Beantwoording vragen De Roon over betaling door de Europese Unie voor vrijlating van Bulgaarse verpleegsters door Libië

Graag bied ik u hierbij mede, namens de minister van Buitenlandse Zaken de antwoorden aan op de schriftelijke vragen gesteld door het lid De Roon over betaling door de Europese Unie voor vrijlating van Bulgaarse verpleegsters door Libië, ingezonden 25 juli 2007 met kenmerk 2060721910.

De staatssecretaris voor Europese Zaken,
Frans Timmermans

Antwoorden van de heer Timmermans, staatssecretaris voor Europese Zaken, mede namens de heer Verhagen, minister van Buitenlandse Zaken, op vragen van het lid De Roon (PVV) over betaling door de Europese Unie voor vrijlating van Bulgaarse verpleegsters door Libië.

Vraag 1
Hebt u kennis genomen van de berichten over de vrijlating door Libië van de Bulgaarse verpleegsters en de Palestijns-Bulgaarse arts die daar waren veroordeeld wegens het besmetten van kinderen met HIV en over het feit dat Libië heeft laten weten dat aan zijn voorwaarden voor de vrijlating is voldaan? 1

Antwoord 1
Ja

Vraag 2
Klopt het dat Libië voor deze vrijlating geld wilde ontvangen van de Europese Unie?2

Vraag 3
Is er voor de vrijlating geld betaald of toegezegd door de Europese Unie of zijn daarvoor andere prestaties verricht of toegezegd? Zo ja, op welke rechtsgrond is dat gedaan?

Vraag 4
Zo ja, vindt u het juist dat de Europese Unie is gezwicht voor de Libische chantage en losgeld heeft betaald? Hebben de Franse of Bulgaarse autoriteiten in ruil voor de vrijlating aan Libië toezeggingen gedaan die (direct of indirect) kunnen leiden of hebben geleid tot wijziging in de opstelling van de EU tegenover Libië?

Antwoord
De onderhandelingen over de vrijlating zijn hoofdzakelijk gevoerd tussen Libië en de Europese Commissie. Details van deze onderhandelingen zijn niet bekend, maar zeker is dat de Europese Unie niet heeft betaald voor de vrijlating van de zes en evenmin bijzondere prestaties heeft verricht of toegezegd.

In de besprekingen met Libië stond de medische verzorging van de kinderen die het AIDS-virus dragen centraal. Libië en de Europese Commissie zijn overeen gekomen dat er een nieuw kader voor de zorg voor de getroffen kinderen komt. Deze humanitaire inzet van de EU, die in lijn is met het EU HIV-actieplan, werd ook genoemd in de Raadsconclusies van 12 januari 2007.

In de Raadsconclusies van 11 oktober 2004, tijdens het Nederlandse EU-voorzitterschap, is de basis gelegd voor het EU HIV-actieplan. De Commissie heeft dit plan, dat voorzag in verbeterde medische voorzieningen o.a. voor de getroffen kinderen, verder uitgewerkt. Het HIV-actieplan had een looptijd van november 2004 tot en met april 2007. Naast de Commissie hebben verschillende EU-lidstaten aan dit actieplan bijgedragen. De Nederlandse bijdrage van 31.286 € is ingezet voor verbeterde medicijnverzorging voor de getroffenen. Voor de voortzetting van het actieplan heeft Nederland 30.000 € toegezegd.

Van Franse of Bulgaarse toezeggingen die zouden kunnen leiden tot een gewijzigde opstelling van de EU tot Libië is mij niets bekend. Na de oplossing van verschillende problemen, waaronder de Lockerbie-zaak, vormde de kwestie van de vijf Bulgaarse verpleegkundigen en de Palestijns-Bulgaarse arts nog een belemmering in de betrekkingen tussen Libië en de EU. Deze belemmering is nu weggenomen.

1: http://www.lefigaro.fr/international/20070724.WWW000000183_les_infirmieres_en_route_vers_la_bulgarie.html
2: De Telegraaf, 24 juli 2007.