Kamerbrief inzake geannoteerde agenda van de Raad Algemene Zaken en Externe Betrekkingen (RAZEB) van 19 en 20 november 2007

Graag bieden wij u hierbij de geannoteerde agenda aan van de Raad Algemene Zaken en Externe Betrekkingen van 19 en 20 november 2007.

De minister van Buitenlandse Zaken,
Drs. M.J.M. Verhagen

De minister van Defensie,
E. van Middelkoop

De minister voor Ontwikkelingssamenwerking,
Drs. A.G. Koenders

De staatssecretaris voor Europese Zaken,
Drs. F.C.G.M. Timmermans

Geannoteerde agenda van de Raad Algemene Zaken en Externe Betrekkingen (RAZEB) van 19 en 20 november 2007

Voorbereiding Europese Raad 13-14 december a.s.
Op het moment van redigeren van deze brief waren de intenties van het Portugese EU-Voorzitterschap ten aanzien van de agenda van de Europese Raad van 13-14 december a.s. nog niet bekend.

Maritiem beleid
De Europese Commissie zal een presentatie verzorgen over de op 10 oktober jl. gepubliceerde Mededeling ‘Een geïntegreerd maritiem beleid voor de Europese Unie’ en het daarbij behorende actieplan met circa 50 vervolgacties voor de komende jaren.

Het betreft hier de follow-up van het in juni 2006 door de Commissie uitgebrachte Groenboek Europees Maritiem Beleid en de daarop volgende brede consultatie.
Het BNC-fiche over de Mededeling is uw Kamer toegegaan (TK, Kamerstuk
2007-2008, 22112, nr. 581). In de mededeling benadrukt de Commissie het belang van een geïntegreerd maritiem beleid: vanuit een integrale benadering van de gebruiksfuncties en -waarden van kust- en zeegebieden worden voorstellen gedaan om enerzijds het potentieel voor economische groei en werkgelegenheid in de Europese maritieme sector zo goed mogelijk te benutten, anderzijds om de waarden van de Europese kust- en zeegebieden duurzaam te verzekeren.

In het actieplan worden onder meer activiteiten genoemd op het gebied van de totstandkoming van één Europese maritieme ruimte ter stimulering van de korte vaart als alternatief voor landvervoer, de ontwikkeling van een EU-netwerk van maritieme surveillance ten behoeve van de strijd tegen smokkel, illegale lozingen en dergelijke.

De mededeling en het bijbehorende actieplan van de Commissie zijn grotendeels in lijn met het Nederlandse kabinetsstandpunt inzake het Groenboek Europees maritiem beleid, zoals dat in april jl. is vastgesteld en aan uw Kamer is toegezonden (TK, Kamerstuk 2006-2007, 22112, nr. 529). Zorgpunt in het actieplan uit subsidiariteits-oogpunt is echter de beoogde grotere EU-rol op het gebied van de maritieme ruimtelijke planning. Nederland is van mening dat grensoverschrijdende aspecten hiervan bij voorkeur in bilateraal of in regionaal verband moeten worden behandeld.

Werkprogramma Commissie 2008
De Europese Commissie zal tijdens de RAZEB haar wetgevings-en werkprogramma 2008 presenteren. Discussie is niet voorzien. Het werkprogramma is op precies dezelfde manier opgezet als vorig jaar. De Commissie herhaalt wederom de strategische oriëntaties zoals geformuleerd bij de aanvang van haar mandaat (welvaart, solidariteit, veiligheid en Europa als partner in de wereld) en geeft aan hoe zij deze in 2008 verder invulling wil geven. Politieke prioriteiten voor de Commissie voor 2008 zijn groei en werkgelegenheid, een duurzaam Europa, verdere ontwikkeling van een gemeenschappelijk migratiebeleid, meer aandacht voor ‘de burger’ en Europa als partner in de wereld. Als annex is aan het werkprogramma een viertal lijsten toegevoegd met door de Commissie voorziene concrete initiatieven.

Op dit moment wordt een geconsolideerde en geprioriteerde kabinetsreactie voorbereid, die uw Kamer naar verwachting medio december zal toegaan.

Voorbereiding EU-China top
Het Portugese Voorzitterschap zal de Raad informeren over de voorbereidingen van de EU-China Top, die op 28 november 2007 a.s. in Beijing zal plaatsvinden. Tijdens de Top zullen de wederzijdse betrekkingen worden besproken, mede in het licht van de voortgang van de onderhandelingen over het Partnership Cooperation Agreement (PCA). Op de agenda van de Top staan verder mensenrechten, duurzame ontwikkeling in Afrika, samenwerking op het gebied van energievoorziening, klimaatverandering, en internationale en regionale kwesties.

Voorbereiding EU-India top
Het Portugese Voorzitterschap zal de Raad informeren over de voorbereidingen van de EU-India top, die op 30 november in New Delhi zal plaatsvinden.

Nederland zal zich inzetten voor bespreking van de op te starten partnerschaps- en samenwerkingsovereenkomst tussen de EU en India, danwel actualisering van het Framework Agreement uit 1994. Voorts zal Birma onderwerp van gesprek zijn tijdens de top. Nederland zal zich inzetten voor bespreking van het thema kinderarbeid.

