Gewijzigde Wet voorkeursrecht gemeenten door Tweede Kamer aangenomen

Een verrommelde wet die nodig aan herstructurering toe was. Dat was in Ruimtelijke ordening jargon de aanleiding voor de modernisering en vereenvoudiging van de uit 1981 stammende Wet voorkeursrecht gemeenten (Wvg). Deze werd in de Nota Grondbeleid en de Herijkingsbrief aangekondigd.

De Wvg heeft tot doel om gemeenten, provincies en het Rijk bij het uitvoeren van hun ruimtelijk beleid een betere uitgangspositie te geven op de grondmarkt. Het voorkeursrecht is daarbij het recht om als eerste te kunnen reageren op een aanbod tot verkoop van gronden. Op die manier kan speculatie met gronden worden voorkomen.

De wet bleek bij de evaluatie in 2000 gekenmerkt te worden door complexe procedures. De eerste stap in de vereenvoudiging is gezet door de invoeringswet Wro die 1 juli 2008 in werking is getreden. Daarin is de Wvg aangepast aan de planvormen uit de Wro, hebben het Rijk en de provincies de voorkeursrechtbevoegdheid gekregen en is de procedure tot aanwijzing van gronden voor een voorkeursrecht sterk vereenvoudigd. Dat heeft geleid tot een aanzienlijke lastenverlichting voor gemeenten.

In het wetsvoorstel tot wijziging van de Wet voorkeursrecht gemeenten (31 285) waarmee de Tweede Kamer 16 februari 2010 instemde wordt de Wvg verder vereenvoudigd.

De belangrijkste verbeteringen in het wetsvoorstel zijn:

  • de vernieuwde regeling van bekendmaking en inwerkingtreding van voorkeursrechten. Daarmee wordt de kenbaarheid van geldende voorkeursrechten sterk verbeterd en een lastenverlichting voor notariaat en gemeenten gerealiseerd;
  • vereenvoudiging van de aanbiedingsprocedure en rechterlijke procedures;
  • een groot aantal andere zaken die de werking van de wet in de praktijk zullen verbeteren.

Het wetsvoorstel is naar de Eerste Kamer gezonden en treedt naar verwachting nog dit jaar in werking.