Kamerbrief inzake het verslag bezoek SGVN Ban Ki-moon aan Nederland en herfstzitting 61e AVVN

Graag bieden wij u hierbij het verslag aan van het recente bezoek van de nieuwe Secretaris-Generaal van de Verenigde Naties (SGVN), Ban Ki-moon, aan Nederland. De verslaglegging over dit bezoek geschiedt mede namens de minister-president.

Voorts zal in deze brief verslag worden gedaan van de herfstzitting van de 61e Algemene Vergadering van de Verenigde Naties (AVVN of kortweg AV), die werd gehouden van 12 september tot eind december 2006. In dit verslag wordt aan de hand van een thematische indeling een beeld geschetst van de beraadslagingen, waarbij tevens wordt ingegaan op recente ontwikkelingen met betrekking tot de uitvoering van de besluiten van de VN-Top van 2005. Dit verslag is een vervolg op de brief inzake de richtlijnen voor de Koninkrijksdelegatie naar de 61e AVVN (Kamerstuk 2005-2006, 26 150, nr. 40).

Een eensluidende brief zenden wij aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal.

De Minister van Buitenlandse Zaken,
Dr. B.R. Bot

De Minister voor Ontwikkelingssamenwerking,
A.M.A. van Ardenne-van der Hoeven

1. Bezoek Secretaris-generaal, Ban Ki-moon, aan Nederland

Een maand na zijn aantreden bezocht de nieuwe SGVN Nederland. Ban Ki-moon, onderweg terug naar de Verenigde Staten na zijn eerste overzeese reis als SGVN, bezocht op 1 februari de in Den Haag gevestigde internationale hoven en volgde daarnaast een bilateraal programma. Na een audiëntie bij Hare Majesteit, ontving minister-president Balkenende de SGVN voor een persoonlijk onderhoud, gevolgd door een door de minister-president aangeboden lunch, waaraan ook de minister van Buitenlandse Zaken, de minister van Defensie en de minister voor Ontwikkelingssamenwerking deelnamen. Daarnaast had de SGVN separate ontmoetingen met ministers Bot en Van Ardenne, en werd hij ontvangen door de Voorzitter van de Tweede Kamer en de Onder-Voorzitter van de Eerste Kamer in het bijzijn van Voorzitters van de Vaste Kamercommissies voor Buitenlandse Zaken van de Eerste en Tweede Kamer.

De inhoudelijke gesprekken met Ban Ki-moon concentreerden zich op een drietal onderwerpen. Ten eerste werd aandacht besteed aan de traditioneel nauwe en goede band tussen Nederland en de Verenigde Naties. De minister-president benadrukte dat Nederland ernaar streeft een zo goed mogelijk gastheerschap te bieden aan de in Nederland gevestigde internationale organisaties. De reputatie die Den Haag inmiddels genoot als ‘juridische hoofdstad van de wereld’ was een erkenning voor de actieve Nederlandse bijdrage aan het bevorderen van de internationale rechtsorde, waaraan Nederland van oudsher grote waarde hecht. De SGVN sprak op zijn beurt herhaaldelijk waardering uit voor de belangrijke rol van Nederland binnen de VN en noemde in dat verband onder meer de financiële bijdrage van Nederland aan de VN, de vijfde contribuant in reële termen, de derde per capita. Ook de Nederlandse inspanningen ter bevordering van internationale vrede en veiligheid, alsmede de inzet in de Mensenrechtenraad en de Peacebuilding Commission bleven niet onvermeld.

De hervormingsagenda van de VN vormde een tweede gespreksthema. De minister-president, alsook de ministers van Buitenlandse Zaken en voor Ontwikkelingssamenwerking benadrukten het belang van een slagvaardig en effectief optreden van de VN. De organisatie moest daartoe grondig moderniseren, transparanter worden en een meer coherent optreden aan de dag leggen. Ban Ki-moon onderschreef deze visie en gaf aan dat hij zowel op managementgebied als ten aanzien van de institutionele structuur van de VN veranderingen wenste door te voeren. De SGVN beoogde de managementstijl binnen de VN te veranderen via een cultuuromslag. Om het goede voorbeeld te geven had hij onlangs zijn bezittingen openbaar gemaakt. De SGVN voegde daaraan toe dat het zeker op het institutionele vlak niet eenvoudig zou zijn om veranderingen door te voeren. Vooral het aanpassen van de Veiligheidsraad aan de eisen van deze tijd beloofde een lastig karwei te worden. Hij achtte de lidstaten primair verantwoordelijk voor deze kwestie, maar toonde zich bereid te faciliteren. De minister-president erkende het politiek beladen karakter van hervorming van de Veiligheidsraad, maar onderstreepte dat in Nederlandse ogen dit cruciale onderdeel van de hervormingsagenda niet naar de achtergrond zou mogen verdwijnen.

