Beantwoording vragen lid Van Bommel over lot vakbondsleden in Iran

Graag bied ik u hierbij de antwoorden aan op de schriftelijke vragen gesteld door het lid Van Bommel over lot vakbondsleden in Iran. Deze vragen werden ingezonden op 16 augustus 2007 met kenmerk 2060723230.

De minister van Buitenlandse Zaken,
Drs. M.J.M. Verhagen

Antwoorden van de heer Verhagen, minister van Buitenlandse Zaken op vragen van het lid Van Bommel (SP) over lot vakbondsleden in Iran.

Vraag 1
Hebt u kennisgenomen van het bericht dat bestuursleden van de vakbond voor buschauffeurs in Iran zijn gearresteerd, nadat eerder de voorzitter van deze vakbond, Ossalou, tot vijf jaar gevangenisstraf was veroordeeld? Hebt u tevens kennisgenomen van de arrestatie van Mahmoud Salehi van de vakbond voor bakkerijpersoneel in de Koerdische provincie van Iran? 1)

Antwoord
Ja.

Vraag 2
Kunt u nagaan hoe het is gesteld met de veiligheid en de gezondheid van Ossalou en de overige vakbondsmensen in de gevangenis? Kunt u er wellicht op doen toezien dat de arrestanten goed behandeld worden?

Vraag 3
Deelt u de mening dat deze arrestaties in strijd zijn met het recht op vrijheid van vakbonden? Bent u bereid er bij de Iraanse autoriteiten op aan te dringen alle vakbondsleden vrij te laten? Bent u tevens bereid er bij de Iraanse autoriteiten op aan te dringen om de vakbondsvrijheid te erkennen en te respecteren?

Antwoord
De Nederlandse regering deelt uw zorgen over het lot van arbeidsactivisten en vakbondsleden in Iran. Met instemming van de Nederlandse regering heeft de EU bij Iran consequent en meermalen aangedrongen de rechten van arbeidsactivisten en vakbondsleden te respecteren, onder verwijzing naar bepalingen uit het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten en het Internationaal Verdrag inzake economische, sociale en culturele rechten.

Het EU-voorzitterschap heeft bij de Iraanse autoriteiten eveneens specifieke zorgen geuit over de diverse arrestaties, veroordelingen, detentie en behandeling van de heren Ossalou en Salehi, ook zeer recentelijk. In het geval van de heer Ossalou zijn deze zorgen ook publiekelijk kenbaar gemaakt middels een EU-voorzitterschapsverklaring van 13 december 2006 en Raadsconclusies van 17 juli 2006. Van de Iraanse autoriteiten is vooralsnog geen bevredigende toelichting verkregen.

De regering blijft deze zaken en de algemene mensenrechtensituatie in Iran nauwlettend volgen en zal Iran zonodig in VN-kader, EU-verband en bilateraal blijven wijzen op zijn verantwoordelijkheden met betrekking tot het handhaven van mensenrechten, waaronder het recht op een eerlijk proces en het recht op vrijheid van meningsuiting en vereniging, met inbegrip van het recht om vakverenigingen op te richten en zich daarbij aan te sluiten.

1) Zie “Mansour Osanloo kidnapped from Tehran bus” d.d. 10 juli 2007 en Webeditie van The Peninsula Qatar “Iran arrests five trade unionists”,13 augustus 2007 . Zie ook