Voorbereiding EU-Afrika top
De Raad zal de voorbereidingen voor de EU-Afrika Top op 8 en 9 december a.s. in Lissabon bespreken. Het is bedoeling dat tijdens deze Top een gezamenlijke EU-Afrikastrategie en bijbehorend actieplan voor de periode 2008-2010 worden aangenomen. Tijdens de RAZEB worden deze strategie en het actieplan van Europese zijde vastgesteld.

Nederland acht de strategie in overeenstemming met de prioriteiten van het Nederlandse Afrikabeleid, inclusief de MDG's. Voor de Top staan vijf onderwerpen geagendeerd: goed bestuur en mensenrechten, veiligheid en ontwikkeling, migratie, klimaatverandering en gezondheid. Elk onderwerp zal worden ingeleid door een staatshoofd of regeringsleider van de EU en de AU. Alleen staatshoofden en regeringsleiders zullen in de gelegenheid worden gesteld om te intervenië ren. Nederland acht de aanwezigheid van president Mugabe op de Top onwenselijk en draagt dit voortdurend uit.

Het Portugese Voorzitterschap heeft, na Nederlands aandringen, de uitnodigingen voor de Top verstuurd alleen in de hoedanigheid van gastland en niet namens de EU. In het geval dat president Mugabe, voor wie een reisbe perking geldt, deel uitmaakt van de Zimbabwaanse delegatie naar de Top, zullen, conform het Gemeenschappelijk Standpunt, mensenrechten en democratisering in Zimbabwe tijdens de Top plenair worden besproken.

Westelijke Balkan
- Kosovo

Nederland zal in de Raad pleiten voor een intensivering van de inspanningen van de Trojka van de Contactgroep om te komen tot een onderhandelde oplossing tussen de partijen. De Trojka heeft laatstelijk op 5 november jl. met de partijen gesproken.

De onderhandelingen hebben tot dusverre geen doorbraak opgeleverd. Op 20 en 26 november a.s. zullen de partijen onder auspiciën van de Trojka wederom bijeenkomen. Naar verwachting zal de heer Ischinger, het EU-lid van de Trojka, de Raad informeren. Voordat de Contactgroep op 10 december a.s. rapporteert aan de VN-Veiligheidsraad zullen partijen een maximale krachtsinspanning moeten leveren om tot een akkoord te komen.

Mogelijk zal in de discussie over Kosovo ook de EU-relatie met Servië worden opgebracht. Nederland is geen voorstander van een koppeling van deze kwesties aangezien de relatie met de EU wordt bepaald door de criteria die de EU voor toetreding hanteert en door de, thans lopende, SAO-onderhandelingen. M.b.t. dit laatste blijft wat Nederland betreft de ICTY-conditionaliteit gelden.

Nederland betreurt de parafering door de Commissie van de Stabilisatie en Associatie Overeenkomst (SAO). Er is nog steeds geen sprake van volledige samenwerking van Belgrado met het Joegoslavië Tribunaal (ICTY) en daarom zal Nederland de SAO vooralsnog niet ondertekenen.

- Bosnië-Herzegovina

De Raad zal de recente politieke crisis in Bosnië-Herzegovina bespreken die is ontstaan nadat er in Bosnië geen akkoord werd bereikt over de noodzakelijke politiehervormingen. Hierop heeft de Hoge Vertegenwoordiger maatregelen genomen om systematische blokkades van politieke besluitvorming in de toekomst te voorkomen. Het Bosnisch-Servisch leiderschap in de Republika Srpska heeft hierop disproportioneel gereageerd door te dreigen de maatregelen niet op te zullen volgen en zich terug te trekken uit de staatsinstituties en demonstraties tegen de HV te zullen organiseren. Dit protest werd aangemoedigd door Belgrado en Moskou, die publiekelijk hun steun voor de positie van de RS uitspraken.

Nederland steunt de maatregelen van de Hoge Vertegenwoordiger/EU Speciale Vertegenwoordiger om het functioneren van de Bosnische staatsstructuren te verbeteren en veroordeelt de negatieve retoriek en politieke onwil van de Bosnische leiders. Nederland acht het van belang dat de internationale gemeenschap zich sterk maakt om ondermijning van de Dayton-akkoorden te voorkomen.

MOVP
De Raad zal spreken over de recente ontwikkelingen in het Midden-Oosten, mede ter voorbereiding van de internationale bijeenkomst over het Midden-Oosten die de VS in Annapolis organiseert.

In de aanloop naar Annapolis is nog steeds veel onduidelijk over de inhoud van de beraadslagingen en de contouren van de mogelijke uitkomsten ervan. Het enige dat vaststaat is dat het proces voortgaat. De Palestijnse en Israëlische onderhandelaars, die onder aanvoering staan van minister van Buitenlandse Zaken Tzipi Livni, resp. de voormalige Palestijnse premier Ahmed Qurei (Abu Ala), komen regelmatig bijeen, evenals premier Olmert en president Abbas. De Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken Condoleeza Rice heeft de regio frequent aangedaan.