De minister voor Ontwikkelingssamenwerking vroeg in de context van VN-hervorming in het bijzonder aandacht voor de aanbevelingen van het High-Level Panel over System-Wide Coherence. De voortvarende implementatie van deze aanbevelingen zou een goede, maar vooral ook eerste stap in de juiste richting vormen. De activiteiten van de VN dienden gestroomlijnd te worden om alsnog het behalen van de Millennium Development Goals binnen bereik te kunnen brengen.

Ten derde werd uitgebreid van gedachten gewisseld over de actuele internationale politieke agenda. De minister-president en de minister van Buitenlandse Zaken drongen aan op een grotere rol van de VN bij het wederopbouwproces in Afghanistan. Er was met name behoefte aan een actievere bijdrage in het Zuiden en de provincie Uruzgan, waar de VN tot nu toe onvoldoende zichtbaar was. De minister van Defensie lichtte vervolgens de Nederlandse militaire inspanningen nader toe. De SGVN sprak waardering uit voor de Nederlandse rol in Afghanistan en gaf aan voornemens te zijn een aantal VN-kantoren te openen in Zuid-Afghanistan, hetgeen van Nederlandse zijde positief werd onthaald.

De SGVN blikte ook terug op zijn bezoek aan Afrika, direct voorafgaand aan zijn komst naar Nederland. Hij had onder meer deelgenomen aan de Top van de Afrikaanse Unie in Addis Abeba en een bezoek gebracht aan de Democratische Republiek Congo (DRC). Ban Ki-moon gaf aan Afrika bewust kort na zijn aantreden als reisbestemming te hebben gekozen, om zijn belangstelling voor dit continent te benadrukken. Hij had de gelegenheid aangegrepen om een groot aantal bilaterale gesprekken te voeren, waaronder met President Bashir (Soedan) en President Kabila (DRC). In de gesprekken met Ban Ki-moon werd de actieve Nederlandse rol bij (post-) conflictsituaties op het Afrikaanse continent naar voren gebracht, met Soedan en de Grote Merenregio als belangrijkste voorbeelden.

Ook de spanningen tussen Ethiopië en Eritrea, de situatie in Somalië, de problemen in het Midden-Oosten, en de ontwikkelingen met betrekking tot Iran en Kosovo waren onderwerp van gesprek. De SGVN toonde zich zeer bereid om op deze politiek complexe dossiers naar vermogen een positieve bijdrage te leveren en toonde in algemene zin waardering voor de actieve Nederlandse bijdrage aan internationale vrede en veiligheid en de (geïntegreerde) inzet van het politieke, militaire en ontwikkelingsinstrumentarium.

Naast deze drie hoofdthema’s sprak de minister-president tijdens de werklunch zijn zorgen uit over de steeds pregnantere problematiek van klimaatverandering. Hij wees in dit verband op de brief die hij samen met de Britse Premier Tony Blair over klimaatverandering had opgesteld, en op de behandeling van dit onderwerp door de Europese Raad in maart 2007. De SGVN en de Nederlandse regering waren eensgezind van mening dat meer aandacht voor dit thema geboden was. Het was tijd voor daden, voornemens moesten worden vertaald in resultaten.

Samenvattend kan worden teruggekeken op een succesvol verlopen kennismaking met de nieuwe SGVN, die een positieve en gedreven indruk achterliet. Het feit dat hij Nederland reeds tijdens zijn eerste rondreis heeft aangedaan, kan worden beschouwd als een erkenning voor de belangrijke rol die Nederland in de VN speelt, en heeft Nederland een vroege gelegenheid gegeven om een aantal belangrijke zaken onder de aandacht van de SGVN te brengen.

