Beantwoording vragen lid Van Velzen over wapenleveranties van de VS aan het Midden-Oosten

Graag bied ik u hierbij de antwoorden aan op de schriftelijke vragen gesteld door het lid Van Velzen over wapenleveranties van de VS aan het Midden-Oosten. Deze vragen werden ingezonden op 7 augustus 2007 met kenmerk 2060722700.

De minister van Buitenlandse Zaken,
Drs. M.J.M. Verhagen

Antwoorden van de heer Verhagen, minister van Buitenlandse Zaken op vragen van het lid Van Velzen (SP) over wapenleveranties van de VS aan het Midden-Oosten.

Vraag 1
Bent u bekend met het voornemen van de Verenigde Staten (VS) om voor miljarden aan wapens te leveren aan Israël, Egypte, Saudi-Arabië en diverse andere golfstaten? 1)

Antwoord
Ja.

Vraag 2
Vindt u een dergelijke omvangrijke wapenleverantie verstandig aan landen ten aanzien waarvan Nederland een zeer strikt wapenexportbeleid hanteert? Zo ja, kunt aangeven waarom? Deelt u de mening dat het belangrijk is om vrede en stabiliteit in het Midden-Oosten te bevorderen en dat daarom omvangrijke wapenleveranties onverstandig zijn? Zo ja, bent u bereid te protest aan te tekenen tegen het voornemen van de VS?

Antwoord
Nederland hanteert een restrictief wapenexportbeleid ten aanzien van landen in het Midden-Oosten. Dat betekent echter niet dat leveranties van militair materieel zijn verboden: er bestaat geen wapenembargo op de landen waaraan de VS voornemens is te leveren.

De precieze samenstelling van het wapenpakket waarover bericht wordt, kent de regering niet en derhalve spreekt zij daarover geen oordeel uit. Zij zal ook geen protest aantekenen tegen het Amerikaanse voornemen. Naar mag worden aangenomen heeft de VS de legitieme veiligheidsbehoefte van de afnemers, alsmede de regionale stabiliteit meegewogen bij de beslissing omtrent de nu aangekond igde leveranties van militair materieel.

Vraag 3
Is het u bekend of Nederland en/of andere (NAVO) bondgenoten van de VS zijn geraadpleegd over dit voornemen? Indien ja, wat was daarop de reactie van Nederland en/of de andere bondgenoten? Indien neen, vindt u niet dat Nederland en andere (NAVO) bondgenoten bij dit besluit hadden moeten worden betrokken? Is er sprake van wapens waarvoor Nederlandse bedrijven componenten leveren of gaan leveren?

Antwoord
Nederland is niet door de VS geraadpleegd over het voornemen tot wapenleveranties aan landen in het Midden-Oosten. Het is Nederland niet bekend of andere NAVO-bondgenoten over dit voornemen door de VS zijn benaderd. In NAVO-verband wordt niet overlegd over voornemens van individuele bondgenoten tot wapenleveranties aangezien dit een nationale bevoegdheid betreft. Wel heeft de VS de bondgenoten, na de publieke bekendmaking, in algemene zin geïnformeerd over de waarde van de voorziene leveranties.

Zoals in het antwoord op vraag 2 reeds gesteld, is de regering niet bekend met de exacte inhoud van de transacties. Het kan niet worden uitgesloten dat Nederlandse bedrijven componenten (zullen) leveren voor door de VS te exporteren systemen.

Vraag 4
Deelt u de mening dat de verhoging van de militaire steun door de Verenigde Staten aan Israël met 25% om het militaire overwicht van Israël te behouden (ondanks de grote leveringen aan de Arabische landen) op zijn minst het begin van een wapenwedloop kan worden genoemd? Zo neen, waarom niet? Zo ja, wat gaat u bilateraal of binnen EU-verband ondernemen om deze tendens te keren?

Antwoord
De Verenigde Staten leveren al vele jaren militaire goederen aan Israël en a ndere landen in het Midden-Oosten en de Golf. Dit heeft in het verleden niet geleid tot een wapenwedloop tussen de betrokken landen. De regering ziet geen aanleiding tot initiatieven in deze context.

Vraag 5
Is de witte lijst met acceptabele eindbestemmingen voor gezamenlijk geproduceerde militaire goederen en technologie die Nederland en de VS op zouden stellen in het kader van de Declaration of Principles tussen Nederland en de VS van 12 maart 2002 al gemaakt? Staat één of meer van de volgende landen hier op: Egypte, Israël, Saoedi-Arabië en de Verenigde Arabische Emiraten?

Antwoord
In het kader van de Declaration of Principles (DoP) is geen “witte lijst” opgesteld. Wellicht doelt u op paragraaf 4 van de sectie “Sales and Export Procedures” van de DoP, waarin de term acceptable export destinations voorkomt. Het kerndoel van deze paragraaf is echter te komen tot vereenvoudigde exportprocedures, niet opstelling van een landenlijst.

Vraag 6
Deelt u de mening, zoals verwoord door een deskundige, dat de wapenleveranties aan de omringende landen leidden tot druk op Iran om juist een kernwapen te ontwikkelen? 2)

Antwoord
Nee.

Vraag 7
Deelt u de mening dat met het leveren van luchtdoelraketten, Patriot raketten (type PAC), en satellietgeleide bommen 3) de VS juist de offensieve capaciteiten van haar bondgenoten vergroot en dat daarmee de kans op een gewapend conflict in de regio groter wordt? Zo ja, bent u bereid te protesteren bij de VS om af te zien van het leveren van deze wapens?

Antwoord
Nee.

Vraag 8
Deelt u de mening dat het onverstandig is van de VS om wapens te leveren aan landen die op gespannen voet met elkaar staan, zoals het geval is tussen Israël en haar Arabische buurlanden? Acht de minister de wapenleveranties bevorderlijk voor de interne rust en veiligheid in de desbetreffende Arabische landen?

Antwoord
Nee, zie ook het antwoord op vraag 2.

1) Trouw, 30 juli 2007

2) NOS-journaal 13:00, 31 juli 2007

3) Zie links