Beantwoording vragen van het lid Peters over Pakistan en president Musharraf

Graag bied ik u hierbij de antwoorden aan op de schriftelijke vragen gesteld door het lid Peters over Pakistan en president Musharraf. Deze vragen werden ingezonden op 3 april 2007 met kenmerk 2060711360.

De minister van Buitenlandse Zaken,

Drs. M.J.M. Verhagen

Antwoord van de heer Verhagen, minister van Buitenlandse Zaken, op vragen van het lid Peters (Groen Links) over Pakistan en president Musharraf.

Vraag 1

Bent u op de hoogte van het mensenrechtenrapport 2006 van de Pakistaanse Mensenrechtencommissie, waarin staat dat het afgelopen jaar twee televisie- en een radiostation uit de lucht zijn gehaald, 38 websites zijn geblokkeerd, ten minste vier journalisten zijn gedood en honderden mensen zijn “verdwenen” en ge ïntimideerd? 1)

Antwoord

Ja.

Vraag 2

Heeft u bij de Pakistaanse autoriteiten hiertegen geprotesteerd en aangedrongen op opheldering over de dood van de vier journalisten en het lot van de verdwenen personen? Zo neen, gaat u dat nog doen? Heeft de Europese Unie de gebeurtenissen al veroordeeld en aangedrongen op opheldering? Zo neen, wilt u zich hiervoor inspannen?

Antwoord

Sinds enkele jaren heeft de Europese Unie (EU) een halfjaarlijkse mensenrechtendialoog met Pakistan. In dit verband treedt de Unie in gesprek met de minister van Buitenlandse Zaken, waarbij de mensenrechtensituatie specifiek wordt besproken. Op 28 december 2006 werd in dit verband gedemarcheerd in Islamabad. Onderwerp van gesprek vormde onder meer het toegenomen aantal verdwijningen in Pakistan.

Vraag 3

Welke rol ziet u hierbij voor de Mensenrechtenraad van de Verenigde Naties? Wilt u het voortouw nemen voor een veroordelende resolutie door de Mensenrechtenraad? Zo neen, waarom niet?

Antwoord

Nederland is van mening dat naast mensenrechtenthema’s ook concrete mensen rechtenschendingen in de Mensenrechtenraad besproken moeten worden en zal zich daarvoor blijven inzetten. Zoals in verschillende Kamerbrieven al vermeld, bevinden Nederland en gelijkgezinde landen zich echter in een minderheidspositie in de Raad. Dit komt het duidelijkst naar voren bij de bespreking van landensituaties. Een meerderheid in de Raad is wars van controverse, van ‘ naming and shaming’ en legt de nadruk op samenwerking en dialoog. Nederland en de EU stellen landensituaties daarom in de regel op andere wijze aan de orde dan door middel van een resolutie. Dit kan bijvoorbeeld door in de interactieve dialoog met Speciale Rapporteurs en Vertegenwoordigers vragen te stellen over specifieke schendingen van mensenrechten. Nederland en de EU zullen ook in de toekomst aandacht blijven vragen voor de vrijheid van meningsuiting, de positie van journalisten, gedwongen verdwijningen en internetcensuur.

Vraag 4

Heeft u of de EU geprotesteerd tegen de schorsing door president Musharraf op vrijdag 9 maart van opperrechter Iftikhar Mohammed Chaudhry, die bekend staat om zijn kritische opstelling tegen wangedrag van de regering en schendingen van de mensenrechten in Pakistan, wat leidde tot hevige protesten onder advocaten? 2) Bent u bereid te pleiten voor een protest door de EU? Zo neen, waarom niet?

Antwoord

De EU heeft geprotesteerd tegen de schorsing op 9 maart jl. door president Musharraf van opperrechter Chaudhry van de Pakistaanse Hoge Raad. De kwestie werd, mede namens de Europese Unie, eerst besproken tijdens een officieel bezoek van de Oostenrijkse minister van Buitenlandse Zaken, mw. Plassnik, op 14-15 maart jl. met minister Kasuri van Buitenlandse Zaken. De lokale EU-Troika heeft vervolgens op 19 maart jl. een demarche uitgevoerd bij het Pakistaanse ministerie van Buitenlandse Zaken, waarbij de Europese zorg over de gang van zaken werd uitgesproken en werd aangegeven dat de EU de kwestie nauwlettend volgt. Aangedrongen werd op handhaving van de onafhankelijkheid van de rechterlijke macht in Pakistan, mede in het licht van het belang van een onafhankelijke rechterlijke macht in het verkiezingsproces. Tevens werd geï nsisteerd op een rechtsgang waar ”due process of law” in acht wordt genomen bij de juridische stappen tegen de opperrechter, en op de organisatie van vrije en eerlijke parlementsverkiezingen.

