Persconferentie na ministerraad van 23 april 2010

Minister-president Balkenende:

Goedemiddag. Laat ik beginnen met iets wat ook aan het begin uiteraard speelde van de ministerraad, dat was het overlijden van twee mariniers. Vorig weekend werden we opgeschrikt door het bericht dat twee mariniers zijn omgekomen: de 23-jarige Marc Harders, marinier, en korporaal, 29 jaar, Jeroen Houweling. We hebben stilgestaan bij het lot van hun naasten. Hun echtgenoten, kinderen, ouders, familieleden, vrienden. Zij hebben hun leven gegeven, hebben het hoogste offer gebracht om het leven daar voor mensen te verbeteren en te versterken. Het blijkt hoe moeilijk en weerbarstig de werkelijkheid is in het leven van alledag in Afghanistan. We hebben het diepste respect voor onze mannen en vrouwen die daar zitten en er zijn nu bepaalde risico’s die in dat gebied worden gelopen. Op dit moment past het diepste respect voor het feit dat deze twee jonge mensen hun leven hebben gegeven voor het leven, de vrijheid en de veiligheid van anderen. We denken na en we staan stil bij hun familieleden en hen die hen zo na staan.

Een ander punt dat ik nu zou willen noemen, van een heel andere orde, maar het raakt wel ons militaire apparaat, dat is Somalië. We hebben een artikel 100-brief geschreven. Die gaat naar de Kamer en daarin zal worden uiteengezet dat Nederland weer voor enige periode daar betrokken zal zijn bij de beveiliging van de kust van Somalië. Het gaat om piraterij en het voorkomen van kapingen. We hebben al gezien dat deze zaken in het verleden tot succes hebben geleid. Het aantal kapingen is met een derde teruggebracht. Dat zit hem in de acties die worden ondernomen. Dat is denk ik een goed teken. Tegelijkertijd wordt er ook steeds meer werk gemaakt van de berechting van de kapers. Dat is vaak een weerbarstig onderwerp. U weet dat er in Duitsland een arrestatiebevel is uitgevaardigd tegen degenen die door Nederlandse manschappen zijn opgepakt. In Kenia zitten honderd kapers vast. Dus wat dat betreft zien we gelukkig dat er sprake is van verbetering. Bovendien gaat het om heel veel schepen die in dat gebied rondvaren. Kortom. er is alle reden om te werken aan de veiligheid in dat gebied en dat is ook de reden waarom Nederland betrokken zal blijven bij de beveiliging daar.

Dan een punt van heel andere orde. We zijn wat later nu hier bij elkaar. Dat hing samen met het feit dat we hebben gesproken over de financieel-economische ontwikkeling en meer in het bijzonder de voorbereiding van de voorjaarsnota. Ik heb begrepen dat minister De Jager daar al iets over heeft gezegd. Daar kan ik uiteraard nu niet over uitweiden, maar we hebben wel al die zaken besproken die besproken moesten worden.

Volgende week is er ministerraad op donderdag. Dat in verband met Koninginnedag. Dan zal minister Rouvoet hier staan. Zelf zal ik volgende week verblijven in het Verre Oosten. Eerst ga ik naar Korea en vervolgens naar China. De reis naar Korea staat met name in het teken van de zakelijke contacten. Er zijn veel ondernemingen die mee gaan. Grote, middelgrote en kleine ondernemingen. Er zijn meer dan 30 ondernemingen die mee doen aan deze missie. Ik zal zelf contact hebben met de president van Korea en de premier. President Lee kom ik natuurlijk met regelmaat tegen op internationale bijeenkomsten. We kennen elkaar goed. Het is een belangrijk bezoek en het onderstreept nog eens een keer de belangen die gewoon ook over en weer bestaan tussen Korea en Nederland. Ook het bezoek dat ik nu ga afleggen zal weer bijdragen aan de versterking van die contacten. Het is ook goed dat Nederlandse ondernemingen hierin participeren.

Na Korea gaan we naar Shanghai in het kader van de Wereldexpo. Daar vindt de opening plaats. Ik zal zelf de opening van het Nederlandse paviljoen doen. Een belangrijke gebeurtenis en we hebben daar een bijzonder staaltje van Nederlandse architectuur geleverd. U heeft er het nodige over gehoord, Happy Street van de Nederlandse architect Körmeling. Het is een broedplaats van creativiteit, innovatie en technologie. Wat dat betreft verwacht ik ook dat dit paviljoen zal opvallen. Het is dus belangrijk dat Nederland meedoet aan de Wereldexpo. In het kader van het bezoek daar zal ik ook contact hebben met president Hu Jintao. Ik zal een ontmoeting met hem hebben en we zullen dan spreken over die zaken die ons allemaal bezighouden. Kortom, een druk en intensief bezoek. En dan hoop ik volgende week zaterdag weer terug te keren naar Nederland.