was. De grote omwenteling in Nederland in 1989 gaf ons een alibi, hoewel we dat niet onder woorden brachten, om weer terug te gaan naar de neutraliteitsreflex waar we ons het meest comfortabel in voelen. Niet gezogen worden in die canaille van de Europese politiek. En dat is dan weer het trauma van 1672. En ik vind dat je dit ook heel nadrukkelijk leest in dit boek. Dat haal je eruit als je maar wilt luisteren naar de stemmen die erin voorkomen. En dat is nog steeds de grote waarde van publicaties zoals deze.

Ik denk dat Luuk hier misschien wel een voorloper is van wat ik denk, wat ik hoop, een revolutie in de geschiedschrijving en politieke beschrijving. Ik denk dat het belangrijk is dat die drie disciplines die hierin samenvallen. Namelijk literatuur, want het is ook literatuur, liefde voor de geschiedenis en liefde voor de politiek. Want je laat ook liefde voor dit vak zien, wat zo vergruist, met name door politici zelf. Dat brengt Luuk bij elkaar en dat is ook voor mij een mooi voorbeeld. En voor mij als politicus ook hoopvol, mijn vak doet ertoe. Dat staat hier.

Tot slot. Ik denk dat de nieuwe taal, de andere manier om tegen politiek aan te kijken - het andere Europa - dat we daar niet alleen door dit boek maar ook vandaag de dag aan toe zijn. Als ik naar de campagne voor de Europese verkiezingen kijk die nu op gang komt en ik vergelijk dat met vijf jaar geleden, dan bespeur ik, dan zie ik in de Nederlandse media en pers een veel groter verantwoordelijkheidsgevoel voor het beschrijven van het politieke Europa. De pers is op dit punt veel politieker geworden dan vijf jaar geleden. Er is ook veel meer verantwoordelijkheidsgevoel in die zin dat men zaken niet meer opschrijft, maar ook gaat doorvragen. Is dat wel zo? Klopt dit? De makers bijvoorbeeld van het prachtige programma ‘Keuringsdienst van waarden’ zijn ook in Brussel zelf gaan kijken, zoals Luuk ook zelf in Brussel is gaan kijken om bepaalde processen tegen het licht te houden. Ik zie het ook in onze kranten, alle kranten. Ik zie het ook, en dit vindt u misschien een raar voorbeeld, maar in de prachtige poging van de Libelle om ook Europa te vertalen naar een manier die bij de lezers van het blad aansluit. Dit vind ik een teken van de politisering van Europa. En daarin vind ik het belangrijk dat het niet eens uitmaakt welke smaak en kleur het in politieke zin ook heeft. Het is een politisering, het is een problematisering en het is niet alleen maar het denken in die malletjes waarin dan die werkelijkheid geperst moet worden. Noch van de ene kant, noch van de andere kant.

Goed. Luuk, ik wil je van harte feliciteren met dit boek. Ik wil je ook vertellen dat je belezenheid mij ontroert en ook ontzettend veel indruk maakt. Iemand die in 1973 geboren is, die nog steeds zo ontzettend veel leest en googelt, geeft mij enorm veel hoop voor de jongere generaties. Het is zo mooi om te zien als mensen gaan lezen. Maar goed, dit geheel terzijde.

Ik wil graag - en wij zullen er ook voor zorgen dat dit gebeurt - dat jij in gesprek raakt met Felipe González en de mensen rond Felipe die praten over de toekomst van Europa. Niet het institutionele, maar de idee Europa. En welke vorm de idee Europa voor de komende generaties zal moeten hebben. Zij moeten met jou spreken, zij moeten jou ook lezen, dus ik hoop dat dit boek wordt vertaald. Maar dat is, denk ik, misschien een heel klein cadeautje op deze dag, want daar kan ik in ieder geval voor zorgen.

Dank u wel.