Toespraak bij afscheid Marcel de Jong als parlementair redacteur Leeuwarder Courant

Toespraak door Maxime Verhagen, Minister van Buitenlandse Zaken van het Koninkrijk der Nederlanden,

bij het afscheid van parlementair redacteur Leeuwarder Courant Marcel de Jong en presentatie van zijn boek De Friese maffia. 296 Friese politici in Den Haag,

woensdag 17 oktober 2007, Den Haag

Beste Marcel, dames en heren,

Het is mij een genoegen om vandaag aanwezig te zijn bij het afscheid van Marcel de Jong als Haags redacteur bij de Leeuwarder Courant. En om bovendien het eerste exemplaar van zijn boek De Friese maffia in ontvangst te mogen nemen! Een prikkelende titel, waarover straks meer. Allereerst wil ik u een historisch kijkje gunnen in de keuken van het oudste dagblad van Nederland. Daarvoor neem ik u twee-en-een-halve eeuw mee terug in de tijd.

(De Leeuwarder Courant in 1752)

Tegenwoordig hoeven we daarvoor niet meer in het archief te duiken, maar kunnen we met een druk op de knop het laatste nieuws uit 1752 in beeld krijgen! De Leeuwarder Courant is momenteel namelijk bezig haar complete archief te digitaliseren; daarmee wordt een rijke bron van het Nederlands en Fries cultureel erfgoed voor iedereen toegankelijk op internet. Op de demoversie die nu op internet te vinden is, staat de allereerste ‘Ljouwerter’, datum 29 juli 1752. Hierin is meteen al aandacht voor het nieuws ‘uit den vreemde’ in dat jaar. Zo lezen we dat in 1752 …

een aantal traktaten gesloten werd binnen Europa om de vrede te bewaren;

twee leden van de Academie van Bologna een succesvolle meteorologische proef deden;

en – last but not least – een tot de galg veroordeelde man in Brussel op de anatomietafel warempel weer tot leven kwam!

Al in de achttiende eeuw had de Leeuwarder Courant dus oog voor de wereld buiten Nederland en bediende zij haar lezers met ‘de eerste en nieuste tydingen’ daarover.

(Regionale media anno 2007)

Dames en heren,

Vandaag de dag heeft de Leeuwarder Courant nog steeds oog voor de wereld om haar heen, getuige het feit dat deze krant als één van de laatste regionale dagbladen een eigen journalist in Den Haag heeft. En dat is toch wel iets bijzonders.

Want alle dagbladen, in het bijzonder de regionale dagbladen, kampen momenteel met een afnemend aantal lezers. Dit heeft te maken met de opkomst van gratis dagbladen – Nederland telt er inmiddels vier –, toenemende concurrentie van buitenlandse uitgevers en het aanbod van gratis nieuws op internet en via de mobiele telefoon.

Begin deze maand verscheen de nieuwe Mediamonitor van het Commissariaat van de Media, waaruit bleek dat steeds meer regionale kranten hun nationale en buitenlandse nieuws delen met zustertitels van dezelfde uitgever. Dat gaat ten koste van de verscheidenheid van de dagbladpers, constateert het Commissariaat.1 De Leeuwarder Courant toont aan dat het ook anders kan, door tegen de stroom in een eigen redacteur in Den Haag te houden.

Marcel,

Tien jaar lang was jij het gezicht van de Leeuwarder Courant op het Binnenhof, ‘de eredivisie voor journalisten’, zoals je het zelf noemt. Je hebt je met verve van je taak gekweten. Een kwalitatief goede regionale krant moet over de eigen grenzen heen kijken en een balans zien te vinden tussen berichtgeving over enerzijds lokaal en regionaal nieuws en anderzijds over landelijk en wereldnieuws. Mede dankzij jou is de Leeuwarder Courant hier de afgelopen tien jaar heel goed in geslaagd. Het belang hiervan moeten we niet onderschatten.

(Belang draagvlak voor het buitenlands beleid)

Want oog hebben voor wat er buiten Nederland gebeurt is in de huidige tijd van globalisering belangrijker dan ooit. De wereld draait door, 24 uur per dag, en die buitenwereld kunnen we niet buitensluiten, of we dat nu prettig vinden of niet. Nederland plukt onmiskenbaar de vruchten van globalisering, in de vorm van de verhoging van welvaart, werkgelegenheid, informatie en mobiliteit. Tegelijkertijd roept globalisering gevoelens van onzekerheid en onbehagen op, die soms leiden tot een neiging de luiken dicht te willen gooien.

