Nieuwe wetgeving voor afval

Op voorstel van Minister Huizinga van VROM heeft de ministerraad ingestemd met de wijziging van Wet milieubeheer. Aanpassing van de wet is nodig in verband met de Europese Kaderrichtlijn afvalstoffen die eind 2011 ingevoerd moet zijn. De nieuwe wetgeving zal moeten leiden tot een betere afvalpreventie, het efficiënter omgaan met schaarse grondstoffen en een zo hoog mogelijk hergebruik van materialen.

Nieuwe accenten in het nationale beleid

Het voorkomen van afval heeft in de nieuwe wetgeving een hoge prioriteit. Hoe lidstaten dit gaan realiseren moet worden vast gelegd in nationale afvalpreventieplannen. Uitgangspunt is dat afval zo goed mogelijk moet worden hergebruikt als secundaire grondstof of voor andere nuttige toepassingen zoals energie opwekking. Meer afvalpreventie en -recycling biedt kansen voor de ontwikkeling van schonere technologieën en producten. Daarnaast zorgt het ook voor een efficiënt gebruik van grondstoffen.

Scheiden van afval

Om meer recycling te realiseren worden doelen gesteld aan het gescheiden inzamelen van huishoudelijk afval en bouw- en sloopafval. De Europese regels leggen de nadruk op scheiding aan de bron voor zover dat vanuit technisch, milieu- en economisch oogpunt mogelijk is. De rol van nascheiding wordt momenteel met de Europese Commissie besproken. Tenslotte biedt de nieuwe regelgeving ruimte om bepaalde afvalstromen niet meer als afval te kwalificeren. Dit kan als voldaan wordt aan specifieke criteria die de Europese Commissie nog bekend zal maken. Afvalstromen die aan de criteria voldoen zijn dan niet meer gebonden aan specifieke afvalregels.

Europese Kaderrichtlijn afvalstoffen

De Europese Kaderrichtlijn afvalstoffen moet de productie en de schadelijkheid van afvalstoffen minimaliseren, door de ontwikkeling van schone technologieën en het op de markt brengen van producten die een minimale milieubelasting hebben. Ook bevat het algemene verplichtingen voor het inzamelen en verwerken van afval, het opstellen van afvalbeheerplannen, het verwerken van afval zonder de gezondheid van de mens in gevaar te brengen of het milieu te schaden.