Nederland steunt de actieve rol van de EU als lid van het Kwartet bij de voorbereidingen van de Annapolis-bijeenkomst. Nederland zet zich er voor in dat de EU een positieve bijdrage aan het onderhandelingsklimaat kan leveren via de opstelling van een Actieplan voor het Midden-Oosten, waartoe de RAZEB in de vorige zitting heeft besloten. Nederland blijft daarnaast van mening dat de raketaanvallen uit Gaze op Israël volledig moeten worden beëindigd. Zolang deze voortduren wordt van Israël verwacht dat het proportioneel en doelgericht omg aat met het legitieme recht op zelfverdediging. De humanitaire situatie in Gaza blijft zorgen baren en de opening van de grensovergangen voor export van producten blijft mede in dat licht zeer wenselijk.

Het intra-Palestijnse conflict duurt nog voort. Van enige inschikkelijkheid aan Hamas-zijde is tot dusver geen sprake geweest. Ook de verhouding tussen Gaza en Israël is meer gespannen geworden, nu Israël begonnen is de brandstofleveranties aan Gaza te beperken in reactie op de aanhoudende raketbeschietingen vanuit de Gaza-strook.

De Raad zal ook spreken over Libanon. De politieke toestand in Libanon verkeert nog immer in een impasse. De verkiezing van een nieuwe President door het Parlement is wederom uitgesteld, ditmaal tot 12 november. Afgewacht moet worden of de Libanese politiek in staat zal zijn zich boven het eigenbelang te verheffen en het herstel van de bestuurlijke eenheid van het land kan bewerkstelligen. De inhoud van de Raadsberaadslagingen zal sterk afhangen van de afloop van besluitvorming in het Libanese parlement een week eerder.

Iran
De Raad zal de laatste stand van zaken ten aanzien van het Iraanse nucleaire dossier bespreken. Op 23 oktober jl. sprak HV Solana in Rome met Iraanse onderhandelaars over het nucleaire dossier. Het gesprek heeft niet tot inhoudelijke vooruitgang geleid. President Ahmadinejad gaf dezelfde dag aan dat Iran zijn verrijkingsgerelateerde activiteiten niet zal stopzetten.

Op 2 november jl. kwamen de vijf permanente leden van de VNVR en Duitsland in Londen opnieuw bijeen voor ambtelijk overleg over Iran’s nucleaire programma. De zes landen herhaalden hun voornemen een derde sanctieresolutie van de Veiligheidsraad voor te zullen bereiden en in stemming te brengen, tenzij de in november verwachte rapporten van DG IAEA ElBaradei en EU HV Solana positieve resultaten tonen. De zes landen verzochten EU HV Solana expliciet om nogmaals met de Iraanse nucleaire hoofdonderhandelaar te spreken.

De Nederlandse inzet is erop gericht om langs diplomatieke weg te bevorderen dat Iran de VNVR-resoluties alsnog onverkort en onverwijld uitvoert. Gezien de huidige stand van zaken worden andermaal verdergaande additionele maatregelen overwogen. Voor Nederland is de VNVR het meest aangewezen orgaan om een oplossing voor de Iraanse nucleaire kwestie te bewerkstelligen, maar bij uitblijven daarvan is Nederland voor EU-sancties die aansluiten bij de Amerikaanse en alsdan ook worden getroffen door andere gelijkgezinde landen.. Nederland meent dat druk op Iran gehandhaafd moet worden en ondersteunt derhalve het besluit van de Raad om reeds nu voorbereidingen te treffen voor eventueel te nemen EU-maatregelen.

Irak
Het debat over Irak vind mogelijk plaats in aanwezigheid van de Iraakse minister Zebari van Buitenlandse Zaken, die is uitgenodigd door het Portugese Voorzitterschap. Het is nog niet bekend of hij de uitnodiging kan aanvaarden.

Nederland zou een ontmoeting van de Raad met minister Zebari in het kader van de politieke dialoog zeer verwelkomen. Het biedt de Raad gelegenheid om met de Iraakse regering te spreken over de noodzaak van vooruitgang in het politieke proces, het bevorderen van nationale verzoening, de bescherming van mensenrechten, het bieden van adequate hulp aan vluchtelingen en intern ontheemden en de wijze waarop de EU daarbij ondersteuning kan bieden.

De Raad zal mogelijk terugblikken op de ministeriële buurlandenconferentie die op 2-3 november jl. werd gehouden in Istanboel. De Commissie, het Voorzitterschap en het Raadssecretariaat namen deel aan deze conferentie.

Nederland beschouwt de buurlandenconferenties van Irak als een een nuttig platform voor overleg met de buurlanden en andere leden van de internationale gemeenschap over hoe kan worden bijgedragen aan de veiligheid en de stabiliteit van Irak. Nederland steunt de actieve deelname van de EU aan de buurlandenconferenties van Irak en verwelkomt de slotverklaring die op de bijeenkomst in Istanboel op 3 november jl. is aangenomen.

(Eventueel) Pakistan
De Raad zal mogelijk spreken over de recente ontwikkelingen in Pakistan na het uitroepen van de noodtoestand door president Musharraf op 3 november jl. Nederland is voor bespreking.

