Verhagen: notoire mensenrechtenschenders niet in VN-raad

Landen die de mensenrechten systematisch schenden horen niet thuis in de mensenrechtenraad van de Verenigde Naties. Dat verklaarde minister Verhagen vandaag in Genève in zijn toespraak tot de Raad.

“Elk land legt eens per 4 jaar een mensenrechtenexamen af”, aldus minister Verhagen (Buitenlandse Zaken). “Wie daarvoor een zware onvoldoende haalt en daar geen lessen uit wil trekken, hoort niet in de raad thuis. Het kan niet zo zijn dat notoire mensenrechtenschenders anderen de maat nemen.”

De Mensenrechtenraad controleert sinds 2006 de naleving van de internationale mensenrechtenverdragen door de lidstaten van de Verenigde Naties. Naast de periodieke inspecties van de mensenrechtensituatie, stelt de Raad ook speciale rapporteurs aan voor bepaalde landen of gebieden en voor bepaalde thema's.

Landen worden in de Mensenrechtenraad gekozen door de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties. Minister Verhagen riep in zijn toespraak de verschillende regionale groepen op hun verantwoordelijkheid te nemen en landen waar mensenrechten systematisch worden geschonden uit de Mensenrechtenraad te weren.

In 2011, 5 jaar na de instelling, zullen de leden het functioneren van de Mensenrechtenraad bespreken. Nederland is tevreden met de periodieke inspecties door de Raad, maar wil dat de mensenrechtensituatie in elk land aan de orde kan worden gesteld.

“Er mogen geen taboes zijn in de Mensenrechtenraad”, aldus minister Verhagen in zijn toespraak. “Dat geldt ook voor discriminatie op grond van afkomst of kaste en op grond van seksuele geaardheid. Op dat gebied is vooruitgang geboekt, maar het moet vanzelfsprekend zijn dat mensenrechten gelden voor iedereen.”