Beantwoording vragen van het lid Peters over de grootschalige en voortdurende aantasting van het Iraakse culturele erfgoed door oorlogsschade, roof en plundering

Graag bied ik u hierbij de antwoorden aan op de schriftelijke vragen gesteld door het lid Peters over de grootschalige en voortdurende aantasting van het Iraakse culturele erfgoed door oorlogsschade, roof en plundering. Deze vragen werden ingezonden op 11 december 2006 met kenmerk 2060704210.

De Minister van Buitenlandse Zaken,

Dr. B.R. Bot

Antwoord van de heer Bot, minister van Buitenlandse Zaken, op vragen van het lid Peters (Groen Links) over de grootschalige en voortdurende aantasting van het Iraakse culturele erfgoed door oorlogsschade, roof en plundering.

Vraag 1
Bent u op de hoogte van de sluiting van de Nationale Bibliotheek in Bagdad vorige week? Bent u op de hoogte van de brandbrief van 14 internationaal gerenommeerde archeologen die hun bezorgdheid over de plundering en vernietiging van het Iraakse culturele erfgoed hebben geuit aan de Iraakse regering? Bent u op de hoogte van de vlucht van de met de dood bedreigde directeur van de Staatsraad voor Antiquiteiten en Erfgoed naar Damascus? 1)

Antwoord

Ja.

Vraag 2

Wat is uw inschatting van de politieke wil en de inspanningen van de Iraakse regering ten aanzien van de bescherming van het Iraakse culturele erfgoed?

Antwoord

Het aanhoudend geweld en de wetteloosheid hebben het bestuur in grote delen van het land verlamd. Ook het erfgoedbeheer lijdt hier onder. Dit is des te meer te betreuren gezien de grote waarde van het Iraakse erfgoed.

Vraag 3

Deelt u de mening dat de Nederlandse regering een bijzondere betrokkenheid heeft bij dit onderwerp vanwege de deelname aan SFIR en het zenden van een senior adviseur voor de Iraakse minister van Cultuur, in het kader van het Navo Civil Cooperation programma (Cimic)? Zo neen, waarom niet?

Antwoord

Zoals ook omschreven in de aangehaalde persartikelen, is in de periode dat Nederland deelnam aan SFIR een nuttige bijdrage geleverd aan het behoud van het Iraakse culturele erfgoed in het kader van het NAVO CIMIC-programma. In beide gevallen betrof het geen structurele bijdrage.

Vraag 4

Bent u bereid een bijdrage te leveren aan de bescherming van het Iraakse culturele erfgoed, bijvoorbeeld door het tijdelijk overbrengen van collecties naar Nederland? Zijn er op uw of op andere ministeries plannen daartoe in voorbereiding?

Antwoord

Het is mij niet bekend dat er in Irak plannen in voorbereiding zijn om collecties over te brengen naar het buitenland. Aan Nederland is een dergelijk verzoek ook niet gedaan. Het ministerie van Buitenlandse Zaken levert momenteel een bijdrage aan het behoud van cultureel erfgoed in Noord-Irak door financiering van een project van de Universiteit Leiden en het Rijksmuseum van Oudheden, waarbij aan Irakezen trainingen worden aangeboden op het terrein van expositie- en depotbeheer, evenals intensieve cursussen taal, cultuur en archeologie.

Vraag 5

Bent u bereid tegenover de Iraakse regering uw bezorgdheid uit te spreken over de bescherming van het Iraakse erfgoed? Zo ja, langs welke weg en wanneer? Zo neen, waarom niet?

Antwoord

Nederland en de Europese Unie spreken jegens de Iraakse regering regelmatig hun ernstige bezorgheid uit over het aanhoudend geweld en de zorgelijk situatie op het terrein van goed bestuur en rechtshandhaving.

1) de Volkskrant, “Iraks cultureel erfgoed wordt finaal geplunderd”, 26 oktober 2006; Defensiekrant, “EHBO’ers op cultureel gebied”, 28 april 2005;

Financieel Dagblad, “Cultuurbehoud in Babylon”, 16 april 2005