In de EU- voorzitterschapsverklaring van 6 november jl. is onder meer opgeroepen tot herstel van de grondwet, het implementeren van voorwaarden om eerlijke en vrije verkiezingen in januari 2008 te kunnen garanderen, vrijlating van alle politieke gevangenen en het neerleggen van de functie als opperbevelhebber van het leger door de president per 15 november, zoals door Musharraf eerder was toegezegd.

De regering is van mening dat de situatie ernstig is. Sinds de noodtoestand van kracht is, zijn opperrechter Chaudry van het Hooggerechtshof en rechters die weigerden een nieuwe eed onder de ‘Provisional Constitutional Order’ (PCO) af te leggen, ontslagen. De PCO legt de vrijheid van burgers aan banden en beperkt de bevoegdheden van de rechterlijke macht ten gunste van de presidentië le bevoegdheden. Grote aantallen oppositieleiders, journalisten, advocaten, studenten en activisten zijn gearresteerd. Privé-zenders zijn uit de lucht en ook de geschreven media staan onder druk.

Nederland zal zich bilateraal en in EU-kader blijven uitspreken voor zo spoedig mogelijk herstel van de rechtsorde in Pakistan, het houden van vrije en eerlijke verkiezingen en vrijlating van de arrestanten.

Visa faciliteit Georgië
Op verzoek van Litouwen waren onder het punt ‘Diversen’ de betrekkingen tussen de EU en Georgië geagendeerd in verband met het Georgische verzoek om visumfacilitatie. Op 7 november is in Georgië naar aanleiding van dagenlange demonstraties voor 15 dagen de noodtoestand uitgeroepen. Vervolgens heeft president Saakashvili op 8 november aangegeven in te willen gaan op een eis van de oppositie en bereid te zijn de presidentsverkiezingen te vervroegen naar 5 januari a.s. Dit zal naar verwachting de rust in Georgië (helpen) doen herst ellen.

Gezien deze ontwikkelingen zal de RAZEB vooral aandacht besteden aan de politieke situatie. De EU heeft de partijen in Georgië opgeroepen de politieke dialoog aan te gaan en de burgerlijke vrijheden te herstellen. Onder de huidige omstandigheden is een positief signaal naar Georgië in de vorm van visumfacilitatie niet aan de orde.

Gezamenlijke Sessie Ministers van Buitenlandse Zaken en Ministers van Defensie

TsjaadCAR/Soedan-Darfur
- Tsjaad/CAR

De Raad zal spreken over de situatie in Tsjaad en Darfur en de beoogde EUFOR TCHAD/RCA-missie. Tevens wordt het ‘concept of operations’ aangenomen voor de missie in Tsjaad.

De beoogde EUFOR TCHAD/RCA (Tsjaad en Centraal Afrikaanse Republiek) is gebaseerd op VNVR-resolutie 1778 van 25 september jl. Deze vloeit voort uit VNVR-resolutie 1706 van 31 augustus 2007 die een regionale aanpak van het conflict in Darfur bepleit. Doel is om gedurende één jaar bij te dragen aan: (1) bescherming van burgers in onveiligheid (in het bijzonder vluchtelingen en ontheemden), humanitaire organisaties en VN-personeel en (2) stabiliteit in aan Darfur grenzende delen van Tsjaad en de Centraal Afrikaanse Republiek.

Deze missie zal nauw samenwerken met de tegelijkertijd op te starten civiele VN-politiemissie MINURCAT in dit gebied. Tevens zal de missie steeds contact onderhouden met lokale autoriteiten. VNVR resolutie 1778 voorziet na een half jaar een evaluatie van de EU-missie, naar aanleiding waarvan zal worden geconcludeerd of opvolging door een militaire VN-missie al dan niet wenselijk is.

Een aantal EU-lidstaten heeft inmiddels informeel troepen toegezegd voor deze missie. Nederland onderzoekt momenteel de mogelijkheid en wenselijkheid van een nadere (beperkte) bijdrage.

- Darfur

In juni besloot de VNVR een vredesmacht (UNAMID) van 26.000 man onder gezag van de VN en Afrikaanse Unie (AU) naar Darfur te sturen, waarvan 19.500 militair en 6.400 politie. Nederland en de Scandinavische landen zijn vooralsnog de enige Europese landen die toestemming van de VN/AU hebben gekregen om een militaire bijdrage te leveren aan deze missie.

Op 27 oktober jl. zijn in Libië (Sirte) de vredesonderhandelingen tussen de Soedanese regering en de niet-ondertekenaars van het Darfur Peace Agreement gestart. Ondanks intensieve pogingen van de AU en de VN waren de belangrijkste rebellengroepen en hun leiders niet aanwezig. Door de aanwezigheid van de minister voor Ontwikkelings-samenwerking in Sirte, heeft Nederland laten zien het door de AU en VN geleide vredesproces te steunen. Tegelijkertijd dient er voorzichtig omgegaan te worden met het kweken van verwachtingen. Er is nog veel werk te doen, op alle fronten.

