Beantwoording vragen leden Ferrier en Kortenhorst over het Financiële Sector Platform

Graag bied ik u hierbij de antwoorden aan op de schriftelijke vragen gesteld door de leden Ferrier en Kortenhorst over het Financiële Sector Platform. Deze vragen werden ingezonden op 6 maart 2007 met kenmerk 2060708830.

De minister voor Ontwikkelingssamenwerking,

Bert Koenders

Antwoorden van de heer Koenders, minister voor Ontwikkelingssamenwerking, op vragen van de leden Ferrier en Kortenhorst (CDA) over het Financiële Sector Platform.

Vraag 1

Is het u bekend dat het Financiële Sector Platform, opgericht door het ministerie van Buitenlandse Zaken in samenwerking met de Nederlandse financiële sector, dat ten doel had technische assistentie te verlenen aan financiële sectoren in ontwikkelingslanden, onlangs is opgeheven?

Antwoord

Ja, mijn voorganger heeft daartoe besloten in overeenstemming met de minister van Financiën en de staatssecretaris van Economische Zaken.

Vraag 2
Wat is de reden dat het platform is opgeheven?

Antwoord

NFX, het Nederlands Samenwerkingsverband voor Financiële Sector Ontwikkeling, werd in juni 2004 opgericht en had als doelstellingen:

  1. bevorderen van de ontwikkeling van de financiële sector in doellanden (ontwikkelingslanden, opkomende markten, transitielanden en landen in wederopbouw);
  2. ondersteuning van het Nederlandse overheidsbeleid ten aanzien van multilaterale financiële instellingen;
  3. profilering van Nederland als partner bij de ontwikkeling van de financiële sector van de doellanden;
  4. richting geven aan onderzoek naar ontwikkelingen van de financiële sector in de doellanden en zo bijdragen aan innovatie op dit gebied;
  5. bevordering van de beleidsdialoog tussen de partijen over economische en ontwikkelingsaspecten verband houdende met de samenwerking.

Met het oprichten van NFX werd het belang van de ontwikkeling van de financiële sector voor economische groei en armoedevermindering onderschreven, alsmede de behoefte om hierbij tot een betere samenwerking tussen de overheid en de private sector te komen.

De deelnemende partijen – bij oprichting de minister voor Ontwikkelingssamenwerking, de minister van Financiën, de staatssecretaris van Economische Zaken, ABN AMRO, ING, Fortis, Rabobank en FMO (Triodos trad later toe)- hadden afgesproken om na uiterlijk twee jaar het samenwerkingsverband te evalueren, op basis waarvan partijen zouden besluiten of en in welke vorm de samenwerking zou worden voortgezet. Uit de onlangs gereed gekomen externe evaluatie is gebleken dat het merendeel van de deelnemende partijen matig tevreden was over de voortgang van het samenwerkingsverband. In de voor de commerciële banken – zeker op de wat langere termijn – interessante NFX-landen geven de banken er de voorkeur aan zich individueel te presenteren in plaats van onder NFX-vlag. De interesse om in armere ontwikkelingslanden te opereren was te gering. Mede daardoor bleek dat bij het merendeel van de partijen het draagvlak ontbrak om NFX in de huidige vorm voort te zetten. In het licht van de uitkomsten van de evaluatie is door de deelnemende partijen besloten om NFX per 1 maart 2007 op te heffen.

Een belangrijk knelpunt bij het functioneren van NFX betrof de divergerende individuele doelstellingen van de partners, met name tussen de overheid en de banken. In de praktijk bleek de door de overheidspartijen veronderstelde basis voor dit publiek-private partnerschap, namelijk het commercieel belang van banken bij deelname aan NFX, te ontbreken. De overheidspartijen zagen een actieve deelname van de banken aan (projecten van) NFX als een belangrijke randvoorwaarde voor een succesvol partnerschap. De banken vonden deelname aan projecten van NFX niet altijd opportuun, mede vanwege een gebrekkige aansl uiting bij hun eigen commerciële kernactiviteiten. Op (opkomende) markten waar financiële instellingen wel mogelijkheden voor commerciële activiteiten zien, ontbrak veelal de wil tot samenwerking, ook in de pre-concurrentiële fase. Dit vertaalde zich in een moeizame ontwikkeling van projecten en activiteiten van NFX, met name wat betreft de mobilisatie van financiële middelen en personele capaciteit door de verschillende partijen. Dit proces werd ook nog eens bemoeilijkt door het streven om deze projecten gezamenlijk te ontwikkelen.

Het bovenstaande neemt niet weg dat bij de verdere beleidsontwikkeling op het gebied van ontwikkeling van de financiële sector, een prioriteit binnen het Nederlandse beleid om de private sector in ontwikkelingslanden te bevorderen, de betrokkenheid van de Nederlandse financiële sector gewenst is. De Nederlandse financiële sector kenmerkt zich door een uitgebreide internationale expertise. In overleg met de ministeries van Economische Zaken en Financiën en geïnteresseerde financiële instellingen zal bekeken worden hoe dit kan worden ingevuld. Hierbij wordt gedacht aan het bijeenroepen van geïnteresseerde partijen rond specifieke thema’s. Over de vorm waarin deze dialoog zal plaatsvinden zal nog nader overleg worden gevoerd met de betrokkenen. Voorwaarde daarbij is een praktische, vraaggerelateerde benadering en de prioriteiten van dit kabinet (bijvoorbeeld op het terrein van het MKB).

Vraag 3
Kunt u de Kamer inzicht geven in de ontwikkeling en het functioneren van het platform en de resultaten die door het platform geboekt zijn?

Antwoord

Bij het oprichten van NFX is door de deelnemende partijen de noodzaak onderschreven om NFX snel een duidelijk en onderscheidend profiel te geven. Zoals hierboven aangegeven richtte NFX zich met name op het ontwikkelen van gezamenlijke (dat wil zeggen publiek-private) projecten in ontwikkelingslanden en opkomende markten en het bevorderen van (onderlinge) kennisuitwisseling over financiële sector ontwikkeling.

In de afgelopen twee jaar is een zestal projecten tot stand gebracht. Deze projecten behelsden het verlenen van technische assistentie aan centrale banken en lokale private banken in Uganda, Tanzania, Vietnam, Armenië, Macedonië en Moldavië. Zoals gesteld was de uitwerking soms moeizaam, ook omdat NFX, als relatief nieuw initiatief, zich moest onderscheiden van bestaande programma’s op het gebied van financiële sector ontwikkeling. De ontvangers van de technische assistentie via NFX zijn over het algemeen positief over de ontvangen ondersteuning. De ondersteuning was doorgaans van een hoog niveau, en heeft geleid tot verbeteringen in de betreffende organisaties (centrale banken en lokale private banken).

De kennisuitwisseling richtte zich enerzijds op de onderlinge uitwisseling van informatie over lopende en actuele zaken. Dit heeft doorgaans niet tot een bredere dialoog tussen banken en overheid geleid. Anderzijds had de kennisuitwisseling een breder publiek tot doel. In dit verband was met name de grootschalige NFX-conferentie, ‘Mind the gap: bankable approaches to increase access to finance’, op 2 november 2006, van belang. Bij deze conferentie, bezocht door internationale specialisten op het gebied van financiële sector ontwikkeling, werden onder andere in opdracht van NFX uitgevoerde rapporten gepresenteerd over de bijdrage van de financiële sector aan het behalen van de Millennium Ontwikkelingsdoelen en over geldovermakingen tussen Nederland en Marokko.