Bijlage: Fichedocument - Kamerbrief inzake Informatievoorziening over nieuwe Commissievoorstellen

Fiche 1: Mededeling en verordening inzake “Begeleidende maatregelen voor de bananensector 2010-2013”

Concept 13/04/2010 (afgestemd met deskundigen, aangepast nav discussie in begrotingscomité)

1. Algemene gegevens

  • Mededeling van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement: “Begeleidende maatregelen voor de bananensector: steun voor de duurzame aanpassing van de belangrijkste ACS-bananenexporterende landen aan de nieuwe handelsvoorwaarden”;

  • Voorstel voor een verordening (EU) van het Europees Parlement en de Raad “tot wijziging van een Verordening (EG) nr. 1905/2006 tot invoering van een financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking”.

Datum Commissiedocument: 17 maart 2010

Nr. Commissiedocument:

  • COM(2010)101 definitief

  • COM(2010)102 definitief

Prelex :

Nr. impact-assessment Commissie en Opinie Impact-assessment Board :

Nog niet gepubliceerd / niet van toepassing

Behandelingstraject Raad:

Raadswerkgroepen: ACS, CODEV. Het is nog niet bekend wanneer dit voor behandeling in de Raad geagendeerd wordt.

Eerstverantwoordelijk ministerie:

Ministerie van Buitenlandse Zaken

Rechtsbasis, stemwijze Raad, rol Europees Parlement en comitologie:

a) Rechtsbasis

De verordening is gebaseerd op art. 209 lid 1 Verdrag betreffende de Werking van de Europese Unie;

b) Stemwijze Raad en rol Europees Parlement

De gewone wetgevingsprocedure is van toepassing op de totstandkoming van de verordening hetgeen inhoudt :

- medebeslissing van het Europees Parlement ;

- gekwalificeerde meerderheid binnen de Raad.

c) Comitologie

N.v.t.

2. Samenvatting BNC-fiche

Het betreft een voorstel om onder het instrument voor ontwikkelingssamenwerking (DCI) zogenaamde “begeleidende maatregelen voor de bananensector” ten behoeve van de belangrijkste bananenexporterende ACS-landen op te nemen. Deze maatregelen (voor een bedrag van 190 miljoen Euro en lopend in de periode 2010-2013) beogen de ACS-landen te ondersteunen bij het opvangen van de effecten van een door de EU in WTO-verband gesloten bananenakkoord, waarmee een einde komt aan 15 jaar van geschillen met niet-ACS bananenexporterende landen.

Het voorstel voldoet aan de subsidiariteits- en proportionaliteitsvereisten. Nederland staat positief tegenover het voorstel. De benodigde middelen moeten worden gevonden binnen categorie 4 (extern beleid) van de EU-begroting. Er zijn geen financiële, administratieve of handhavingsgevolgen voor de Nederlandse rijksoverheid of decentrale overheden.

3. Samenvatting voorstel

De Europese Unie heeft in zijn gemeenschappelijke marktordening traditioneel een preferentiële handelsregeling geboden aan de bananenexporterende landen van Afrika, het Caribisch gebied en de Stille Oceaan (ACS-landen). Deze preferentiële handelsregeling wordt sinds 1995 door een aantal niet-ACS bananenexporterende landen en de VS aangevochten voor het WTO-geschillenbeslechtingsorgaan, waarvan de beroepsinstantie zich zes maal tegen de meer gunstige markttoegang voor ACS-landen heeft uitgesproken vanwege het discriminerende karakter.

De Commissie heeft in december 2009 een akkoord bereikt met de niet-ACS bananenexporterende landen, de VS en de betrokken ACS-landen. Dit komt er op neer dat de EU betere markttoegang zal bieden aan bananenexporterende landen buiten de ACS-groep (het algemeen toegepaste MFN-tarief zal stapsgewijs dalen van 176 € per ton naar 114 € per ton); dat deze landen en de VS afzien van verdere juridische stappen in WTO-kader; en dat de bananenexporterende landen uit de ACS-groep geholpen zullen worden met het opvangen van de nadelige effecten van het nieuwe handelsregime door middel van zogenaamde “begeleidende maatregelen voor de bananensector”.

Voorliggende mededeling en concept-verordening vormen de uitwerking van de laatste component van het bananenakkoord. Beoogd wordt de verordening inzake het financieringsinstrument voor ontwikkelingssamenwerking (DCI) aan te passen om de begeleidende maatregelen voor de bananensector onder het DCI te kunnen financieren en uitvoeren. De 10 ACS-landen met een substantiële bananenexport naar de EU komen in aanmerking voor ondersteuning ten behoeve van a) het verbeteren van het concurrentievermogen van de bananensector; b) het bevorderen van economische diversificatie van gebieden die afhankelijk zijn van bananenuitvoer; en c) het aanpakken van de bredere gevolgen van de aanpassingsmaatregelen voor werkgelegenheid, onderwijs en gezondheidszorg, landgebruik en milieu. Hierbij zal worden voortgebouwd op eerdere steunprogramma’s aan de bananensector van ACS-landen (1994-2008), met over het algemeen gunstige resultaten.