Nederland vindt dat een nieuw politiek akkoord zo inclusief mogelijk dient te zijn en hoopt dat tijdens de volgende stappen in de onderhandelingen de ontbrekende groeperingen zich zullen aansluiten bij het proces. Nederland blijft hier nauw bij betrokken.

Tijdens de openingsceremonie heeft Nederland het Darfur Community Peace and Stability Fund (DCPSF) aangekondigd. Dit fonds zal in gebieden waar de veiligheid dat toestaat, binnenkort van start gaan met kleinschalige activiteiten op gebied van vrede en wederopbouw.

EVDB
De ministers van Buitenlandse Zaken en de ministers van Defensie zullen ook spreken over lopende EVDB-missies. Hierbij zal de meeste aandacht vermoedelijk uitgaan naar de operaties in Afghanistan (EUPOL), Bosnië (EUPM en EUFOR Althea), Congo (EUSEC RDCongo) en Midden Oosten (EUPOL COPPS). Andere onderwerpen die mogelijk aan de orde komen zijn oefeningen, de samenwerking tussen de EU en de AU t.b.v. versterking van de vredescapaciteiten, de samenwerking tussen de EU en de VN, de samenwerking met de Mediterrane partners alsmede het verder incorporeren van mensenrechten en gender-aspecten in EVDB-operaties.

Sessie van de Ministers van Defensie

Europees Defensieagentschap (EDA)
De Raad zal richtlijnen vaststellen voor het werk van het EDA in 2008. De ministers van Defensie zullen in een aparte sessie bijeenkomen in de samenstelling van de EDA- Bestuursraad.

De EDA-Bestuursraad zal besluiten over het werkprogramma en de begroting van het EDA voor 2008. Nederland stemt in met het werkprogramma. Voorts zal de Bestuursraad spreken over een financieel raamwerk voor het EDA voor de periode 2008-2010. Volgens het ‘Gemeenschappelijk Optreden’ waarmee het EDA is opgericht, moet de Bestuursraad voor het EDA een driejarig financieel raamwerk vaststellen. De bedragen in dat raamwerk zijn maxima, waarbinnen de bestuursraad elk jaar een budget moet vaststellen. De afgelopen twee jaar kon de Bestuursraad het niet eens worden over een financieel raamwerk. HV/SG Solana stelt voor de komende drie jaar een maximale jaarlijkse verhoging van ongeveer € 5 miljoen per jaar voor. Deze mogelijke stijgingen kunnen op dit moment nog niet worden afgewogen tegen concrete toegevoegde waarde. Dat zou wel jaarlijks kunnen bij de vaststelling van het budget.

Nederland is daarom voorstander van een raamwerk met bescheidener maxima. De Bestuursraad zal tevens besluiten over het raamwerk voor een Europese strategie voor onderzoek en ontwikkeling dat goed aan sluit bij het Nederlandse beleid voor defensieonderzoek en ontwikkeling en de Defensie Industrie Strategie.

Operaties
De Raad zal onder dit agendapunt spreken over de lopende militaire EVDB-operaties. Het betreft de EVDB-missie EUFOR Tchad/CAR en EUFOR Althea in Bosnië.

Militaire capaciteiten
De Raad zal de Progress Catalogue 2007 vaststellen. In deze catalogus zijn de operationele risico’s en tekorten die voortvloeien uit het verschil tussen de oorspronkelijke behoefte van de Requirements Catalogue 2005 en de aangeboden capaciteiten van de Force Catalogue 2006 uitgewerkt. Daarmee wordt het tijdschema van de Headline Goal (HLG) 2010 gevolgd. Nu is het zaak om gezamenlijk te zoeken naar oplossingen voor de geïdentificeerde tekorten. Nederland zal ervoor pleiten oplossingen te zoeken in nauwe samenwerking met het Europees Defensie Agentschap.

HV/SG Solana zal tijdens de RAZEB zijn plannen presenteren voor een verbetering van de militair strategische planningscapaciteit van de EU. Zijn plannen richten zich vooral op een kwalitatieve verbetering van het personeel, waarbij meer aandacht wordt besteed aan de beheersing van de Engelse taal, kennis van de EU en over het EVDB in het bijzonder, alsmede aan planningsvaardigheden. Ook zal Solana voorstellen de capaciteit uit te breiden met vijf functies ten behoeve van militaire strategische planning. Nederland steunt dit voorstel.

De Raad zal spreken over snelle inzetbaarheid van zee- en luchtstrijdkrachten naar aanleiding van een gezamenlijk non-paper van de Duitse, Portugese en Sloveense voorzitterschappen over de aanpassing van het overkoepelende Military Rapid Response Concept. Het Military Rapid Response Concept stelt dat de EU binnen dertig dagen een passend militair antwoord moet kunnen geven op een bedreiging, een bedreigende situatie of een schending van de internationale rechtsorde. Tijdens de behandeling van het mandaat voor de bespreking van de aanpassing van het overkoepelende Military Rapid Response Concept, bleek een onoverkomelijk verschil van mening te bestaan tussen het VK enerzijds en Frankrijk en Duitsland anderzijds. Het VK wil niet verder gaan dan wat is afgesproken in de Requirements Catalogue en wil dan ook geen afspraken over nieuwe ‘stand-by’ eenheden opnemen. Duitsland en Frankrijk willen wel verder gaan dan wat is gesteld in de Requirements Catalogue. Nederland steunt het standpunt van het VK.

