Beantwoording vragen van het lid Van Gennip over een aanklacht tegen Indiase activisten

Graag bied ik u hierbij de antwoorden aan op de schriftelijke vragen gesteld door het lid Van Gennip over een aanklacht tegen Indiase activisten. Deze vragen werden ingezonden op 7 december 2007 met kenmerk 2070806240.

De minister van Buitenlandse Zaken,

Drs. M.J.M. Verhagen

Antwoorden van de heer Verhagen, minister van Buitenlandse Zaken, op vragen van het lid Van Gennip (CDA) over een aanklacht tegen Indiase activisten.

Vraag 1

Heeft u vernomen dat naast de acht medewerkers van de Schone Kleren Kampagne en de Landelijke India Werkgroep ook mevrouw Geeta Menon van Stree Jagruti Samiti en mevrouw Shakun Mohini van Vimochana uit India zijn gedaagd door de Indiase rechtbank op basis van een aanklacht van het Indiase bedrijf Fibre and Fabrics International? 1)

Antwoord

Ja.

Vraag 2
Deelt u de mening dat deze aanklacht een onwenselijk precedent kan scheppen voor Indiase activisten die zich inzetten voor het verbeteren van de arbeidsomstandigheden? Zo ja, bent u bereid uw zorgen hieromtrent over te brengen aan de Indiase autoriteiten?

Vraag 3
Bent u bereid het proces tegen mevrouw Geeta Menon en Shakun Mohini nauwlettend te volgen, de Kamer hierover op de hoogte te houden en, indien noodzakelijk, op te komen voor hun rechten indien de procesgang niet eerlijk verloopt?

Antwoord

Het is u bekend, dat de rechtszaak aangespannen door het Indiase bedrijf Fibre and Fabrics International tegen de Nederlandse ngo’s Schone Kleren Kampagne en Landelijke India Werkgroep en ook de internetbedrijven XS4ALL en Antenna mijn aandacht heeft. Ik verwijs u daarvoor onder andere naar de antwoorden op de vragen van het lid Gesthuizen van 6 november 2007. Een vertegenwoordiger van het consulaat-generaal in Mumbai is als waarnemer aanwezig bij deze rechtszaak. Ook de rechtszaak tegen mevrouw Geeta Menon en mevrouw Shakun Mohini zal nauwlettend worden gevolgd.

Overigens ga ik ervan uit, dat in de democratische rechtsstaat India betrokken mensenrechtenverdedigers, die Indiase staatsburgers zijn, kunnen rekenen op een eerlijk proces. Mocht daar aanleiding toe zijn, dan zal ik eventuele zorgpunten uiteraard op basis van mijn beleid ten aanzien van mensenrechtenverdedigers opbrengen bij de Indiase autoriteiten. Op dit moment is daar geen reden voor.

1) Radio programma Argos, De Ochtenden 5 december 2007