Beantwoording vragen leden Voordewind, Van Gennip, Van Baalen en Van der Staaij over berichten dat christenen in Irak het risico lopen om te worden gekruisigd

Graag bied ik u hierbij de antwoorden aan op de schriftelijke vragen gesteld door de leden Voordewind, Van Gennip, Van Baalen en Van der Staaij over berichten dat christenen in Irak het risico lopen te worden gekruisigd. Deze vragen werden ingezonden op 19 juli 2007 met kenmerk 2060721430.

De minister van Buitenlandse Zaken,
Drs. M.J.M. Verhagen

Antwoorden van de heer Verhagen, minister van Buitenlandse Zaken, op vragen van de leden Voordewind (CU), Van Gennip (CDA), Van Baalen (VVD) en Vander Staaij (SGP) over berichten dat christenen in Irak het risico lopen te worden gekruisigd.

Vraag 1
Is het bericht waar, dat christenen in Irak in toenemende mate het slachtoffer worden van geweld en bedreiging, als gevolg waarvan het merendeel van hen inmiddels het land is ontvlucht? Is het u bekend of christenen juist vanwege hun geloof een groter risico lopen het slachtoffer te worden van geweld en bedreiging?

Antwoord
In mijn antwoord van 25 juni jl. op vragen van het lid Wilders (Kamerstuk 2006-2007, nr. 1972) en in antwoord op vragen van de leden Van Gennip, Omtzig en Voordewind (Kamerstuk 2006-2007, nr. 1976), ben ik ingegaan op de achtergronden van de vlucht van Irakezen en van Iraakse christenen in het bijzonder.

Zoals wordt aangegeven in het algemeen ambtsbericht over Irak van 10 juni jl. hebben ondanks verbetering op het gebied van wetgeving de afgelopen jaren ook christenen te lijden onder de slechte veiligheidssituatie en straffeloosheid in Irak.

Er is sprake van gerichte intimidatie van en aanvallen op christenen. De afgelopen maanden hebben verschillende incidenten plaatsgevonden zoals moorden, ontvoeringen en bomaanslagen gericht tegen christenen en kerkleiders. De VN geeft aan dat aanslagen jegens christenen sinds september 2006 zijn geïntensiveerd. Hoewel in geheel Centraal-Irak intimidatie en aanslagen voor komen, zouden aanslagen jegens christenen met name in en om Basra, Bagdad en Mosul plaatsvinden. De verantwoordelijkheid voor dergelijke aanslagen wordt wel toegeschreven aan extremistische islamitische milities en organisaties. Ook zouden ‘buitenstaanders’, die verdeeldheid tussen religieuze groeperingen willen zaaien, achter deze aanslagen schuilen.

Christenen worden door opstandelingen, terroristen en extremisten geïdentificeerd met de ‘Multinational Force for Iraq’ (MNF-I), hetgeen hen een doelwit maakt. De (veronderstelde) betere sociaal-economische positie van christenen heeft er tevens toe geleid dat christenen in Irak het slachtoffer worden van geweld en ontvoering met geldelijk gewin als doel. Religieuze motieven lijken hierbij geen rol te spelen.

De Iraakse autoriteiten zijn onvoldoende in staat tegen het willekeurige dan wel gerichte geweld bescherming te bieden.

Vraag 2
Kunt u de berichten bevestigen dat christenen in Irak het risico lopen te worden gekruisigd en dat er gevallen bekend zijn, waarbij deze martelmethode daadwerkelijk is toegepast? 1)

Antwoord
De UNHCR te Damascus en de afdeling mensenrechten van het UNAMI kantoor (United Nations Assistance Mission in Iraq) in Bagdad hebben deze berichten niet kunnen bevestigen.

Vraag 3
Bent u bereid uw afschuw hierover aan de Iraakse autoriteiten kenbaar te maken en u er zowel in bilateraal als multilateraal verband voor in te spannen de Iraakse autoriteiten ertoe te bewegen alles in het werk te stellen om dit geweld tegen christenen tegen te gaan?

Antwoord
Nederland en de EU hebben in het verleden bij de Iraakse autoriteiten herhaaldelijk aandacht gevraagd voor het geweld en de ernstige mensenrechtenschendingen gericht tegen diverse bevolkingsgroepen, waaronder soennieten, sjiieten en christenen.

De Nederlandse ambassadeur in Irak bracht bij een bezoek aan de Iraakse president Talabani op 25 juli jl. de ernstige zorg over van de Nederlandse regering voor de positie van christenen en andere minderheden in Irak.

De regering zal het ernstige geweld en de schendingen van mensenrechten in Irak, waaronder de positie van de christenen, ook in de toekomst in bilateraal en multilateraal verband aan de orde blijven stellen.

1) Informatie verkregen via een VN-contact in Syrië tijdens de reis van de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken aan het Midden-Oosten van 8-15 juli 2007