Beantwoording vragen lid Van der Ham over afgewezen subsidieaanvragen Hubert Bals Fonds en Jan Vrijman Fonds

Graag bied ik u hierbij, mede namens de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, de antwoorden aan op de schriftelijke vragen gesteld door het lid Van der Ham over de afgewezen subsidieaanvragen van het Hubert Bals Fonds en het Jan Vrijman Fonds voor financiering uit het Medefinancieringsstelsel. Deze vragen werden ingezonden op respectievelijk 30 januari en 26 februari 2007 met de kenmerken 2060706590 en 2060708280.

De minister voor Ontwikkelingssamenwerking,

Bert Koenders

Antwoorden van de heer Koenders, minister voor Ontwikkelingssamenwerking, op vragen van het lid Van der Ham (D66) over de afgewezen subsidieaanvragen van het Hubert Bals Fonds voor financiering uit het Medefinancieringsstelsel.

Vraag 1

Wat is de stand van zaken inzake de afgewezen aanvraag van het Hubert Bals fonds voor subsidie uit het Medefinancieringsstelsel? (Kamerstuk 27 433, nrs. 57-62)

Antwoord

De bezwaarprocedure tegen de afgewezen aanvraag van het Hubert Bals Fonds is ongegrond verklaard.

Vraag 2
Deelt u de mening dat het Hubert Bals Fonds een belangrijke pijler van het Internationaal Film Festival Rotterdam is? Zo neen, waarom niet? Zo ja, op welke manier wilt u er toe bijdragen dat de toekomst van (de werkzaamheden van) het Hubert Bals fonds niet in gevaar komt door een tekort aan middelen?

Vraag 3
Bent u bereid om in samenwerking met het Hubert Bals Fonds en het Internationaal Film Festival Rotterdam een oplossing te zoeken voor de ontstane onzekerheid? Zo neen, waarom niet? Zo ja, hoe?

Antwoord

Het Hubert Bals Fonds (HBF) acht ik een belangrijke pijler van het Internationaal Film Festival Rotterdam (IFFR) omdat het de bezoekers in staat stelt kennis te nemen van hoogwaardige films uit ontwikkelingslanden, terwijl de makers van die films een belangwekkend podium aangeboden krijgen dat hun wereldwijde bekendheid kan verschaffen.

Onder het door mijn voorganger ontworpen Medefinancieringsstelsel, dat met instemming van de Tweede Kamer is ingevoerd, is de subsidieaanvraag van het fonds afgewezen. Datzelfde geldt voor andere culturele organisaties die armoedebestrijding niet als kerntaak hebben, maar wel een aantal ontwikkelingsrelevante activiteiten uitvoeren. Over de mogelijkheid om activiteiten van het Hubert Bals Fonds vanuit het budget van Ontwikkelingssamenwerking financieel te ondersteunen heb ik een analyse van de ontstane situatie laten maken. In deze analyse werd meegewogen dat de bijdrage die cultuur kan leveren aan armoedebestrijding vaak niet direct is en dus moeilijk te meten. Ook werd rekening gehouden met het feit dat het hier niet gaat om OS-organisaties, maar om cultuurorganisaties die een andere kerntaak hebben dan armoedebestrijding maar waarvan sommige activiteiten ontwikkelingsrelevantie bezitten, namelijk ze ondersteunen kunstenaars zowel inhoudelijk als financieel, waarbij deze organisaties tevens in staat zijn zuidelijke kunstenaars een internationaal platform te bieden. Daarom heb ik besloten een aantal Nederlandse cultuurorganisaties waaronder IFFR/HBF en IDFA/JVF te vragen hun werkzaamheden via een concrete opdracht voort te zetten.

Antwoorden van de heer Koenders, minister voor Ontwikkelingssamenwerking, op de aanvullende vragen van het lid Van der Ham (D66) over de afgewezen subsidieaanvragen van het Jan Vrijman Fonds voor financiering uit het Medefinancieringsstelsel.

Vraag 1

Klopt het dat het Jan Vrijman Fonds ter stimulering van het maken van documentaires in ontwikkelingslanden geen subsidie heeft gekregen van het ministerie van Buitenlandse Zaken en dat de bezwaarprocedure tegen deze beslissing ongegrond is verklaard?

Antwoord

Ja.

Vraag 2
Hoe beoordeelt u de bijdrage van het Rijk aan de stimulering en ontwikkeling van documentaires in ontwikkelingslanden, nu zowel het Jan Vrijman Fonds als het Hubert Bals Fonds onder druk staat?

Vraag 3
Ziet u het belang van het Jan Vrijman fonds voor het International Documentary Film Festival Amsterdam (IDFA)? Zo nee, waarom niet? Zo ja, kunt u aangeven op welke wijze het Rijk kan bijdragen dat het Jan Vrijman Fonds een belangrijk deel blijft uitmaken van het IDFA?

Antwoord 2 en 3

Ik ben van oordeel dat het Jan Vrijman Fonds (JVF) een waardevolle bijdrage levert aan de stimulering van documentaires in ontwikkelingslanden. Het stelt de bezoekers in staat kennis te nemen van hoogwaardige documentaires uit ontwikkelingslanden, terwijl de makers van die documentaires een belangwekkend podium aangeboden krijgen dat hun wereldwijde bekendheid kan verschaffen.

Onder het door mijn voorganger ontworpen Medefinancieringsstelsel, dat zij met instemming van de Tweede Kamer invoerde en implementeerde, is de subsidieaanvraag van het fonds afgewezen. Datzelfde geldt voor andere culturele organisaties die armoedebestrijding niet als kerntaak hebben, maar wel een aantal ontwikkelingsrelevante activiteiten uitvoeren. Over de mogelijkheid om activiteiten van het Jan Vrijman Fonds vanuit het budget van Ontwikkelingssamenwerking financieel te ondersteunen heb ik een analyse van de ontstane situatie laten maken. In deze analyse werd meegewogen dat de bijdrage die cultuur kan leveren aan armoedebestrijding vaak niet direct is en dus moeilijk te meten. Ook werd rekening gehouden met het feit dat het hier niet gaat om OS-organisaties, maar om cultuurorganisaties die een andere kerntaak hebben dan armoedebestrijding maar waarvan sommige activiteiten ontwikkelingsrelevantie bezitten, namelijk ze ondersteunen kunstenaars zowel inhoudelijk als financieel, waarbij deze organisaties tevens in staat zijn zuidelijke kunstenaars een internationaal platform te bieden. Daarom heb ik besloten een aantal Nederlandse cultuurorganisaties waaronder IFFR/HBF en IDFA/JVF te vragen hun werkzaamheden via een opdracht voort te zetten.