Toespraak minister bij middagconferentie aanpak mensenhandel

Dames en heren,

Goed dat u er allemaal bent. We hebben u nodig. Want mensenhandel is een groeiend probleem, dat veel verschijningsvormen kent. De laatste cijfers bevestigen dit: in 2009 zijn door Comensha 909 slachtoffers van mensenhandel geregistreerd. Dit is een stijging van 10% ten opzichte van 2008 (826 slachtoffers). In 2007 waren er 716 geregistreerde slachtoffers, in 2006 579 en in 2005 424. Deze stijging wordt mede veroorzaakt door betere registratie en de prioriteit die we aan mensenhandel geven. Niettemin benadrukt dit de ernst van het probleem en de urgentie van krachtige bestrijding, want het aantal slachtoffers zal groter zijn dan de groep geregistreerde slachtoffers.

Dit vergt de inzet van alle organisaties die hier vertegenwoordigd zijn. Gemeente, politie, Openbaar Ministerie en hulpverleningsorganisaties moeten hecht samenwerken. Alleen zo kunnen we signalen opvangen, slachtoffers identificeren en daders straffen. Ik ben dan ook blij dat vanmiddag alle partijen aanwezig zijn. Want alleen een sterke keten kan de ketenen van de slachtoffers breken.

Wij mogen de ogen niet sluiten voor mensenhandel. Het gaat hier immers om waarden waar we in wezen als samenleving voor staan.

We mogen niet accepteren dat meisjes en vrouwen door dreiging en geweld als vee worden verhandeld. We mogen niet accepteren dat zij dagelijks vernederd worden en seksueel misbruikt. We mogen niet accepteren dat mensen uit armere landen hier worden uitgebuit en zwaar werk moeten verrichten onder schandalige omstandigheden? Het is onze gezamenlijke plicht om hier met kracht tegen op te treden.

Dat is natuurlijk, zoals we allen weten, moeilijk. Mensenhandel is een complex probleem, waarvan de bestrijding specifieke kennis en kunde vereist. Om daders achter de tralies te krijgen vereist grote inspanningen en bovendien veel moed van de slachtoffers. Toch slagen we hier in. Onlangs nog veroordeelde de rechtbank in Arnhem drie Hongaren tot gevangenisstraffen omdat zij vrouwen dwongen tot prostitutie op de Achterdam in Alkmaar. Ook hier was sprake van ernstige dreiging met geweld.

Voor de betrokken diensten is het lastig om binnen gesloten circuits signalen op te vangen, te koppelen aan signalen van andere instanties, en deze te ‘veredelen’ tot bruikbare informatie voor opsporingsonderzoek of bestuurlijk optreden. Daarom trainen we de medewerkers van opsporingsdiensten als politie, Arbeidsinspectie en de Sociale Inlichtingen en Opsporingsdienst in het herkennen van mensenhandel.

Afzonderlijke signalen van mensenhandel zijn op zichzelf vaak niet duidelijk genoeg om mensenhandelaren te kunnen aanpakken en structurele barrières op te werpen. Daarom moeten we de signalen van de verschillende diensten delen en bundelen. Dit gebeurt inmiddels in de Regionale Informatie en Expertisecentra (RIEC’s). Kennis en deskundigheid komen hier samen. Deze combinatie stelt bestuur, opsporingsdiensten en OM in staat een succesvolle strategie te bepalen. Dan doel ik niet alleen op een strafrechtelijke aanpak. Bestuurlijke aanpak, zoals het intrekken van vergunningen, blijkt in de praktijk ook effectief. Vanmiddag zult u in een van de workshops horen welke rol het RIEC hierbij kan spelen.