2. Verslag Algemene Vergadering

2.1. Algemeen

In het algemeen verliepen de beraadslagingen tijdens de 61e AVVN vrij moeizaam. Dit werd mede veroorzaakt door de groeiende polarisatie tussen Noord en Zuid, en tussen de Organisation of Islamic Conference (OIC) en Westerse landen. Een gevolg van deze gepolariseerde sfeer was dat tijdens de onderhandelingen in de verschillende commissies meer dan ooit sprake was van blokvorming.

Tijdens de 61e AVVN werd desondanks een aantal positieve resultaten geboekt, waaronder de formele lancering van een VN-strategie voor de bestrijding van terrorisme, overeenstemming over een betere opzet voor de Economische en Sociale Raad (ECOSOC), over het gehandicaptenverdrag en het verdrag inzake het tegengaan van gedwongen verdwijningen, over de door Nederland en Frankrijk geïnitieerde resolutie inzake de bestrijding van alle vormen van geweld tegen vrouwen, en overeenstemming over een renovatieplan voor het VN-hoofdkantoor, het zogeheten Capital Master Plan.

In totaal werden in de verschillende commissies van de AV en in de plenaire vergadering ruim 250 resoluties behandeld. Voor de tekst van de resoluties en het stemgedrag van de lidstaten verwijzen wij u naar de website van de Verenigde Naties: http://www.un.org/Depts/dhl/resguide/r61.htm.

De herfstzitting van de AV werd mede beïnvloed door het einde van de termijn van SGVN Kofi Annan en de benoeming van zijn opvolger. Na een aantal informele verkiezingsronden (straw polls) in de VN-Veiligheidsraad, werd begin oktober duidelijk dat de Zuid-Koreaanse minister van Buitenlandse Zaken en Handel Ban Ki-moon met voorsprong op de meeste steun kon rekenen, inclusief die van de vijf permanente leden van de raad. Op 9 oktober nam de Veiligheidsraad unaniem een resolutie aan waarin Ban Ki-moon aan de AV werd voorgedragen als kandidaat-SGVN. De AV benoemde de nieuwe SGVN vervolgens bij acclamatie op 13 oktober 2006. De benoemingsprocedure voor de SGVN werd tevens beschreven in de antwoorden op de vragen van de leden Dittrich en Koser Kaya (TK 2006-2007, 275 Aanhangsel).

2.2. Ontwapening

Het bleek lastig om dit jaar in de Eerste Commissie vooruitgang te boeken. Dit was niet in de laatste plaats het gevolg van het opmerkelijke zelf-isolement van de VS, die vaak - en dikwijls als enige en zonder enige toelichting - tegen resoluties stemde, ook op minder omstreden terreinen.

Belangrijk resultaat vormde de aanvaarding van de door het Verenigd Koninkrijk ingediende resolutie over de totstandkoming van een internationaal wapenhandelsverdrag (VS stemde als enige tegen). Een positief resultaat voor Nederland vormde de nog bredere aanvaarding van de traditioneel door Nederland ingediende resolutie over Transparency in Armaments. Dit bleek de enige resolutie te zijn waar de VS bereid was tot cosponsorschap.

Een ontwerpresolutie die in het bijzonder aandacht kreeg was een door Japan gecirculeerde en in eerste instantie door de VS gesteunde veroordeling van de Noord-Koreaanse atoomproef. De tekst bleek uiteindelijk voor een aantal belangrijke partners van Japan, waaronder de VS, geen duidelijke meerwaarde te bieden ten opzichte van de inmiddels door de Veiligheidsraad aanvaarde resolutie 1737 tegen Noord-Korea. Hierop besloot Japan de ontwerpresolutie uiteindelijk niet in te dienen. Het Canadese ontwerp voor een resolutie over het verdrag tot stopzetting van de productie van splijtstof, een afgezwakte versie van een eerdere resolutie over hetzelfde onderwerp, haalde het evenmin, als gevolg van een gebrek aan consensus over de tekst.