Ik snap die gevoelens, maar ben van mening dat het niet goed is voor Nederland wanneer wij ons buitenlands beleid daardoor laten bepalen. Nederland heeft absoluut belang bij een open, op het buitenland gerichte, oriëntatie. In een globaliserende wereld draagt goed buitenlands beleid bij aan het versterken van de welvaart, werkgelegenheid en veiligheid in Nederland. Werken aan een veilige, duurzame en schone wereld voor de komende generaties kan alleen door invloed uit te oefenen op wat er buiten onze grenzen gebeurt.

Het buitenlands beleid komt via regionale media bij mensen in hun huiskamer. Op die manier kan het besef groeien van het belang van het buitenlands beleid voor het dagelijkse leven van de Nederlandse burgers en kan het draagvlak voor dit beleid worden verbreed.

Het is daarom toe te juichen dat regionale media zoals de Leeuwarder Courant hun oren en ogen goed de kost geven buiten de regio, in Den Haag, omdat in het centrum van de landelijke politiek binnen- en buitenlands nieuws uit de eerste hand kan worden verslagen. Tegelijkertijd blijven landelijke journalisten op die manier op de hoogte van het reilen en zeilen in Friesland, dat door sommige Haagse lieden nog altijd een beetje als ‘buitenland’ wordt beschouwd!

(De Friese maffia)

Dames en heren,

Dat brengt mij op het boek dat vandaag verschijnt. De Friese maffia lezen we op de kaft. Het is de bijnaam die de vijf ministers en staatssecretarissen die in het tweede kabinet-Kok zaten, zichzelf meegaven. De titel is pakkend, maar wel wat misleidend. Het is eerder, in jouw woorden, Marcel, ‘een wandeling door de parlementaire historie aan de hand van de Friezen’, een groep mensen, ‘dienaren van koning Friso’, die ‘het Fries gevoel’ delen! Geen relaas dus over Italiaanse taferelen in de Nederlandse polder, maar een boek dat ingaat op de vraag in hoeverre Friese politici hun stempel hebben gedrukt op het reilen en zeilen in Den Haag - en in geuren en kleuren verhaalt wat de Friezen voor de landspolitiek hebben betekend en betekenen.

En dat is niet niks! Die ‘Friese maffia’ telt sinds 1814 maar liefst 224 Tweede Kamerleden, 36 bewindslieden en 82 Eerste Kamerleden, onder wie prominenten als Anne Vondeling, Domela Nieuwenhuis en Pieter Jelles Troelstra. Bij bijna alle belangrijke gebeurtenissen uit onze parlementaire geschiedenis waren zij betrokken, van het opstellen van de Grondwet tot verschillende kabinetscrises en de ondergang van de LPF-fractie.

Maar laat ik dit beeld enigszins nuanceren en aantekenen dat Friesland niet de enige provincie is die goed is vertegenwoordigd op het Binnenhof! Want zoals u weet, voeren op dit moment twee bewindslieden uit Limburg de scepter op de ‘apenrots’. Zowel collega Timmermans als ikzelf komen uit deze zuidelijke provincie. En wij zijn niet de enigen in dit kabinet. U begrijpt dus dat ik met spanning uitkijk naar een boek over de verrichtingen van de Limburgse ‘uomini d’onore’ op het Binnenhof. Wie zich daaraan wil wagen kan in ieder geval op mijn steun rekenen!

(Afsluiting)

Dames en heren, het is tijd om af te ronden. Marcel, ik denk dat een warm applaus voor jouw lange staat van dienst in Den Haag op zijn plaats is. Ik feliciteer je met het verschijnen van je boek en wens je veel succes in je nieuwe functie. Je wordt chef Binnen- en Buitenland bij de Leeuwarder Courant. Hoewel je het Binnenhof nu achter je laat, zullen wij elkaar de komende jaren dus zeker niet uit het oog verliezen!

Dank voor uw aandacht.

1: ‘Krant meer hetzelfde’, NRC Handelsblad, 03-10-2007, p. 21.