Beantwoording vragen van de leden Van Dam en Waalkens over investeren in en handel met Sudan

Graag bieden wij u hierbij de antwoorden aan op de schriftelijke vragen gesteld door de leden Van Dam en Waalkens over investeren in en handel met Sudan. Deze vragen werden ingezonden op 7 mei 2007 met kenmerk 2060714480.

De minister van Buitenlandse Zaken, De minister voor Ontwikkelingssamenwerking,

Drs. M.J.M. Verhagen Drs. A.G. Koenders

De staatssecretaris van Economische Zaken,

Drs. F. Heemskerk

Antwoorden van de heer Verhagen, minister van Buitenlandse Zaken, de heer Koenders, minister voor Ontwikkelingssamenwerking en de heer Heemskerk, staatssecretaris van Economische Zaken op vragen van de leden Van Dam en Waalkens (PVDA) over investeren in en handel met Sudan.

Vraag 1

Kent u de initiatieven in de VS en het VK (Sudan Divestment Task Force en Sudan Divestment UK) om bedrijven te bewegen hun investeringen uit Sudan of uit bedrijven die zakendoen met Sudan terug te trekken, indien die investeringen direct of indirect het Sudanese regime ondersteunen of om investeerders hun aandeelhouderschap te laten benutten om te voorkomen dat investeringen direct of indirect het Sudanese regime ondersteunen?

Antwoord

Ja

Vraag 2
Ondersteunt u deze initiatieven en bent u van mening dat Nederlandse bedrijven en investeerders moeten voorkomen dat ze bijdragen aan de financiële mogelijkheden van de Sudanese regering, die de Sudanese regering zoals bekend in belangrijke mate heeft aangewend voor de aankoop van wapens en andere hulpmiddelen ten behoeve van de genocide door de Janjaweed-milities en het Sudanese leger in Darfur?

Antwoord

Het Sudan Divestment Task Force en Sudan Divestment UK zijn private initiatieven. Overheden richten zich in eerste instantie op in internationaal verband overeengekomen sanctiemaatregelen.

De Nederlandse regering voert een actief beleid om de partijen in Darfur – regering en opstandelingen – tot een vreedzame oplossing te bewegen. Nederland streeft tegelijkertijd naar EU-brede steun voor aanscherping van sancties in VN-kader indien de situatie in Darfur niet verbetert en geen concrete voortgang wordt geboekt met het politieke proces en de implementatie van de hybride AU/VN-missie.

Secretaris-generaal van de VN, Ban Ki-moon heeft in maart verzocht om uitstel van aanscherping van sancties om door middel van politieke dialoog de huidige patstelling te doorbreken. Inmiddels heeft de VS, wegens het gebrek aan zichtbare vooruitgang, eind mei unilateraal aangescherpte sancties afgekondigd en worden de voorbereidingen voor mogelijke sancties in VN-kader doorgezet. Als sancties in VN-kader niet mogelijk blijken, zal Nederland inzetten op sancties in EU-verband.

Intussen wordt getracht via brede internationale diplomatie alsnog een akkoord van de Sudanese regering te krijgen voor de ontplooiing van de hybride AU/VN missie.

Daarnaast zijn de wederopbouw en economische ontwikkeling van Zuid-Sudan van essentieel belang voor het standhouden van het vredesakkoord tussen Noord- en Zuid-Sudan. De bevolking van Zuid-Sudan moet eindelijk de vruchten kunnen plukken van het vredesakkoord. Vanuit deze optiek wordt geen ontmoediging van economische activiteiten van Nederlandse bedrijven in Sudan nagestreefd.

Vraag 3
Is het u bekend dat op de lijst van bedrijven, die door middel van hun activiteiten in Sudan het regime ondersteunen, een in Nederland gevestigd bedrijf staat, te weten Trafigura Beheer, en dat dat bedrijf volgens de Sudan Divestment Taskforce zelfs behoort tot de categorie van “highest offenders”?

Vraag 4
Wat vindt u ervan dat een Nederlands bedrijf middels zijn activiteiten in Sudan bijdraagt aan de inkomstenstroom van het Sudanese regime en zodoende in morele zin mede verantwoordelijk is voor de humanitaire crisis in Darfur?

Vraag 5

Bent u bereid om contact op te nemen met Trafigura om hen te bewegen zich terug te trekken uit Sudan?

Antwoord op de vragen 3 t/m 5

De vermelding van Trafigura Beheer, naast andere internationale bedrijven waaronder ook uit Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk, op de bedrijvenlijst van het Sudan Divestment Taskforce is bekend.

Onder de huidige sancties gelden er financiële maatregelen tegen een beperkt aantal personen. De facto wordt daardoor het zakendoen met deze personen onmogelijk gemaakt.

Vraag 6

Houdt u in de gaten of de vele miljoenen die tussen Nederland en Sudan worden verhandeld, geen bijdrage leveren aan de financiering of anderszins ondersteuning van de genocide in Darfur?

Antwoord

De Nederlandse handel met Sudan bedroeg in 2006 142,8 miljoen euro, waarvan 125,6 miljoen Nederlandse export. Vanuit Nederland worden met name transportmiddelen als vrachtwagens en aanhangwagens, zuivel, medicijnen en andere chemische producten geëxporteerd. Uit Sudan worden met name landbouwproducten geïmporteerd uit de categorie oliehoudende zaden, suiker en honing.