2.3 Ontwikkeling

De AV ging dit jaar van start met een tweetal High Level bijeenkomsten over internationale migratie en ontwikkeling (Kamerstuk 2006-2007 29 693 nr.10), respectievelijk over de uitvoering van het Actieprogramma Minstontwikkelde Landen.

Een goed resultaat voor Nederland betrof de impliciete erkenning door de AV van een aparte MDG-target op het gebied van reproductieve gezondheid. Deze target wordt, naast nieuwe targets voor HIV/aids, biodiversiteit en decent work, nu binnen de VN geoperationaliseerd.

De onderhandelingen in de Tweede Commissie verliepen relatief snel, maar dat werd deels veroorzaakt door uitstel van beslissingen. Teleurstellend was dat gestemd moest worden over zowel de handels- als de klimaatresolutie, waar de tegenstellingen scherper waren dan ooit. Nederland onderhandelde namens de EU over de schulden-resolutie, hetgeen wel tot consensus leidde.

Besloten werd aan het begin van de volgende AV een High Level bijeenkomst over ontwikkelingsfinanciering te houden. Deze bijeenkomst zal als input dienen voor de review van de afspraken hierover die in 2004 tijdens de Top van Monterrey werden gemaakt. De review bijeenkomst zelf zal naar alle waarschijnlijkheid plaatsvinden in de tweede helft van 2008 in Doha.

2.4 Mensenrechten

De discussies en onderhandelingen in de Derde Commissie speelden zich af in een aanzienlijk verharde sfeer waarin groepsposities meer dan voorheen dominant waren. De nog onwennige relatie tussen de Mensenrechtenraad (MRR) en de Derde Commissie had een grote impact op het werk van de Derde Commissie. Tegen deze achtergrond kunnen de resultaten van de Derde Commissie redelijk positief worden genoemd.

Nederland behaalde een belangrijk succes met de consensusaanname van een substantiële resolutie die alle landen en de VN oproept hun inspanningen te intensiveren om alle vormen van geweld tegen vrouwen wereldwijd uit te bannen. Nederland had deze resolutie samen met Frankrijk ingediend. Andere positieve ontwikkelingen waren de uiteindelijke steun voor de (EU-) landenresoluties inzake Noord-Korea en Myanmar, en de aanvaarding van de EU-resolutie inzake religieuze onverdraagzaamheid. Belangrijkste minpunten waren het verlies van de landenresolutie inzake Oezbekistan en de uitkomsten van de resoluties inzake racisme en het recht op ontwikkeling. De aanvaarding van een Verklaring inzake de Rechten van Inheemse Volkeren werd uitgesteld.

Wat betreft normstelling op mensenrechtenterrein heeft deze AV zich zeer productief getoond met de aanvaarding van het Gehandicaptenverdrag en het Verdrag inzake Gedwongen Verdwijningen.

Over de ontwikkelingen in de MRR werd de Kamer reeds geïnformeerd (Kamerstuk 2006-2007, 30 800 V, nrs. 41 en 55).

2.5 Humanitair

Op humanitair gebied vormde de bespreking van het eerste rapport over de werking van het nieuwe Central Emergency Response Fund (CERF), één van de concrete resultaten van de Top van 2005, het belangrijkste onderdeel. Het fonds voldoet aan de verwachtingen met snelle hulp bij acute crises, zoals in Darfur en in landen in de Hoorn van Afrika, en met hulp aan ‘vergeten’ crises (bv. Centraal Afrika). De discussie ging vergezeld van een aparte bijeenkomst ter aanvulling van de middelen van het CERF, die zeer succesvol verliep. Er werd in totaal bijna 350 miljoen dollar aan nieuwe contributies toegezegd door een brede groep donoren; naar verwachting volgt er meer. Nederland verdubbelde zijn bijdrage voor 2006 tot 40 miljoen euro en zegde bovendien - net als enkele andere donoren - een meerjarenbijdrage toe (jaarlijks 40 miljoen euro voor de periode 2007 – 2009). Nederland is de derde grootste donor na het VK en Noorwegen.

