Beantwoording vragen lid Van Velzen over eventuele gifgashandel in Nederland

Graag bied ik u hierbij, mede namens de minister van Justitie en de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, de antwoorden aan op de schriftelijke vragen gesteld door het lid Van Velzen over eventuele gifgashandel in Nederland. Deze vragen werden ingezonden op 13 augustus 2007 met kenmerk 2060722990.

De minister van Buitenlandse Zaken,
Drs. M.J.M. Verhagen

Antwoorden van de heer Verhagen, minister van Buitenlandse Zaken, mede namens de minister van Justitie en de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, op vragen van het lid Van Velzen (SP) over eventuele gifgashandel in Nederland.

Vraag 1
Hebt u kennisgenomen van het bericht dat in Nederland illegale wapentransacties zouden zijn voorbereid tussen wapenhandelaren en terroristische groeperingen? 1)

Antwoord
Ja. Voor de goede orde breng ik onder uw aandacht dat over een vergelijkbaar krantenartikel eerder Kamervragen zijn gesteld die de minister van Binnenlandse Zaken op 1 maart 2004 heeft beantwoord, mede namens de ministers van Justitie en van Buitenlandse Zaken (Tweede Kamer, Vergaderjaar 2003 – 2004, Aanhangsel, nr. 968, 2051, 2052).

Vraag 2
Is het waar dat het hierbij (ook) om pseudo-aankopen ging door leden van de Isra ëlische geheime dienst? Hoe vaak hebben deze transacties plaatsgehad? Kunt u de Kamer daarover desnoods vertrouwelijk informeren?

Vraag 3
Welke wapens werden aangeboden en welke wapens werden daadwerkelijk gekocht? Kunt u een precies overzicht geven van de aard, de omvang en de herkomst van de aangeboden en de verkochte goederen? Indien het klopt dat zich hierbij mosterdgas bevond: heeft Nederland navraag gedaan bij de Israëlische autoriteiten wat hier vervolgens mee is gebeurd? Zo ja, wat was het antwoord? Zo neen, waarom niet?

Vraag 4
Hebben naast pseudo-transacties naar uw weten ook daadwerkelijk leveringen aan terroristische groepen plaatsgehad? Zo ja, hoe vaak en aan wie?

Vraag 5
Om welke bedragen ging het daarbij? Wat is met het geld gebeurd dat aan de transactie(s) werd uitgegeven?

Vraag 6
Op welke wijze zijn de goederen geleverd? Ging dat via Nederlands territorium en hadden Nederlandse functionarissen kennis van deze leveranties?

Vraag 8
Zo ja, waren Nederlandse functionarissen direct of indirect deelnemer aan deze transacties? Indien neen, waarom niet?

Vraag 9
In welke periode hadden deze gebeurtenissen plaats? Indien ze beë indigd zijn, waarom is dat het geval? Indien ze niet beëindigd zijn, bent u bereid ze te doen beëindigen?

Antwoord
Over de informatie in bovengenoemd krantenartikel en de nadere specificatie waarnaar wordt gevraagd, is de Nederlandse regering niets bekend. Er is dan ook geen reden om navraag te doen bij de Israëlische autoriteiten.

Vraag 7
Waren de Nederlandse politie en / of Nederlandse inlichtingenorganisaties op de hoogte van de pseudo-aankopen en de overige relevante werkzaamheden? Zo ja, wanneer werd de regering op de hoogte gesteld? Voor, tijdens of na de transacties? Indien neen, acht u het toegestaan dat een buitenlandse inlichtingenorganisatie in Nederland pseudo-aankopen doet? Kunt u toelichten op welke wettelijke basis dat het geval is?

Antwoord
Zoals gezegd is de Nederlandse regering hierover geen informatie bekend. Voor de goede orde wijzen wij er op dat het buitenlandse Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten niet is toegestaan buiten medeweten en zonder toestemming van de Nederlandse autoriteiten pseudo-aankopen te doen.

Vraag 10"
Kunt u bevestigen dat de AIVD achteraf op de hoogte is gesteld door de Mossad van het voorhanden zijn van chemische wapens in de Benelux? Zo ja, wanneer? Is uit onderzoek gebleken dat inderdaad chemische wapens in de Benelux voorhanden zijn? Zo ja, was dit in Nederland, België of Luxemburg of meerdere van deze landen? Welke maatregelen heeft Nederland hiertegen genomen?

Antwoord
Zoals in antwoord op bovengenoemde Kamervragen in 2004 is gesteld, onderhoudt de AIVD nauw en voortdurend contact over terroristische aangelegenheden met alle daarvoor in aanmerking komende inlichtingen- en veiligheidsdiensten. Uit deze contacten zijn geen concrete aanwijzingen naar voren gekomen over terroristische organisaties in Europa of de Benelux die mogelijk in het bezit zouden zijn van chemische massavernietigingswapens.

Vraag 11
Zijn de verkopers van deze wapens gearresteerd? Zo ja, kunt u aangeven wie het zijn en welke strafrechtelijke vervolging tegen hen is ingesteld? Is dat in Nederland gebeurd of wellicht in een ander land? Welk(e) ander(e) landen(en)? Indien de verdachten niet zijn aangehouden, waarom is dit niet gebeurd?

Antwoord
Ook bij het Openbaar Ministerie zijn geen gegevens bekend over de in het krantenartikel genoemde wapentransacties. Er zijn derhalve onder de verantwoordelijkheid van het Nederlandse Openbaar Ministerie geen aanhoudingen verricht, noch is er strafvervolging ingesteld.

1) Telegraaf, 10 augustus 2007 “Gifgashandel aan v.d. Valk-tafeltje”