Civilian Capabilities Improvement Conference
De ministers van Buitenlandse Zaken zullen apart bijeenkomen in de Civilian Capabilities Improvement Conference. Tijdens de Civilian Capabilities Improvement Conference zal het Civilian Headline Goal (CHG) 2008 worden afgesloten en een nieuw proces voor de ontwikkeling van de capaciteiten op het gebied van de civiele crisisbeheersing worden gestart (Civilian Headline Goal (CHG) 2010). De CHG 2010 bouwt voort op de resultaten van de CHG 2008. Het belang van civiele crisisbeheersing door de EU neemt verder toe. De CHG 2010 beoogt dan ook meer civiele capaciteiten van hoge kwaliteit te ontwikkelen die op een korte termijn kunnen worden uitgestuurd met alle ondersteunende maatregelen die nodig zijn (personeel en materieel).

Nederland ondersteunt deze doelstelling. Ter bevordering van de civiel-militaire samenwerking heeft Nederland zich ingezet voor een verbeterde synergie met de opbouw van de militaire capaciteiten. De nieuwe CHG loopt daarom bewust tegelijk af met de militaire Headline Goal 2010, opdat kan worden bezien in hoever de capaciteitenontwikkeling voor de toekomst coherenter kan worden vormgegeven. Nederland heeft zich ook ingezet voor meer aandacht voor de werving en training van personeel en een betere vertaling van de lessen die geleerd zijn uit voorgaande operaties naar concrete maatregelen. Ook zal worden voortgebouwd op de huidige initiatieven voor het incorporeren van mensenrechten en gender in civiele crisisbeheersing.

Gezamenlijke sessie Ministers van Defensie en Ministers van Ontwikkelingssamenwerking

Ontwikkeling en veiligheid
In een gezamenlijke sessie van ministers voor Ontwikkelingssamenwerking en ministers van Defensie zal tijdens de RAZEB gesproken worden over coherentie tussen veiligheid en ontwikkeling. Dit gebeurt op basis van een notitie van de Europese Commissie en het Raadssecretariaat, die weergeeft wat er op dit gebied in de Europese Unie al mogelijk is. Het doel van de bespreking is te komen tot een verbeterde samenwerking tussen de Commissie, het Raadssecretariaat en de lidstaten op het gebied van veiligheid en ontwikkelingssamenwerking. Dit kan gerealiseerd worden door bijvoorbeeld vaker gezamenlijke missies te organiseren naar conflictgebieden, Security Sector Reform (SSR) samen te implementeren en het consulteren van humanitaire actoren bij militaire missies.

De minister van Defensie en de minister voor Ontwikkelingssamenwerking identificeerden onlangs een aantal punten om de Nederlandse inzet op SSR gebied van de kant van Defensie en Ontwikkelingssamenwerking verder te verbeteren.

Ter ondersteuning hiervan beogen ze tijdens de RAZEB het idee op te brengen voor een EVDB SSR-trainingsmodule voor civiele experts, politie en militairen, in nauw overleg met de OECD/DAC, als bijdrage aan de vergroting van SSR deskundigheid in EU-verband. Nederland staat voor de geïntegreerde aanpak van veiligheid en ontwikkeling en ziet belangrijke elementen daarvan terug in de gezamenlijke notitie. Het brede instrumentarium dat de EU ter beschikking staat, biedt veel mogelijkheden voor verbetering van de coherentie tussen veiligheid en ontwikkeling.

Nederland ondersteunt de aanpak van de Commissie om de bestaande besluitvormings-mechanismen binnen de EU niet ter discussie te stellen en benadrukt het belang van het aangekondigde actieplan om de voorgenomen verbetering in de coherentie van het optreden van de Raad en de Commissie daadwerkelijk handen en voeten te geven.

Sessie van Ministers van Ontwikkelingssamenwerking

Oriëntatie debat effectiviteit externe actie EU
In de Raad zal een oriëntatiedebat plaatsvinden over OS-beleidscoherentie naar aanleiding van het eerste tweejaarlijkse rapport van de Commissie over het coherentiebeleid in de EU. Dit rapport is samengesteld op basis van bijdragen van de lidstaten, de Commissie en het Raadssecretariaat die daartoe dit voorjaar een uitgebreide enquête hebben ingevuld. De Nederlandse beantwoording is uw Kamer toegegaan bij brief van de minister voor Ontwikkelingssamenwerking van 13 april jl. (TK, 2006-2007, 29234, nr 56).

Het rapport geeft een goed beeld van de vooruitgang die er op het terrein van de OS-beleidscoherentie in de afgelopen jaren binnen de EU is gemaakt. Tegelijk wordt vastgesteld dat er nog een lange weg is te gaan in het besluitvormingsproces in Brussel maar zeker ook binnen de lidstaten. Het rapport geeft aanbevelingen voor een versterking van het Europese coherentieproces en een overzicht van de belangrijkste onderwerpen waarvoor dit zal gelden. Het kabinet verwelkomt dit eerste Europese voortgangsverslag over OS-beleidscoherentie. Hoewel op onderdelen een kritischer analyse mogelijk en wenselijk zou zijn geweest, kan het rapport een nieuwe impuls geven aan de noodzakelijke verankering van OS-beleidscoherentie binnen de EU.

