Kamerbrief inzake beantwoording vragen van de leden Voordewind, Pechtold, Nicolaï, Van der Staaij en De Roon aan de minister van Buitenlandse Zaken over Iraanse toetreding tot de Mensenrechtenraad van de VN

Graag bieden wij u hierbij de antwoorden aan op de schriftelijke vragen gesteld door de leden Voordewind (ChristenUnie), Pechtold (D66), Nicolaï (VVD), Van der Staaij (SGP) en De Roon (PVV) aan de minister van Buitenlandse Zaken over de Iraanse toetreding tot de Mensenrechtenraad van de VN. Deze vragen werden ingezonden op 18 april 2010 met kenmerk 2010Z06954.

De Minister van Buitenlandse Zaken,

Drs. M.J.M. Verhagen

Antwoorden van de heer Verhagen, Minister van Buitenlandse Zaken, op vragen van de leden Voordewind (ChristenUnie), Pechtold (D66), Nicolaï (VVD), Van der Staaij (SGP) en De Roon (PVV) over Iraanse toetreding tot de Mensenrechtenraad van de VN.

Vraag 1

Bent u op de hoogte van de kandidatuur van Iran voor een zetel in de Mensenrechtenraad van de Verenigde Naties?

Vraag 2

Hoe verhoudt eventuele toetreding van Iran tot de Mensenrechtenraad zich tot de gestelde criteria als opgesteld in artikel 8 van resolutie 60/251 van de Algemene Vergadering, waar wordt gesteld dat bij de toewijzing van zetels “states shall take into account the contribution of candidates to the promotion and protection of human rights”? 1)

Vraag 3

Gaat Nederland zich in het licht van de herhaalde schendingen van mensenrechten door Iran verzetten tegen de toetreding van Iran tot de Mensenrechtenraad?

Vraag 4

Indien dit het geval is, zal Nederland ook andere landen ertoe bewegen de toetreding van Iran tot de Raad te belemmeren, zoals de Duitse minister van Buitenlandse Zaken, Guido Westerwelle, heeft gedaan tijdens zijn speech voor de Mensenrechtenraad op 3 maart jl., waarin hij Iraanse toetreding typeerde als “an affront to all the values on which the Council is based”? 2)

Antwoord vragen 1, 3 en 4

Iran heeft zich 23 april jl. teruggetrokken als kandidaat-lid van de Mensenrechtenraad. Nederland heeft zich in voorafgaande weken wereldwijd ingezet om de verkiezing van Iran te voorkomen. N et als mijn Duitse ambtgenoot noemde ik ondermeer tijdens een toespraak voor de Mensenrechtenraad op 3 maart jl. de zeer zorgwekkende mensenrechtensituatie in Iran en gaf aan dat landen die de mensenrechten op grote schaal schenden geen plaats in de Raad verdienen. Mede dankzij Nederland riep de EU de lidstaten van de VN schriftelijk op tijdens lidmaatschapsverkiezingen voor de Raad niet te stemmen op landen die bekend staan als notoire mensenrechtenschenders. Ook bilateraal, veelal in nauwe afstemming met gelijkgezinde landen, heeft Nederland deze boodschap uitgedragen.

Vraag 5

Welke conclusie trekt u over de geloofwaardigheid van de Mensenrechtenraad, mocht Iran tot de Raad toetreden?

Vraag 6

Verbindt de Nederlandse regering daar ook gevolgen aan?

Antwoord vragen 2, 5 en 6

Het is voor de geloofwaardigheid van de Mensenrechtenraad bemoedigend dat een land dat op grote schaal mensenrechten schendt zich heeft teruggetrokken als kandidaat-lid. Ook in de toekomst zal Nederland zich onverminderd blijven inzetten om notoire mensenrechtenschenders buiten de Raad te houden.

1) Resolutie 60/251

http://www2.ohchr.org/english/bodies/hrcouncil/docs/A.RES.60.251_En.pdf

2) Auswärtiges Amt, 3 maart 2010: “ Speech by Guido Westerwelle, Federal Minister for Foreign Affairs, to the United Nations Human Rights Council in Geneva”

http://www.auswaertiges-amt.de/diplo/en/Infoservice/Presse/Reden/2010/100303-BM-MRR.html