2.6 Politieke onderwerpen

Van belang was de lancering door de AV van de VN-contraterrorismestrategie, een operationeel actieplan dat vooral, maar niet alleen, de taken van de VN op het gebied van terrorismebestrijding aangeeft. De VN neemt die taken, in nauwe samenwerking met onder andere de WB en IMF, voortvarend ter hand. Een positieve ontwikkeling was dat het mogelijk was om fundamentele geschilpunten, bijvoor beeld over de ‘oorzaken’ voor het ontstaan van terrorisme en het uitsluiten van verzet tegen buitenlandse bezetting van de definitie van terrorisme, grotendeels buiten deze strategie te houden. Deze fundamentele tegenstellingen bleven wel het parallelle proces om te komen tot een Alomvattend Terrorismeverdrag blokkeren.

Evenals voorgaande jaren liepen de gemoederen in de Vierde Commissie over de vele Midden-Oostenresoluties hoog op. Het conflict in Libanon en de Israëlische aanval op Beit Hanoun in Gaza leidden tot indiening van een aantal extra resoluties. Eén van de meest omstreden kwesties was dit jaar de resolutie over de situatie in Gaza en de Israëlische aanval op Beit Hanoun in het bijzonder. Deze resolutie werd behandeld in een speciale spoedzitting van de AV, nadat een resolutie over hetzelfde onderwerp in de Veiligheidsraad was getroffen door een veto. Nederland heeft zich in nauwe samenwerking met andere EU-partners ingezet om de tekst van de resolutie in evenwicht te brengen. Ook het Palestijnse ontwerp gericht op het opzetten van een VN-structuur ter registratie van schade veroorzaakt door de Israëlische ‘veiligheidsbarrière’ leidde tot veel discussie in de AV. De inzet van Nederland was om de tekst zo veel mogelijk in lijn te brengen met de aanbevelingen van de SGVN over dit onderwerp.

2.7 Financieel

Als vanouds verliepen de onderhandelingen in de Vijfde Commissie langzaam, maar er was meer dan voorheen oog voor de urgente noden van de VN. De sfeer leek beter dan in de meeste andere commissies. Nederland heeft constructief kunnen bijdragen door in de Vijfde Commissie de coördinatie van een aantal onderwerpen voor zijn rekening te nemen. Bovendien heeft Nederland het EU-voorzitterschap ontlast door op zware dossiers als burden-sharer te fungeren.

Centraal onderwerp vormde de nieuwe contributieschaal die iedere drie jaar opnieuw wordt uitonderhandeld. Eigenlijk ijverde alleen de EU voor een aanpassing, omdat de huidige methodiek die aan de bepaling van de schaal ten grondslag ligt negatiever uitviel voor de EU dan voor de rest van het VN-lidmaatschap. Uiteindelijk werd besloten de bestaande methodologie te handhaven en de Contributiecommissie te vragen om met nieuwe voorstellen te komen. De Nederlandse bijdrage stijgt voor de komende twee jaar procentueel van 1,69 naar 1,873 procent.

Na vele jaren van onderhandelen, waarin Nederland binnen de EU een zeer actieve rol heeft gespeeld, kon overeenstemming worden bereikt over de financiering van de urgente renovatie van het asbest-rijke VN gebouw, het zogenaamde Capital Master Project. De renovatie moet in 2014 zijn voltooid.

Besluitvorming over substantiële zaken als verbetering van het aanbestedingsproces, personeelsbeleid, en beter toezicht en verantwoording zal aan de orde zijn tijdens de voorjaarszitting van de Vijfde Commissie (maart-mei 2007).

2.8 Juridisch

Een goed resultaat in de Zesde Commissie was de aanvaarding van een door Nederland geïnitieerde resolutie over de relatie tussen de VN en het Internationaal Strafhof.

Daarnaast bestond er, zeker bij de westerse landen, tevredenheid over de bespreking van het nieuwe agendapunt Rule of Law, gericht op zowel internationale als nationale naleving. Aan de SGVN werd verzocht haast te maken met de start van de Rule of Law Assistance Unit, een van de afspraken van de Top van 2005.

In totaal nam de Zesde Commissie met consensus 13 resoluties aan, waaronder de jaarlijkse terugkerende resolutie over de bestrijding van terrorisme en de resolutie inzake bescherming van diplomatieke missies.

