Toespraak debat klimaatverandering

Welkom aan allen, in het bijzonder de buitenlandse gasten:

  • Mr. Ahsan Uddin Ahmed, Executive Director of a multidisciplinary research institution in Bangladesh and one of the consultant who participated in the climate risk screening in Bangladesh.
  • Mr. Saleem ul Huq, head of the climate group of IIED in London and
  • Dr. Sumaya Ahmed Zaki-Eldeen, from the Institute of Environmental studies in Khartoum.
  • I am sorry to say that the Vice Minister of Watershed and Water Resources from Bolivia, Mr. Walter Valda Rivera, had to cancel his participation in this debate at the very last moment.

Graag open ik dit debat over de betekenis van klimaatverandering voor ontwikkelingssamenwerking. De Minister voor Ontwikkelingssamenwerking, Bert Koenders, heeft mij gevraagd dit namens hem te doen, omdat hij pas vanavond laat terug is van een bezoek aan Afghanistan. Voor de minister is klimaatverandering een belangrijk onderwerp. Ik wil wijzen op de 200 miljoen extra die dit kabinet uittrekt voor armoede en duurzaamheid. Hierbij gaat het voor OS om activiteiten die passen in de armoedestrategie.

De actualiteiten
Je kunt geen krant meer openslaan, geen reclame blok meer kijken of iets over klimaatverandering is in beeld. Al Gore gaf hieraan een grote impuls. Met zijn boek en zijn film heeft hij een grote massa bereikt en hen geïnformeerd over de oorzaken en gevolgen van klimaatverandering. Het debat over de vraag of de mens bijdraagt aan de opwarming van de atmosfeer is nu wel voorbij, zo stelt hij. Het wordt tijd om wat te gaan doen.

Het rapport van de IPCC, verschenen in februari, bevestigt dat dit debat voorbij is. De wetenschappers concluderen met nog meer overtuiging dan een aantal jaren geleden, dat het zeer waarschijnlijk is - dat wil zeggen 90% zeker – dat de uitstoot van broeikasgassen leidt tot opwarming van de atmosfeer. We kunnen dus niet langer wachten met handelen, de risico’s worden onacceptabel.

Ook het rapport van de Britse Econoom Nicholas Stern trok de aandacht van de media. Zijn belangrijkste boodschap is dat het afremmen van de opwarming van de atmosfeer haalbaar én betaalbaar is. Hij schat de kosten om het klimaat met niet meer dan enkele graden te laten stijgen (CO2 uitstoot op een niveau van 500 – 550 ppm) op 1% van het wereldwijde inkomen. Dat is niet gering, maar het is te doen, als we dat tenminste willen.

Een belangrijke verdienste van Stern is dat hij het debat over klimaatverandering onder economen heeft gestart. Hoe breder dit debat namelijk wordt gedeeld, hoe meer winst er te halen valt. De grote winst van Stern is dat het ons een handelings perspectief geeft.

Maar waarom is er nu alle aandacht voor klimaat, terwijl we toch al in de jaren 80 en 90 spraken over door de mens veroorzaakte opwarming van de atmosfeer? Is het echt allemaal begonnen met Al Gore en met voortschrijdend inzicht? Natuurlijk maken leiders en wetenschappers een belangrijk verschil. Maar er zit ook verschil in wat we om ons heen zien gebeuren.

Actie dus: afremmen én aanpassen
De oproep tot actie is vooral gericht op het afremmen van de opwarming. Dat is belangrijk. Ik ben dan ook zeer te spreken over de afspraken die de regeringsleiders van de EU op 10 maart hebben gemaakt. Namelijk dat de uitstoot van het broeikasgas CO2 in 2020 20% onder het niveau van 1990, het ijkjaar van het Kyoto-verdrag, moet liggen en dat 20% van alle energie in Europa afkomstig moet zijn uit duurzame bronnen, zoals zon, wind en water. Ik ben vooral te spreken over het feit dat deze afspraken afdwingbaar zijn.

Maar behalve afremmen moeten we ook aanpassen want het klimaat gaat de komende decennia veranderen. In Nederland doen we dat. We kennen allemaal de discussie over het onderhoud van onze kusten en de plannen om ruimte aan de rivieren te geven. Minder bekend, maar toch opmerkelijk, is het feit dat het Ministerie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport op dit moment werkt aan een hitteplan. Dergelijke plannen zijn mede ingegeven door het feit dat de kans op hittegolven toeneemt. Het vaker voorkomen van hittegolven maakt de urgentie van een dergelijk plan groter.

Maar aanpassing speelt niet alleen hier. Het speelt nog veel meer in ontwikkelingslanden. Die zijn kwetsbaarder, zowel wat menselijk leed betreft als economische schade.