Wat betreft het proces verdienen in het bijzonder aanbevelingen voor het integreren van coherentie in de werkprocedures van de Raad en het beter benutten van impact-studies verdere uitwerking. Daarnaast zal de regering aandringen op operationalisering van de sectorprioriteiten in een effectiever voortrollend werkprogramma voor de komende jaren.

Er zal tijdens de RAZEB in een oriënterend debat gesproken worden over de coherentie tussen migratie en ontwikkeling op basis van concept-raadsconclusies over dit onderwerp. In die raadsconclusies worden de belangrijkste aspecten van migratie en ontwikkeling benoemd, waaronder de risico’s van brain drain, remittances en terugkeer naar het land van herkomst. Nederland wil in de raadsconclusies een goede balans bereiken tussen de ontwikkelings- en de migratiedimensie. Wat betreft de ontwikkelingsdimensie zal Nederland onder meer aandacht vragen voor het recht op bescherming van vluchtelingen en het opbouwen van capaciteit voor migratie-management in ontwikkelingslanden.

De Europese Unie wil met raadsconclusies over klimaatverandering en ontwikke lings-samenwerking komen tot een mondiale alliantie voor klimaatverandering (Global Climate Change Alliance). De bedoeling is deze alliantie te presenteren tijdens de VN-top over klimaatverandering in Bali in december a.s. De lidstaten staan positief tegenover dit initiatief. Nederland vindt het belangrijk dat voor de financiering van de alliantie gezocht wordt naar innovatieve financieringsmechanismen die geen aanslag zullen betekenen op het ODA-budget. Bovendien wil Nederland dat dit initiatief complementair is aan reeds bestaande financieringsmechanismen voor klimaatverandering.

Oriëntatiedebat Europees Ontwikkelingsbeleid in het licht van de gemeenschappelijke EU-Afrika Strategie en Partnerschap.
Tijdens de EU-Afrikatop van 8 en 9 december zullen de Gemeenschappelijke EU- Afrika strategie en het bijhorende actieplan worden aangenomen. Beide zijn in gezamenlijkheid met de AU opgesteld. In de gemeenschappelijke strategie en het actieplan zijn o.a. afspraken gemaakt over: vrede en veiligheid, klimaatverandering, migratie, duurzame energie, handel/regionale integratie, ontwikkelingssamenwerking, goed bestuur en mensenrechten. De Ministers van Ontwikkelingssamenwerking zullen op verzoek van het voorzitterschap tijdens de RAZEB een algemene discussie voeren over de relatie tussen het Europese Ontwikkelingsbeleid en de gemeenschappelijke strategie.

Nederland vindt het van belang dat er bij de implementatie van de Europese ontwikkelingssamenwerking rekening gehouden gaat worden met de afspraken in de gemeenschappelijke strategie en het actieplan. Verder ondersteunt Nederland de verwijzingen naar de millenniumontwikkelingsdoelen in de gemeenschappelijke strategie en in het actieplan. Om de millenniumontwikkelingsdoelen naderbij te brengen is een brede benadering nodig. Deze inzet wordt in de strategie weerspiegeld door de aandacht voor o.a. duurzame ontwikkeling, klimaatverandering, migratie, gezondheid, gender en energie.

EPA-onderhandelingen
De EPA-onderhandelingen (Economic Partnership Agreements) zijn in een beslissend stadium gekomen. Er resten nog enkele weken tot de einddatum van 1 januari 2008, het moment waarop het huidige handelsregime onder het Cotonou-verdrag afloopt en de EPA’s van kracht zouden moeten worden.

Inmiddels is duidelijk dat niet alle regio’s voor 1 januari 2008 een volledige EPA met de EU zullen kunnen afsluiten. In het bijzonder in West, Oost en Centraal Afrika ontbreekt de basis voor tijdige afronding van de onderhandelingen. In deze regio’s is een meerderheid van Minst Ontwikkelde Landen (MOL’s) op dit moment niet bereid, of niet in staat, om met een onderling afgestemd handelsaanbod te komen om de EPA-onderhandelingen tijdig vlot te trekken.

De Commissie heeft in een mededeling (COM 2007 635, 23 oktober 2007) aangegeven wat tegen deze achtergrond de inzet moet zijn. Allereerst wil de Commissie volledige EPA’s afsluiten waar dat nog mogelijk is (m.n. de Caraï ben). Verder wil de Commissie waar nodig de reikwijdte van de akkoorden in dit stadium beperken tot alleen goederen (WTO-conform); in 2008 zou dan over de overige onderwerpen dooronderhandeld kunnen worden. Tevens stelt de Commissie voor om zulke beperkte akkoorden desnoods en voorlopig alleen te sluiten met subregio’s van ACS-landen. Dit laatste zou zowel in de Stille Oceaan regio als in Oost-, West- en Zuidelijk Afrika kunnen worden toegepast. Zo onderhandelt de Commissie in Oost-Afrika nu met EAC (East African Community), een douane-unie van vijf landen binnen de grotere COMESA-regio (Common Market for Eastern and Southern Africa) en met de IOC (Indian Oceans Commission) waarvan de niet-MOLs Mauritius en de Seychellen deel uitmaken. Overige landen in de regio zouden dan later aan kunnen sluiten. Tenslotte zouden zonodig ook individuele landen (met name de niet-MOL’s) een goederenakkoord met de EU kunnen afsluiten.