Daar waar bedrijven gebruik maken van ondersteuning van het financieel buitenland- instrumentarium wordt in het kader van maatschappelijk verantwoord ondernemen toegezien op de inzet van de financiering. Bij investeringsprojecten van het Programma Samenwerking Opkomende Markten wordt gekeken naar de bijdrage aan de lokale ontwikkeling en werkgelegenheid van het project. Overigens zijn er tot nu toe nog geen PSOM-projecten voor Sudan goedgekeurd. In het kader van het Programma Economische Samenwerkingsprojecten zijn er haalbaarheidsstudies gedaan onder andere naar de realisatie van drinkwatervoorziening in Zuid-Sudan en een productielijn voor aardappelverwerking.

Vraag 7

Zijn er volgens uw informatie nog meer Nederlandse bedrijven die middels handel of investeringen direct of indirect bijdragen aan de financiering of ondersteuning van de genocide in Darfur, bijvoorbeeld doordat ze de Sudanese regering van inkomsten voorzien? Zo ja, welke zijn dat?

Antwoord

Nee

Vraag 8

Is het u bekend dat het ABP en PGGM beleggen in de Indiase Oil and Natural Gas Company en in het Chinese PetroChina (of CNPC)? Is het u tevens bekend dat de betreffende bedrijven volgens de Sudan Divestment Task Force bovenaan de lijst van “highest offenders” staan en dus de sterkste bijdrage leveren aan de inkomsten van het Sudanese regime en daarmee aan de financiering van de genocide in Darfur?

Antwoord

Ja

Vraag 9

Bent u van mening dat Nederlandse investeerders niet moeten accepteren dat de bedrijven waarin zij investeren een bijdrage leveren aan de genocide in Darfur? Bent u bereid met het ABP en PGGM in overleg te treden om hen ertoe te bewegen hun aandeelhouderschap te benutten om de betreffende bedrijven zich te laten terugtrekken uit Sudan, dan wel om hen ertoe te bewegen hun belangen in de betreffende bedrijven van de hand te doen?

Vraag 10

Weet u of nog meer institutionele beleggers investeren in deze of andere bedrijven die op de lijst van de Sudan Divestment Task Force voorkomen? Zo ja, bent u bereid hen eveneens aan te spreken op die investeringen? Zo neen, bent u bereid uit te zoeken welke investeerders nog meer investeren in bedrijven die voorkomen op de lijst van de Sudan Divestment Task Force en bent u bereid hen vervolgens op die investeringen aan te spreken?

Antwoord op de vragen 9 en 10

Zie het antwoord op vraag 2. Vanuit de Nederlandse overheid is er dan ook geen contact gezocht met de genoemde partijen om ze ertoe te bewegen hun beleggingsbeleid te heroverwegen ten aanzien van Sudan. Bedrijven voeren hun eigen beleid ten aanzien van maatschappelijk verantwoord ondernemen. Pensioenfondsen leggen over hun beleggingen op geëigende wijze verantwoording af.

Vraag 11

Vindt u het ongepast dat de EVD Sudan aanprijst als de “tijger van de Afrikaanse economieën” en dat de EVD op de landenpagina over Sudan niet of nauwelijks aandacht besteedt aan de crisis in Darfur, de rol van de Sudanese regering daarin en de wijze waarop investeringen zouden kunnen bijdragen aan het voortduren van de humanitaire crisis?

Vraag 12

Bent u het met ons eens dat de EVD juist zeer terughoudend zou moeten berichten over de investeringsmogelijkheden in Sudan en alleen investeringen zou moeten stimuleren die rechtstreeks ten goede komen aan de Sudanese bevolking en haar sociale en economische ontwikkeling en dat de EVD voor investeringen die het regime in Khartoum bevoordelen juist een ontmoedigingsbeleid zou moeten hanteren?

Vraag 13

Op welke termijn kunnen we een aanpassing van de communicatie door de EVD ten aanzien van Sudan tegemoet zien?

Antwoord op de vragen 11 t/m 13

De titel ‘tijger van de Afrikaanse economie’ is ongelukkig gekozen. Deze titel vormde een directe verwijzing naar een artikel van een externe bron waarin Sudan werd vergeleken met de economische tijgers in Azië. Het desbetreffende bericht is van de EVD-website verwijderd.

Het is de taak van de EVD om het bedrijfsleven te informeren over zakendoen en de mogelijkheden voor het Nederlandse bedrijfsleven; de politieke en humanitaire situatie is daar een integraal onderdeel van. De EVD zal voor politiek gevoelige landen zoals Sudan bedrijven nog duidelijker via de internetsite voorlichten over politieke en humanitaire aspecten in het kader van maatschappelijk verantwoord ondernemen. Momenteel worden nieuwe richtlijnen hiervoor ontwikkeld.

Vraag 14

Hebt u inmiddels al weten te achterhalen of er inderdaad een handelsmissie gepland was naar Sudan, zoals in de in het recente algemeen overleg over Sudan geciteerde folder van de Sudanese ambassade stond vermeld? Mogen we ervan uitgaan dat in het buitenlands economisch beleid geen initiatieven worden ontplooid die zouden kunnen bijdragen aan ondersteuning van het Sudanese regime, zolang de Sudanese regering niet volledig en onvoorwaardelijk meewerkt aan de eisen die de VN aan haar stelt?

Antwoord

Er zijn van overheidswege geen handelsmissies voor Sudan in voorbereiding. De private organisaties NCH en Teampro zijn voornemens in het najaar van 2007 een handelsmissie naar Sudan te organiseren. Onderdeel van het wederopbouwaspect van de geplande missie vormt een bezoek aan Juba in Zuid-Sudan. Voor deze missie is geen financiële ondersteuning van de overheid gevraagd. Andere private initiatieven zijn niet bekend.