Beantwoording van het lid Koser Kaya over de rol van de Nederlandse bewindvoerder bij de Wereldbank

Graag bieden wij u hierbij de antwoorden aan op de schriftelijke vragen gesteld door het lid Koser Kaya over de rol van de Nederlandse bewindvoerder bij de Wereldbank bij de gang van zaken rondom de promotie van de vriendin van de president van de Wereldbank. Deze vragen werden ingezonden op 18 april 2007 met kenmerk 2060712770.

De minister van Financiën,

Drs. W.J. Bos

De minister voor Ontwikkelingssamenwerking,

Drs. A.G. Koenders

Antwoorden van de heer Bos, minister van Financiën, en de heer Koenders, minister voor Ontwikkelingssamenwerking op vragen van het lid Koser Kaya (D66) over de rol van de Nederlandse bewindvoerder bij de Wereldbank bij de gang van zaken rondom de promotie van de vriendin van de president van de Wereldbank.

Vraag 1

Hoe luiden de verantwoordelijkheden van de Nederlandse bewindsvoerder in de ethische commissie van de Wereldbank en op welke wijze is er door deze commissie en de Nederlandse bewindvoerder gehandeld in de zaak van de promotie van mevrouw Riza?

Antwoord

De Nederlandse bewindvoerder was voorzitter van de Ethische Commissie, die uit drie bewindvoerders bestaat. De Ethische Commissie heeft de bevoegdheid verzoeken te behandelen van raadsofficials (leden en plv leden van de Raad van Bewindvoerders en hun adviseurs) of van de president om advies te geven over belangenconflicten, jaarlijkse rapportages of andere ethische gedragsaspecten met betrekking tot raadsofficials of de president. De Ethische Commissie heeft daarnaast de bevoegdheid de bewindvoerders aanbevelingen te doen over beschuldigingen van wangedrag tegen raadsofficials of de president met betrekking tot de uitoefening van hun taken.

De Ethische Commissie heeft op verzoek van de president advies gegeven over hoe (de schijn van ) een belangenconflict kon worden voorkomen, gezien de ve rhouding tussen president Wolfowitz en mw. Riza. Dat advies van eind juli 2005 luidde dat mw. Riza zou moeten worden overgeplaatst naar een functie waar geen professioneel contact zou zijn. De Ethische Commissie achtte het niet voldoende dat Wolfowitz zich zou onthouden van personeelszaken en personeelsbesluiten in relatie tot zijn vriendin, zoals Wolfowitz zelf had voorgesteld. De Ethische Commissie onderstreepte daarbij dat de kwalificaties en carriereperspectieven van Mw. Riza volledig zouden moeten worden meegewogen in een oplossing, en adviseerde dat mw. Riza een bevordering zou krijgen in lijn met haar kwalificaties en in lijn met de praktijk bij de Wereldbank. De Ethische Comissie adviseerde Wolfowitz deze adviezen mee te delen aan de Vice President waaronder mw. Riza viel en aan de Vice President Human Resources, om ze met onmiddellijke ingang uit te voeren. De Commissie kon zich zelf niet in de omstandigheden van individuele stafleden mengen. De Commissie heeft de president niet de opdracht of het advies gegeven daarbij de gewenste arbeidsvoorwaarden te dicteren en daarin is de Commissie ook niet gekend. Als voorzitter van de Ethische Commissie heeft dhr. Melkert in oktober 2005 in een brief aan dhr. Wolfowitz vastgesteld dat de uitkomst van overplaatsing gerealiseerd was, hetgeen consistent was met het advies van de Commissie, en de President bedankt voor de open en constructieve geest van de discussies over deze buitengewoon ingewikkelde zaak. Naar aanleiding van anonieme beweringen in een email over deze kwestie kwam de Ethische Commissie onder leiding van dhr. Melkert in februari 2006 na bestudering van materiaal tot de conclusie dat de beweringen in een anonieme email hierover geen ethische kwesties bevatten die zich leenden voor verdere behandeling door de Ethische Commissie.

Vraag 2
Wat waren de instructies van de Nederlandse regering ten aanzien van deze zaak aan de Nederlandse bewindvoerder? Op welk moment is hier overleg over geweest? Wat is de beoordeling van de regering over de rol van de Nederlandse bewindvoerder in deze gang van zaken?

Antwoord

De toenmalige Nederlandse bewindvoerder, dhr. Melkert, opereerde als voorzitter van de Ethics Committee. De beraadslagingen van deze Commissie zijn vertrouwelijk en de bewindvoerders in de Commissie handelen niet op instructie. De Commissie onder leiding van dhr. Melkert heeft gehandeld conform haar bevoegdheden betreffende het geven van advies in ethische kwesties op verzoek van raadsofficials of de president, en het onderzoeken van beschuldigingen van wangedrag van raadsofficials of de president resulterend in een advies aan de Raad van Bewindvoerders.

Vraag 3

Wat is de positie van de Nederlandse regering inzake de positie van de president van de wereldbank? Wat is de huidige stand van zaken?

Antwoord

Nederland is van mening dat met de discussie over de rol van Bankpresident Wolfowitz bij de detachering, salarisverhoging en promotie van zijn vriendin, Mw. Shaha Riza, de geloofwaardigheid van de Wereldbank in het geding is. Voor Nederland staat het belang van de Wereldbank als effectief multilateraal kanaal voor armoedebestrijding en economische ontwikkeling voorop. Daarom is Nederland met enkele andere Europese landen, initiator geweest voor opname van een passage over deze zaak in het communiqué van het Development Committee, dat op 15 april j.l. in Washington bijeenkwam als onderdeel van de voorjaarsvergadering van de Wereldbank en het IMF. De passage luidt als volgt :“We moeten ons ervan verzekeren dat de Bank zijn mandaat effectief kan uitvoeren en zijn geloofwaardigheid en reputatie kan behouden, evenals de motivatie van zijn staf. De huidige situatie vervult ons allen met grote bezorgdheid. We bevestigen de acties van de Raad van Bewindvoerders met betrekking tot deze zaak en we hebben de Raad verzocht zijn werk te voltooien. We verwachten dat de Bank getrouw zal blijven aan een hoge standaard van intern bestuur.”

De Raad van Bewindvoerders beraadt zich nu over de wijze van uitvoering van deze DC instructie. Nederland houdt hierover nauw contact met Bewindvoerder Herman Wijffels. De heer Wijffels is bewindvoerder namens een gemengde kiesgroep, waarin naast Nederland een twaalftal landen zitting heeft.

Vraag 4

Deelt u de mening van The Economist dat de ethische commissie erg in gebreken is gebleven? Wat is uw visie op dit punt?

Antwoord

Nee. De ethische commissie, waarin bewindvoerders zitting hebben, heeft zoals weergegeven in het antwoord op vraag 1 voorgesteld dat mevrouw Riza uit de hië rarchische lijn geplaatst moest worden en gedurende de termijn van Wolfowitz geen professionele banden met hem mocht onderhouden. De ethische commissie achtte het tevens juist dat zij gecompenseerd zou worden voor carrièreschade en dat deze compensatie verleend kon worden in de vorm van een promotie, in lijn met de praktijken van de Bank. Dat betekende dat verwacht mocht worden dat haar gedurende Wolfowitz’ termijn één reguliere promotie toegekend zou kunnen worden en dat zij deze promotie bij vertrek toegekend zou kunnen krijgen.

Over de precieze inhoud van de uiteindelijke salaris- en promotieregeling mocht de ethische commissie zich niet buigen. Bewindvoerders mogen zich niet mengen in individuele personele aangelegenheden zoals arbeidsvoorwaarden en salariseisen.