De betekenis voor ontwikkelingssamenwerking
De effecten van klimaatverandering zijn niet gelijk verdeeld. Ontwikkelingslanden, en in het bijzonder de armste mensen daar, lopen het grootste risico. Hun economieën zijn in hoge mate afhankelijk van landbouw en het is met name deze sector die kwetsbaar is voor extreem weer. Maar ook het feit dat miljoenen mensen wonen op plekken waar het niet veilig is, maakt hen kwetsbaar. Gedurende de laatste 10 jaar werden jaarlijks 300 miljoen mensen in ontwikkelingslanden getroffen door weersgerelateerde rampen.

Het klimaat verandert en het tempo waarin vormt een serieuze bedreiging voor ontwikkeling en armoedebestrijding. Het maakt het halen van de MDGs moeilijker. Dit is de belangrijkste prikkel geweest voor de Minister voor Ontwikkelingssamenwerking om dit debat te organiseren. Volgens de Wereldbank staat 40% van de gefinancierde projecten bloot aan klimaatrisico’s. Als we zo’n groot risico signaleren, dan kunnen we daar niet aan voorbij gaan. We willen immers niet dat de bijdragen die we leveren aan de MDGs mislukken. We willen niet dat de bijdragen die we leveren minder opleveren dan verwacht. We willen ook niet dat mensen als gevolg van bepaalde interventies kwetsbaarder worden voor de effecten van klimaatverandering. Ik wil in dit verband wijzen op het eerste project uit het regeerakkoord: “millennium ontwikkelingsdoelen dichterbij”. Dit project staat onder de regie van de minister en heeft als doel een strategie te ontwikkelen om de achterstanden in het halen van de MDGs te verkleinen.

Maar er is nog iets. Aanpassing aan klimaatverandering kost geld en het halen van de ontwikkelingsdoelen zal duurder worden en ook daar kunnen we niet aan voorbij gaan. Ik wil op beide aspecten ingaan: integreren en financieren.

Integreren
Eigenlijk is het beheersen van klimaatrisico’s niets nieuws. Geen boer zal kiezen voor het planten van een bepaald gewas zonder daarbij rekening te houden met de regenval. Geen ingenieur zal een brug bouwen zonder rekening te houden met de stroom van de rivier en geen visser zal de zee op gaan in een boot die niet bestand is tegen hoge golven. Wat is nieuw? Nieuw is dat het niet meer genoeg is te rekenen op ervaringen en gegevens uit het verleden. De toekomst is anders: meer weersgerelateerde rampen, veranderingen in seizoenen. Tegen een aantal van deze veranderingen is het heel moeilijk je te beschermen, zeker als ze abrupt zijn (orkanen) of van onvoorziene omvang (bijvoorbeeld overstromingen). Maar slachtoffers en schade zijn ook een gevolg van slechte planning en dat kan beter in de toekomst. Bij de planning van een brug, bijvoorbeeld, wordt rekening gehouden met de kans van 1 op 100 dat de brug zal wegspoelen. Maar als die kans veel groter wordt als gevolg van klimaatverandering, zelfs zodanig dat het de levensduur van de brug bedreigt, dan kunnen we daar rekening mee houden en de constructie aanpassen.

Hoe integreer je klimaatverandering op een slimme manier
O nee, niet alweer een thema om te integreren! Ik hoor het velen al zeggen. En al helemaal niet iets waar ontwikkelingslanden niet om vragen en dat gepaard gaat met zulke grote marges van onzekerheid. Dat mag zo zijn, maar dat ontslaat ons niet van onze verantwoordelijkheden. Het geeft wel aan dat we voorzichtig te werk moeten gaan. Geen grote “top down” acties en het leggen van een toets op iedere cent die we uitgeven. Maar wel een aantal strategische stappen.

Eén daarvan hebben we binnen OS recentelijk gezet. En de kennis die we daarmee hebben opgebouwd willen we vanavond delen. We zijn begonnen met een snelle, enigszins ruwe, analyse van de klimaatrisico’s waaraan programma’s in Bolivia, Bangladesh en Ethiopië bloot staan. Het doel was alleen die activiteiten eruit te halen die een hoog risico lopen en waar op korte termijn verbetering mogelijk is. Voor weinig geld kan een eerste scan helpen prioriteiten te stellen. Het helpt ons te richten op die activiteiten waar inderdaad sprake is van een hoog risico. Uit de rapporten zijn aanbevelingen gekomen hoe we deze risico’s beter kunnen beheersen.