2.9 Hervorming

Op het gebied van VN-hervormingen is de voortgang beperkt. Het belangrijkste resultaat is de overeenstemming over de nieuwe opzet van ECOSOC, ter versterk ing van zijn rol op het gebied van coördinatie, uitvoering en monitoring van de op (top)conferenties overeengekomen ontwikkelingsdoelstellingen, waaronder de MDG’s. Daartoe zijn twee nieuwe instrumenten in het leven geroepen, te weten een jaarlijkse ministeriële policy review en een tweejaarlijks High-level Development Cooperation Forum.

Op 9 november werd het rapport van het door de SGVN ingestelde High-level Panel on System-wide Coherence on Development, Humanitarian Assistance and Environment, getiteld Delivering as one, gepresenteerd. In het rapport worden aanbevelingen gedaan voor een effectiever en efficiënter optreden van de VN op deze terreinen. De Kamer werd hierover reeds geïnformeerd bij brief van 18 december 2007 (Kamerstuk 2006-2007, 26 150, nr.43). Besluitvorming door de AV zal naar verwachting pas tijdens de 62e zitting plaatshebben.

Op het terrein van management- en secretariaatshervorming werden aan het eind van de 60e AVVN enkele kleine stappen gezet, zoals iets meer financiële bewegingsruimte voor de SGVN, instelling van een Assistant Secretary-General (ASG) voor ICT-zaken, en een andere opzet van het VN-jaarverslag. Tijdens de najaarszitting van de 61e AVVN werd op dit terrein geen verdere vooruitgang geboekt.

Ook de doorlichting van de circa 9.000 mandaten van de VN verloopt traag. In eerste instantie verzandde de discussie vooral in definitiekwesties, waardoor het erop leek dat slechts 400 mandaten voor herziening in aanmerking zouden komen. Nu is eindelijk besloten dat alle mandaten aan de orde zullen komen. Als eerste wordt gestart met het cluster ‘drugs, misdaadpreventie, internationaal terrorisme’.

Op het gebied van Veiligheidsraadhervorming werd, als gevolg van onverminderde meningsverschillen onder de lidstaten, weinig vooruitgang geboekt. Tijdens het plenaire AV-debat over dit onderwerp in december 2006 bleek wel een groeiende belangstelling voor het Nederlandse idee van uitbreiding volgens een transitiemodel, waarin kandidaten voor een mogelijk toekomstig permanent lidmaatschap zich kunnen bewijzen. Nederland speelt reeds geruime tijd een bijzondere rol ten aanzien van dit vraagstuk, door de faciliterende rol van de Nederlandse Permanente Vertegenwoordiger (PV).

Over hervorming van de AV zelf werd een weinig opzienbarende resolutie aangenomen, die vooral ging over de relatie met de Veiligheidsraad en de procedures rond de verkiezing van de nieuwe SGVN, maar niet of nauwelijks over stroomlijning van de eigen werkzaamheden.

2.10 Overige onderwerpen

En marge van de AV werd het rapport van het High Level Panel van de ‘Alliantie der Beschavingen’ gepresenteerd door de initiatiefnemers, de Turkse Premier Erdogan en de Spaanse Premier Zapatero. De Alliantie is gebaseerd op de gedachte dat alle samenlevingen onderling afhankelijk zijn voor hun eigen ontwikkeling en veiligheid. Het High Level Panel heeft in het rapport een actieplan voor staten, internationale organisaties en het maatschappelijk middenveld opgesteld, gericht op de bevordering van een goede onderlinge verstandhouding. Het actieplan richt zich voornamelijk op vier terreinen: onderwijs, migratie, jongeren en media. Naar aanleiding van het rapport zal er een Speciaal Vertegenwoordiger van de SG voor de Alliantie aangesteld worden. De AV President belegt over dit onderwerp in het voorjaar een plenair debat. Nederland heeft zich recentelijk aangesloten bij de Group of Friends van de Alliantie der Beschavingen.

De Peacebuilding Commission (PBC) heeft inmiddels een begin gemaakt met het ontwikkelen van vredesopbouwstrategieën voor de post-conflictlanden Burundi en Sierra Leone. De werkzaamheden van de PBC zullen dit jaar worden voortgezet.