Castreren van biggen goede tussenoplossing

Het gasverdoofd castreren van biggen is een goede tussenoplossing totdat er in 2015 helemaal gestopt wordt met castratie. Ten aanzien van de technologie en de werkwijze kunnen in de praktijk wel verbeteringen aangebracht worden. Dat blijkt uit het evaluatieverslag van het LEI dat minister Gerda Verburg van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit vandaag naar de Tweede Kamer heeft gestuurd.

Castreren van biggen wordt noodzakelijk gevonden omdat er een kleine kans bestaat dat bij de bereiding van het vlees een vervelende geur vrijkomt. Eind 2007 hebben de supermarkten, de vleesverwerkende industrie en de varkenshouders in de zogeheten 'Verklaring van Noordwijk' afgesproken om voor 2015 te stoppen met castreren en in de tussentijd te castreren onder verdoving. Die werkwijze is nu door onderzoeksinstituut LEI geëvalueerd.

Gasverdoofd castreren

Het evaluatierapport gaat in op de werking van de technologie rond gasverdoofd castreren, over de uitvoering door de varkenshouder en de houding van de varkenshouder ten opzichte van gasverdoofd castreren. In de evaluatie zijn aanbevelingen opgenomen om het verdoofd castreren te verbeteren. Ondermeer een betere technische ondersteuning van de varkenshouders en een grotere betrokkenheid van dierenartsen. LTO en NVV hebben hier op gereageerd door het Actieplan optimalisatie verdoofd castreren op te stellen. Minister Verburg is blij dat de varkenssector hiermee direct heeft gereageerd op het evaluatierapport.

Verklaring van Noordwijk

Uit het evaluatierapport blijkt tevens dat alle betrokken partijen vinden dat de samenwerking onder de vlag van de Verklaring van Noordwijk goed is. Uit die Verklaring zijn acht afspraken te destilleren. De partijen zijn blij dat de afspraken erin hebben geresulteerd dat het verdoofd castreren is opgenomen in de leveringsvoorwaarden van ketenpartijen en dat er financiële afspraken zijn gemaakt. De meningen lopen uiteen over het compenseren van kostenverhogingen voor zeugenhouders en over de inspanningen die zijn gedaan om andere partijen bij de Verklaring te betrekken. Desondanks zijn alle partijen het eens over de gekozen aanpak.

Duits onderzoek

Minister Verburg heeft ook onderzoek laten doen naar Duitse bevindingen uit 2009 dat CO2-verdoving een gering effect zou hebben op dierenwelzijn. Professor Frauke Ohl (Universiteit Utrecht) en Professor Ludo Hellebrekers (voorzitter Koninklijke Nederlandse Maatschappij voor Diergeneeskunde) hebben dit onderzoek beoordeeld en geconcluderd dat CO2-verdoving niet meer stress veroorzaakt dan castratie zonder CO2-anesthesie. Minister Verburg stelt dan ook dat gasverdoofd castreren, mits goed uitgevoerd, beter is dan onverdoofd castreren. Verburg neemt ook de aanbeveling over om internationaal tot een betere afstemming te komen welke bijdrage de verschillende methodieken voor pijn- en stressbestrijding tijdens castratie leveren aan verbetering van het dierenwelzijn.