4. Bevoegdheidsvaststelling en subsidiariteits- en proportionaliteitsoordeel

  1. Bevoegdheid:

Op basis van artikel 4 lid 4 van het Verdrag betreffende de Werking van de Europese Unie heeft de Unie een gedeelde bevoegdheid met de lidstaten op het terrein van ontwikkelingssamenwerking. Het voorstel voor de verordening wordt gedaan op basis van 209, lid 1 VWEU. Nederland acht dit een juiste rechtsgrondslag.

  1. Functionele toets:

  • Subsidiariteit: positief

  • Proportionaliteit: positief

  • Onderbouwing:Het betreft hier het ondervangen van de effecten van een akkoord van de EU op handelsterrein voor een groep ontwikkelingslanden door het inzetten van het OS-instrumentarium van de Unie. De gemeenschappelijke handelspolitiek is een exclusieve bevoegdheid van de EU (artikel 3, lid 1 onder e). Ontwikkelingssamenwerking gekoppeld aan ontwikkelingen binnen de gemeenschappelijke handelspolitiek kan in de ogen van Nederland het beste op het EU-niveau vastgesteld worden. De beoogde inzet van EU OS-middelen is noodzakelijk als onderdeel van de in WTO-kader bereikte deal en adequaat wat betreft de omvang en inhoud. Dit kan niet op andere manieren bereikt worden.

  1. Nederlands oordeel:

Dit voorstel is opportuun. Het bananenakkoord maakt een eind aan het langstlopende defensieve geschil van de EU binnen de WTO. Dit akkoord heeft echter nadelige gevolgen voor een aantal ACS-landen die in belangrijke mate afhankelijk zijn van de uitvoer van bananen naar de EU. Het ondervangen van deze gevolgen is een belangrijk element van het beëindigen van het bananenconflict.

5. Implicaties financieel

  1. Consequenties EG-begroting

Het DCI 2007-2013 zal worden opgehoogd met een bedrag van 190 miljoen Euro. Het voorstel van de Commissie is om dit bedrag te financieren door het gebruik van een deel van de marge van categorie 4 van de EU begroting (75,9 miljoen Euro); door een herschikking binnen categorie 4 van de EU begroting (95,8 miljoen Euro); en door inzet van het flexibiliteitsinstrument (18,3 miljoen Euro).

  1. Financiële consequenties (incl. personele) voor rijksoverheid en/ of decentrale overheden

Geen.

  1. Financiële consequenties (incl. personele) voor bedrijfsleven en burger

Geen.

  1. Administratieve lasten voor rijksoverheid, decentrale overheden

Geen.

  1. Administratieve lasten voor bedrijfsleven en burger

Geen.

6. Implicaties juridisch

  1. Consequenties voor nationale en decentrale regelgeving en/of sanctionering beleid

Niet van toepassing.

  1. Voorgestelde implementatietermijn (bij richtlijnen en kaderbesluiten), dan wel voorgestelde datum inwerkingtreding (bij verordeningen en beschikkingen) met commentaar t.a.v.

Haalbaarheid

De maatregelen zullen van toepassing zijn in de periode 2010-2013. De verordening treedt in werking op de dag volgende op de bekendmaking in het Publicatieblad van de EU.

  1. Wenselijkheid evaluatie-/horizonbepaling

De steunregeling zal doorlopend worden gecontroleerd en in 2012 geëvalueerd. In 2015-2016 zal een effectbeoordeling plaatsvinden.

7. Implicaties voor uitvoering en handhaving

Geen implicaties voor Nederlandse uitvoeringsinstanties of inspectiediensten.

8. Implicaties voor ontwikkelingslanden

Deze maatregelen beogen bij te dragen aan de ondersteuning van duurzame ontwikkeling, armoedebestrijding en de geleidelijke integratie van de bananenuitvoerende ACS-landen in de wereldeconomie. Nederland zal aandacht vragen voor het monitoren van deze beoogde resultaten.

9. Nederlandse positie

Er spelen geen specifieke Nederlandse belangen. Nederland is voorstander van deze maatregelen, die enerzijds een bananenakkoord in WTO-kader mogelijk maken en anderzijds bijdragen aan duurzame ontwikkeling in een aantal ACS-landen. Eerdere steunmaatregelen voor de bananensector van een aantal ACS-landen hadden positieve effecten. Zo steeg de weggevallen bananenexport van Suriname in de periode 2003-2008 van 0 naar 70.000 ton.

Wat betreft de financiering is Nederland niet geheel akkoord. Nederland zou er, naast de voorgestelde herschikking binnen extern beleid, de voorkeur aan geven om het resterende bedrag (€ 18,3 miljoen) te financieren via verdergaande herschikking, via de marge in een later jaar of eventueel het gebruiken van de noodhulpreserve(in 2010).

4