In Bangladesh, bijvoorbeeld, werd in het bijzonder op één programma gewezen, een programma over water, sanitaire voorzieningen en hygiëne. Het is net gestart, zal lopen tot 2010 en zal een substantiële bijdrage moeten leveren aan de doelstelling om mensen toegang te bieden tot schoon drinkwater. De klimaatrisico’s die op dit programma afkomen zijn: meer en zwaardere overstromingen van de rivier; verstopping van de afvoer van het water; minder water in de rivieren in de winter en verzilting van zowel het oppervlakte als het grondwater. Deze risico’s kunnen ertoe leiden dat nieuwe latrines een bron van ziekten worden. Het kan er ook toe leiden dat de voorziening van het drinkwater onder druk komt te staan en dat de bron verzilt. Het rapport geeft een aantal concrete aanbevelingen:

  • Bestudeer alle aspecten die te maken hebben met de beschikbaarheid van het water. Dat wil zeggen dat ook veranderende patronen in de toekomst invloed moeten hebben op de keuzen van vandaag.
  • Identificeer de huidige trends en kijk naar de mogelijke trends in de toekomst. Betrek dit bij het oordeel over de duurzaamheid van de technologieën.
  • En denk aan alternatieven, zoals latrines die bestand zijn tegen overstromingen.

Dit ter illustratie. Het is een voorbeeld van een programma. Maar het rapport gaat ook in op voorbeelden die betrekking hebben op beleid. Een aantal algemene bevindingen wil ik onderstrepen.

Beleidsconclusies van het rapport
Ontwikkeling zelf is de sleutel voor aanpassing aan klimaatverandering. Laten we onze uiterste inspanningen verrichten om alle intenties en afspraken uit het verleden na te komen. Ik doel op de afspraken in Monterrey, waar de internationale gemeenschap zei dat de toezegging om 0,7% van het BNP te besteden aan OS wordt waargemaakt. Ik doel op de Parijs agenda, waar we afspraken dat we het beter gingen doen, geharmoniseerd en in lijn met het beleid van het partnerland. En ik doel op al die andere afspraken die moeten helpen groei te bevorderen en armoede te bestrijden: goed bestuur, rechten voor vrouwen en kinderen. Daar begint het mee, ook als we mensen weerbaarder willen maken tegen negatieve effecten van klimaatverandering.

De armen zelf zijn meesters in adaptatie. Mensen worden al lang geconfronteerd met rampen en extremen. Hun manier om zich daartegen te beschermen is de basis. Een dialoog met hen, ook over de patronen in het weer die hen niet bekend voorkomen, is belangrijk. De NGO’s kunnen hier een goede rol vervullen.

Het beheersen van klimaatrisico’s moet onderdeel worden van een goed en zorgvuldig beleid op alle niveaus (beleid , programma, project ). Gerichte planning en budgettering zal klimaatrisico’s verminderen.

Samenwerking met andere donoren is van belang. De Wereldbank werkt aan een investeringsraamwerk: Clean Energy for Development, dat ook aandacht schenkt aan adaptatie . De OESO werkt aan richtlijnen hoe donoren klimaatrisico’s kunnen integreren in ontwikkelingssamenwerking. Laten we vooral gezamenlijk optrekken.

Financiering
Ik heb tot nu toe de nadruk gelegd op integreren van klimaatverandering in ontwikkelingssamenwerking. Maar ik kan niet voorbij gaan aan de discussie over financiering. Het is zeer waarschijnlijk dat ontwikkelingslanden met hogere (herstel) kosten worden geconfronteerd wordt en het halen van de MDGs duurder zal worden. Tientallen miljarden per jaar, schat de Wereldbank in. Stern zegt dat het schatten van de kosten van adaptatie moeilijk is, vanwege de grote onzekerheden en dat nog meer rekenwerk nodig is. Ik hecht eraan de kosten van adaptatie inzichtelijk te maken. Waarom? Omdat we zo een meer gefundeerde basis leggen voor de discussie over kosten en de financiering ervan. We moeten af van grove schattingen en toe naar de best mogelijke berekening. Als de eerste schattingen van de Wereldbank kloppen, dan is er nieuw geld nodig en moeten we hard op zoek naar innovatieve vormen van financiering, zoals de financiering van het Adaptation Fund van het klimaat verdrag uit een percentage van de wereldhandel in emissie reducties (zoals het Clean Development Mechanism) Ook vind ik dat we moeten voorkomen dat de extra kosten ongezien en automatisch onderdeel worden van alleen het OS-budget.

Dames en heren, de Minister kijkt met bijzondere belangstelling naar de conclusies en aanbevelingen van deze bijeenkomst, in het bijzonder omdat hij aan het begin staat van zijn ambtsperiode en grote interesse heeft in het vraagstuk van klimaatverandering en armoedebestrijding.

Dank voor uw aandacht.