Ook buiten het RIEC heeft het bestuur een belangrijk aandeel in de aanpak van mensenhandel. Zo zijn gemeenten verantwoordelijk voor het toezicht en de handhaving van de prostitutiesector. In een presentatie kunt u vanmiddag zien hoe gemeenten deze rol kunnen vervullen. Straks wordt dit nog belangrijker met de nieuwe Wet regulering prostitutie, die de gemeenten meer handvatten geeft om illegale prostitutie en mensenhandel aan te pakken. Een workshop maakt duidelijk hoe de gemeenten Alkmaar en Den Haag hiermee zijn omgegaan. Ook bij andere specifieke vormen van mensenhandel staan we vanmiddag stil. In de afgelopen jaren verschenen in de media verschillende verhalen over mensen die onder zware omstandigheden te werk werden gesteld in - bijvoorbeeld - de landbouw of de horeca. Deze vorm van mensenhandel, arbeidsuitbuiting genoemd, is in opmars. De Nationaal Rapporteur Mensenhandel constateerde in haar 7de rapportage dat de betrokken overheden hier meer bewust van moeten zijn en signalen eerder oppakken. Anders blijft een doeltreffende aanpak en adequate hulp voor de slachtoffers uit. Ook hier gaat het erom dat de betrokken overheden informatie uitwisselen en samenwerken. De Sociale Inlichtingen- en Opsporingsdienst (SIOD) heeft de aanpak van deze vorm van mensenhandel al enige jaren als speerpunt. Vandaag zal de SIOD in een workshop toelichten wat arbeidsuitbuiting is en hoe zij - in samenwerking met haar ketenpartners – daarbij te werk gaat. Een andere ernstige vorm van mensenhandel is de manipulatie en misbruik door pooierboys. Deze jongens benaderen jonge en kwetsbare meisjes - via het internet, of op het schoolplein -, verleiden ze en weken ze los van hun omgeving. Vervolgens worden ze gedwongen tot prostitutie of strafbare feiten waar de pooierboy financieel beter van wordt. [Het gaat hier zogenaamd om ‘boys’, maar vaak zijn hier nietsontziende georganiseerde criminelen actief. Het gaat ook om zeer grote geldbedragen en dat maakt deze vorm van criminaliteit voor kansloze jongens extra aantrekkelijk. ]

De politie Rotterdam-Rijnmond heeft onderzocht hoe pooierboys zich op het internet manifesteren en hoe zij hun slachtoffers benaderen. In een workshop worden de uitkomsten van dit onderzoek toegelicht. Ook wordt besproken hoe de politie – met financiële ondersteuning van Justitie – pooierboys de komende jaren keihard gaat aanpakken. Daarbij werkt de politie nauw samen met de gemeente, Belastingdienst, OM en de Jeugdzorg.

Aanpak van mensenhandel begint met signalering. Pas dan kunnen we tot actie overgaan. Het is belangrijk dat we hierbij iedereen betrekken, ook de burger. Het aantal gesignaleerde slachtoffers neemt al enkele jaren toe en de verwachting is dat deze trend zich de komende periode voortzet. Er zullen dus meer opvangplekken voor slachtoffers moeten komen. Samen met VWS bereidt Justitie momenteel de pilot ‘categorale opvang slachtoffers mensenhandel’ voor die dit voorjaar 50 extra opvangplekken voor slachtoffers van mensenhandel moet opleveren. Vooruitlopend hierop zijn momenteel 17 noodopvangplekken beschikbaar voor de meest urgente gevallen. Daarmee zijn we er natuurlijk niet. Om alle slachtoffers te kunnen plaatsen en te laten doorstromen naar de reguliere opvangplekken hebben we de gemeenten hard nodig. Het Coördinatiecentrum Mensenhandel (Comensha) zal vandaag in een workshop toelichten welke rol gemeenten hierin kunnen vervullen. Dames en heren,

U hoort het, er is vandaag veel te doen. Veel onderwerpen komen aan de orde, en veel informatie komt uw kant op. Dat is ook nodig.

Zoals ik aangaf: mensenhandel is een complex misdrijf, met vele uitingsvormen. Vele organisaties zijn hierbij betrokken. We kunnen alleen resultaten boeken als al deze organisaties hecht samenwerken. Daarom ben ik blij dat we hier bijeen zijn. Zodat u - vertegenwoordigers van gemeenten, opsporingsdiensten, OM en de hulpverlening - uw ketenpartners op kunt zoeken om samen de strijd aan te gaan tegen mensenhandel. Dát signaal geven we af aan de samenleving, de slachtoffers en de daders: we kijken niet weg, en we zullen mensenhandel op alle fronten samen bestrijden.

Ik dank u voor uw aandacht.