Vraag 5

Bent u bereid te protesteren tegen het voornemen van president Musharraf om aan te sturen op uitstel van de verkiezingen, om een herverkiezing als president en aanblijven als legerleider mogelijk te maken? Bent u bereid te pleiten voor een veroordeling door de internationale gemeenschap? Deelt u de mening dat het aanblijven van Musharraf als president en legerleider onwenselijk is? Kunt u uw antwoord toelichten?

Antwoord

De inzet van Nederland en de Europese Unie is aan te dringen op vrije en eerlijke verkiezingen. Nederland acht het vervolgens van groot belang dat de besluitvorming over een eventueel aanblijven van Musharraf als president en legerleiding op grondwettelijke wijze haar beslag zal vinden.

Vraag 6

Bent u op de hoogte van het Charter of Democracy van Benazir Bhutto en Nawaz Sharif, dat voorstellen doet om de militaire dictatuur om te bouwen tot een civiel geregeerde democratie? 3) Wat is uw reactie hierop? Bent u bereid om bij de Pakistaanse regering en in de internationale gemeenschap te pleiten voor overname van (delen) van dit charter? Zo neen, waarom niet?

Antwoord

Ik ben op de hoogte van het Charter of Democracy. Het Charter wordt door mij gezien als een belangrijke document dat de spelregels vaststelt voor de democratische orde die in de aanloop van de verkiezingen en daarna moet worden opgebouwd en in stand moet worden gehouden.

Vanuit de Europese Unie wordt, zonder directe verwijzing naar het Charter, gepleit voor eerlijke en vrije parlementsverkiezingen.

Vraag 7

Wat is de precieze inhoud van de overeenkomst die de Pakistaanse regering heeft gesloten met het district Bajaur in Waziristan? 4) Hoe beoordeelt u deze overeenkomst?

Antwoord

De inhoud van het akkoord dat de Pakistaanse overheid in het Bajaur in de Federally Administered Tribal Areas (FATA) heeft gesloten is vergelijkbaar met eerdere gesloten akkoorden in Noord- en Zuid-Waziristan van de FATA. Overeengekomen is dat het Pakistaanse leger en de politie zich terughoudend zullen opstellen, terwijl de stamoudsten toezegden dat de militanten geen civiele of militaire doelen aanvallen en geen infiltraties in Afghanistan meer uitvoeren.

Het is nog te vroeg om een oordeel uit te spreken over de in Bajaur gesloten overeenkomst. Geconstateerd kan worden dat het Taliban-gedachtengoed zich in Noord-Waziristan verder heeft verspreid en infiltraties zijn doorgegaan.

Vraag 8

Wat is uw reactie op de tijdens het bezoek van de vaste kamercommissie van Buitenlandse Zaken in maart 2007 aan Pakistan door de gouverneur van North Western Frontier Province gedane suggestie dat de regering Karzai de politieke dialoog met de Taliban moet aangaan? Wat is uw reactie hierop? Wat is de positie van de NAVO hierin?

Antwoord

Het is aan de Afghaanse regering om te bepalen, met wie zij de politieke dialoog aangaan. Het is begrijpelijk als de regering Karzai zoveel mogelijk groepen betrekt bij die dialoog, om duurzame vrede en verzoening te bereiken. Voor zover er al één centrale politieke Taliban-organisatie zou bestaan, dan onderhoudt Nederland daar echter geen contacten mee. Nederland onderhandelt niet rechtstreeks met de Taliban, evenmin als de NAVO.

1)State of Human Rights in 2006, Human Rights Commission of Pakistan, p.17.

2)Trouw, 11 maart 2007

3) http://www.dawn.com/2006/05/16/local23.htm http://news.bbc.co.uk/1/hi/world/south_asia/4254355.stm

4)NRC Handelsblad, 21 maart 2007