Wettelijke bedenktijd voor huizenkopers levert weinig op

De invoering van de drie dagen bedenktijd in 2003 bij de koop van een woning heeft niet de beoogde bescherming geboden. Dit staat in het onderzoek ‘Wet koop onroerende zaken; de evaluatie’ van het Molengraaff Instituut voor privaatrecht van de Universiteit Utrecht. De termijn is te kort om daadwerkelijk deskundige bijstand in te roepen

Ook blijkt dat de bescherming tegen overhaaste aankoopbeslissingen die de regeling beoogt te bieden, minder door de bedenktijd zelf wordt geboden. Kopers wachten vooral met het ondertekenen van de koopovereenkomst. Zolang zij de overeenkomst niet hebben ondertekend, zijn ze er immers niet aan gebonden. Minister Hirsch Ballin van Justitie heeft vandaag het onderzoeksrapport met een brief naar de Tweede Kamer gestuurd. Op de resultaten van het onderzoek en de aanbevelingen van de onderzoekers komt de bewindsman nader terug.

Volgens de onderzoekers levert de bedenktijd, alhoewel zij op zich geen problemen oplevert en daarom zou kunnen blijven bestaan, ook geen voordeel op. Zij vinden dat er betere mogelijkheden zijn om de koper bij de aankoop van een woning te beschermen. Het ligt meer voor de hand bij de koop verplicht de notaris in te schakelen, en extra eisen te stellen aan de inhoud van koopovereenkomst.

Door notariële bijstand worden partijen, ook de verkopers, geïnformeerd over de juridische gevolgen van het aangaan van de koopovereenkomst en door extra eisen te stellen aan de inhoud van de koopovereenkomst worden onduidelijkheden voorkomen. Mocht desondanks worden gekozen voor handhaving van de bedenktijd dan zou aanpassing van de regeling onder meer ten aanzien van de duur ervan ervoor kunnen zorgen dat zij beter aan haar doel beantwoordt. Kopers gaan dan wellicht niet meer over tot het uitstellen van de ondertekening van de koopovereenkomst, aldus de onderzoekers.

Ook de 5%-regeling die kopers van nieuwbouwwoningen moet beschermen bij bouwgebreken werkt nog niet naar behoren. De uitwerking van de regeling zou nogmaals grondig moeten worden bekeken en geoptimaliseerd.

Bij het onderzoek, dat in opdracht van het ministerie van Justitie is gedaan, zijn onder meer kopers, verkopers, makelaars en notarissen gevraagd naar hun ervaringen met de Wet koop onroerende zaken. Deze introduceerde onder meer de regel dat particulieren die een woning kopen deze koop schriftelijk moeten aangaan, en dat zij vervolgens binnen drie dagen zonder opgaaf van redenen van de koop af kunnen (de bedenktijd). Ook de zogenaamde ‘5%-regeling’, de mogelijkheid voor kopers van nieuwbouwwoningen om 5% van de laatste termijn bij de notaris in depot te houden tot de woning naar genoegen is opgeleverd, is onderdeel van deze wet. Onderzocht is of met invoering van de Wet de destijds gestelde doelen (onder meer een grotere bescherming van de koper) zijn bereikt, en welke aanpassingen eventueel wenselijk zijn.