Pandhuiswet 1910 dringend aan revisie toe

'De Pandhuiswet uit 1910 wordt na 100 jaar gemoderniseerd om kwetsbare consumenten die goederen belenen beter te beschermen.' Dat schrijft staatssecretaris Frank Heemskerk (EZ) maandag 22 februari 2010 aan de Tweede Kamer.

Voor consumenten die snel behoefte hebben aan contant geld kunnen pandhuizen voorzien in een behoefte. Zo kan men bijvoorbeeld juwelen, een plasmatelevisie of een ander goed van waarde tijdelijk belenen zonder het product direct kwijt te zijn. De consument krijgt dan een deel van de marktwaarde contant uitgekeerd (de beleensom). Op een later tijdstip kan men het product dan weer terugkrijgen na terugbetaling van het uitgekeerde bedrag plus een maandelijkse beleenvergoeding (een percentage van de beleensom). De kosten voor het belenen kunnen voor de consument oplopen tot 20% per maand. De consument hoeft de maandelijkse vergoeding niet te betalen als hij ervoor kiest het goed niet meer op te halen. Pandkrediet is hiermee een laagdrempelige vorm van krediet waarbij de consument niet met een restschuld blijft zitten. In Nederland is sprake van zo'n 60 particuliere pandhuizen en 2 gemeentelijke. Gezamenlijk zetten de pandhuizen zo tussen de 140 miljoen en 175 miljoen euro om.

Onderzoek laat zien dat de meeste pandhuizen momenteel niet onder de regels van de Pandhuiswet 1910 vallen. Ook worden consumenten soms niet goed geïnformeerd over hun rechten en plichten en zijn er signalen dat consumenten zich te ver in de schulden steken. Om dit te ondervangen wil Heemskerk de huidige wet op vier punten moderniseren:

  1. Uitbreiding wet en sterk toezicht; in de huidige Pandhuiswet geldt een drempelbedrag van 11,34 euro. Dit bedrag (destijds 25 gulden) stamt nog uit 1910. Pandhuizen die boven dit bedrag belenen vallen buiten de wet. Dit bedrag komt in de nieuwe wet te vervallen waardoor alle pandbeleningen weer onder wettelijk toezicht komen. De Consumentenautoriteit gaat toezicht houden op de pandhuizen. Voor zowel gemeentelijke pandhuizen als commerciële partijen gelden straks dezelfde regels;
  2. Betere informatie voor de consument; in de nieuwe wet worden eisen gesteld aan de informatie die pandhuizen moeten verstrekken. Bijvoorbeeld de aard van de overeenkomst (kan je het beleende goed terugkopen of niet), de totale kosten en de termijnen. Dit is nu vaak niet duidelijk;
  3. Redelijke termijnen; veel consumenten blijken moeite te hebben om hun goed binnen de gestelde periode van een maand terug te halen. Daarom komt er een minimum beleentermijn van twee maanden waarbinnen de consument zijn goederen altijd kan terug halen;
  4. Redelijke rentetarieven; de hoge beleenvergoedingen worden gebonden aan een maximum van 4,5% per maand. Dit om de consument beter te beschermen. Vaak zetten consumenten nu namelijk alles op alles om hun goederen terug te halen waardoor hun toch al zwakke financiële positie verslechtert. De maximering van het beleenpercentage zal gefaseerd worden ingevoerd om alle bedrijven de tijd te geven zich aan te passen.

Meer informatie:

Voor de pers: Edwin van Scherrenburg, woordvoerder, 070-3796464 of 06-15028924, e.v.vanscherrenburg@minez.nl