ACS-landen en regio’s die tijdig een EPA c.q. een (voorlopige) goederen overeenkomst afsluiten met de EU, zullen vanaf 1 januari 2008 kunnen profiteren van tarief- en quotavrije invoer zoals vastgesteld in de RAZEB van mei j.l. De Commissie zal hiertoe medio november een verordening presenteren die in december in de Raad zou moeten worden vastgesteld.

Regio’s en landen die de deadline niet halen, blijven naar het oordeel van de Commissie wat betreft hun toegang tot de EU-markt op 1 januari 2008 terugvallen op het Algemeen Preferentieel Stelsel (APS) van de EU. Voor de MOLs (Minst Ontwikkelde Landen) heeft dit geen implicaties, omdat zij onder het Everything-but-Arms-initiatief onder het APS al voor tarief- en quotavrije invoer in aanmerking komen (overigens is dit een belangrijke reden waarom regio’s met veel MOL’s moeilijk tot EPA’s zijn te bewegen). Voor de ACS-landen die niet tot de MOLs behoren zou terugval op APS echter een aanzienlijke verslechtering van hun toegang tot de EU-markt impliceren voor een aantal belangrijke exportproducten.

Nederland steunt de Commissie in deze pragmatische aanpak om nog volledige EPA’s af te sluiten waar dat mogelijk is, om zonodig de reikwijdte van de akkoorden te beperken tot alleen goederen (WTO-conform) en zulke beperkte akkoorden desnoods en voorlopig alleen te sluiten met subregio’s c.q. individuele niet-MOL’s binnen de brede EPA-regio’s. De verwachting is dat op deze wijze het overgrote deel van de niet-MOLs op 1 januari 2008 gebruik zullen kan maken van het Commissieaanbod voor vrije markttoegang tot de EU. Voor die niet-MOLs waarvoor dit niet tijdig zou lukken, meent Nederland echter dat de terugvaloptie die de Commissie hen biedt – APS -- onvoldoende is. Nederland stelt zich op het standpunt dat de ACS-landen er wat betreft hun markttoegang niet op achteruit moeten gaan. Nederland zal zich hier sterk voor maken tijdens de RAZEB.

Fragiele Staten
Tijdens de RAZEB worden raadsconclusies vastgesteld over de EU-respons in fragiele staten. Met gebruikmaking van bestaande instrumenten, zoals politieke dialoog, het Europees Veiligheids- en Defensiebeleid, het Europees Ontwikkelingsfonds en humanitaire hulp, streeft de EU naar geïntegreerde interventies. Deze interventies moeten effectief en coherent zijn.

Nederland heeft voorgesteld aan de hand van één of meer pilots ervaring op te doen met EU-samenwerking op het gebied van fragiele staten. De Commissie en enkele lidstaten staan hier positief tegenover.

Bevorderen landbouwontwikkeling Afrika
De Ministers voor ontwikkelingssamenwerking zullen landbouw in Afrika bespreken tijdens de lunch. Daarnaast worden er zonder discussie raadsconclusies over landbouw in Afrika aangenomen. Nederland is akkoord met de Europese inzet om aansluiting te vinden bij de landbouwagenda van de Afrikaanse Unie. Nederland ondersteunt tevens de voornemens om de rol van de vrouw in de landbouwsector te versterken, alsook om bij te dragen aan versterking van boerenorganisaties.

Om de druk op natuurlijke hulpbronnen door de bevolkingsgroei en het niet duurzame gebruik van natuurlijke hulpbronnen te verminderen, is professionalisering van de landbouw in Afrika en het zoeken naar alternatieve werkgelegenheid van groot belang.

Partnerschap met Kaapverdië
Tijdens de lunch zullen de Ministers voor Ontwikkelingssamenwerking de relatie tussen de EU en Kaapverdië bespreken. Tijdens het plenaire deel van de RAZEB zullen ook raadsconclusies over een speciaal partnerschap van Kaapverdië met de EU worden aangenomen. Dit speciale partnerschap dient ter ondersteuning van de verdere ontwikkeling van Kaapverdië op het gebied van economie, politiek en veiligheid.

Het partnerschap wordt uitgewerkt in een actieplan met zes pijlers: goed bestuur, veiligheid/stabiliteit, regionale integratie (binnen ECOWAS), beleidsconvergentie, kennismaatschappij, armoedebestrijding en ontwikkeling.

Nederland steunt het opzetten van een speciale relatie tussen Kaapverdië en de EU en heeft zich hiervoor in Europees verband ingezet.