Beantwoording vragen van het lid Van Bommel over de arrestatie van dienstweigeraars in Turkije

Graag bied ik u hierbij de antwoorden aan op de schriftelijke vragen gesteld door het lid Van Bommel over de arrestatie van dienstweigeraars in Turkije. Deze vragen werden ingezonden op 15 december 2006 met kenmerk 2060704480.

De Minister van Buitenlandse Zaken,

Dr. B.R. Bot

Antwoord van de heer Bot, minister van Buitenlandse Zaken op vragen van het lid Van Bommel over de arrestatie van dienstweigeraars in Turkije.

Vraag 1

Hebt u kennisgenomen van de arrestatie van de Turkse dienstweigeraar Halil Savda? 1) Deelt u de mening dat Halil Savda een gewetensbezwaarde is en dat de gevangenneming van gewetensbezwaarden in strijd is met de Criteria van Kopenhagen? Indien neen, waarom niet? Zo ja, bent u bereid bij de Turkse regering aan te dringen op zijn vrijlating? Kunt u uw antwoord toelichten?

Antwoord

Halil Savda is aangeklaagd wegens het weigeren van opdrachten en ongehoorzaamheid tijdens militaire diensttijd en is hiervoor door een militaire rechtbank berecht. Savda zit vast in de militaire gevangenis van Corlu. Op 13 augustus 2006 heeft de militaire Hoge Raad de eerste uitspraak tegen Savda in cassatie vernietigd. De zaak is teruggestuurd naar de lagere rechter die de zaak in eerste aanleg heeft behandeld. Voor de behandeling in tweede aanleg is Savda nu, sinds 7 december, gedetineerd en in afwachting van een definitieve uitspraak. Hoewel in het EU-acquis geen specifieke eisen inzake een regeling voor het weigeren van militaire dienst worden gesteld, wordt in de dialoog over de politieke criteria met de Turkse autoriteiten het feit dat dit in Turkije niet adequaat is geregeld regelmatig door de Commissie en de lidstaten aan de orde gesteld.

Vraag 2

Hebt u kennisgenomen van de eerdere veroordeling voor hetzelfde feit op 10 oktober 2006 van Mehmet Tarhan 2) en herinnert u zich de uitspraak van het Europese Hof inzake dienstweigeraar Osman Murat Ülke waarin de Turkse staat is veroordeeld omdat deze Ülke meermaals voor hetzelfde feit veroordeelde? 3)

Vraag 3

Deelt u de mening dat het meermaals veroordelen voor het zelfde vergrijp in strijd is met een eerlijke procesgang en dat dit in strijd is met het EVRM? Zo ja, bent u bereid dit bij de Turkse regering onder de aandacht te brengen en te pleiten voor ontslag van rechtsvervolging voor Tarhan? Indien neen, is hier sprake van een eerlijke procesgang?

Vraag 4

Deelt u de mening dat eerdere met de Turkse regering gevoerde gesprekken over de erkenning van het wettelijke recht op dienstweigering tot op heden weinig hebben opgeleverd? Zo ja, bent u bereid het wettelijke recht op dienstweigering opnieuw onder de aandacht van de Turkse regering te brengen? 4)

Antwoord

De zaken tegen Mehmet Tarhan en Osman Mural Ülke zijn mij bekend. Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens heeft de Turkse staat in de zaak van Osman Murat Ülke veroordeeld wegens onmenselijke behandeling (artikel 3 EVRM). Het steeds opnieuw veroordelen en na ommekomst van de vrijheidsstraf telkens weer terug naar de kazerne brengen van Ülke leidt volgens het Hof tot een onmenselijke situatie. Turkije zal de Hofuitspraak in de zaak Ülke uiteraard tenuitvoer moeten leggen. Dat betekent ook dat vergelijkbare schendingen voor de toekomst moeten worden voorkomen. De supervisie daarop is aan het Comité van Ministers en de Raad van Europa. Ik zal binnen dit comité deze zaken nauwlettend volgen.

De Nederlandse regering zal bovengenoemde zaken bovendien in EU- en bilaterale contacten met de Turkse overheid aan de orde stellen, evenals de noodzaak een adequate wettelijke regeling inzake dienstweigering aan te nemen.

1) ‘TURKEY: Conscientious objector Halil Savda arrested / fear or torture’ http://www.wri-irg.org/n ews/htdocs/16122004c.html

2) TURKEY: Conscientious objector Mehmet Tarhan sentenced to 25 months imprisonment: http://www.wri-irg.org/news/alerts/msg00068.html). Zie voor overzicht andere zaken dienstweigeraars in Turkije http://wri-irg.org/news/2005/turkey05-en.htm#Heading63

3) Zie uitspraak Europees Hof inzake Murat Ülke tegen Turkije http://cmiskp.echr.coe.int///////tkp197/viewhbkm.asp?action=open &table=1132746FF1FE2A468ACCBCD1763D4D8149&key=12057& sessionId=9802769&skin=hudoc-en&attachment=true.

4) Aanhangsel 531, vergaderjaar 2002-2003, met name antwoord op vraag 2. “In bilaterale contacten met Turkse autoriteiten wordt regelmatig gewezen op het belang van naleving van de mensenrechten. De behandeling van Mehmet Bal zal daarin worden meegenomen.”