Toelages en declaraties politietop meestal in orde

Het overgrote deel van de toelagen die de korpschefs en hun plaatsvervangers bij de politie bovenop hun salaris krijgen, is toegekend volgens de geldende landelijke of regionale regels. In 23 van de 196 gevallen is er geen basis in de regelgeving. Minister Hirsch Ballin (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties) vraagt daar een einde aan te maken. Verder is hij met de politie in overleg over een eenvoudiger en soberder pakket arbeidsvoorwaarden voor de politietop.

Dat schrijft Hirsch Ballin aan de Tweede Kamer in reactie op een onderzoek van de Rijksauditdienst (RAD). De RAD onderzocht de beloningen, toelagen en declaraties van korpschefs en plaatsvervangend korpschefs in 2008 en 2009. De minister concludeert dat er geen sprake is van misbruik van de regels over toelagen en declaraties bij de top van de Nederlandse politie.

Toelagen

In slechts een klein aantal gevallen (23 van de 196) zijn toelagen verstrekt in strijd met de toen of nu geldende regels. Voorbeelden daarvan:

  • een toelage die al bij de aanstelling wordt toegekend voor goed functioneren, terwijl het goede functioneren nog niet kan zijn aangetoond;
  • te hoge vergoeding voor verhuiskosten;
  • vergoedingen die volgens de regels niet bestaan: voor kinderopvang, belastingheffing, internet of een 'persoonlijke toelage';
  • vergoedingen voor representatiekosten zonder goede afspraken wat daar wel en niet onder valt, dus wat er verder nog gedeclareerd kan worden;
  • een onjuiste gratificatie bij een ambtsjubileum (netto in plaats van bruto uitgekeerd).

Declaraties

De Rijksauditdienst onderzocht bijna een kwart van de ingediende declaraties van de korpschefs en plaatsvervangend korpschefs. In 70 procent van de gevallen was alles in orde. In de andere gevallen konden de accountants de declaraties niet goed beoordelen. Bij dienstreizen van (plv.) korpschefs georganiseerd door een externe organisatie, ging de rekening onvoldoende gespecificeerd naar het korps. Daardoor konden de accountants geen afzonderlijke uitgaven binnen de facturen beoordelen.

Een tweede categorie declaraties waar de accountants opmerkingen bij plaatsen zijn representatiekosten. Als een korpschef een vaste vergoeding voor representatiekosten krijgt zonder dat er afspraken zijn wat daar wel en niet onder moet vallen, kan de accountant niet beoordelen of een bepaalde uitgave nog apart gedeclareerd kon worden.

Minister Hirsch Ballin vindt dat er bij alle korpsen snel goede afspraken over representatiekosten moeten komen als die afspraken er nu nog niet zijn. In het nieuwe pakket arbeidsvoorwaarden voor de politie wordt dat in elk geval geregeld. Ook mag een korpschef of plaatsvervanger nooit meer eigen declaraties beoordelen; iemand anders moet die controleren en goedkeuren.

Passende maatregelen

Als een korpsbeheerder (burgemeester die het beheer over een regionaal politiekorps voert) in het verleden afspraken met een (plv.) korpschef over arbeidsvoorwaarden heeft gemaakt volgens oude regionale regels die inmiddels in strijd zijn met landelijke regels, is dat die (plv.) korpschef niet te verwijten. Terugbetalen is dan ook niet redelijk. Wel moeten de oude regionale regels ingetrokken worden.
Als er voor dergelijke afspraken geen enkele basis in de regels en bovendien geen enkele rechtvaardigingsgrond is, vraagt minister Hirsch Ballin de korpsbeheerder te kijken naar de juridische mogelijkheden om toelagen terug te vorderen of stop te zetten.
Hij vraagt gedeclareerde kosten wel terug te vorderen als die boven de norm lagen of als er geen betalingsbewijzen zijn geleverd, tenzij er een adequate motivering voor de declaraties is.

Nieuw pakket arbeidsvoorwaarden politietop

In januari is al met de korpsbeheerders gesproken over een nieuw, eenvoudiger en soberder pakket arbeidsvoorwaarden voor de top van de politie. Op verzoek van de Tweede Kamer is dit pakket nog niet definitief vastgesteld; eerst moest het onderzoek van de Rijksauditdienst zijn afgerond en overleg met de Tweede Kamer kunnen plaatsvinden.

Voor het nieuwe pakket arbeidsvoorwaarden stelt Hirsch Ballin voor:

  • een vaste vergoeding voor onkosten van maximaal 5 procent van het bruto jaarsalaris, met goede afspraken wat uit die vaste vergoeding betaald hoort te worden;
  • één vaste algemene toelage van maximaal 25.000 euro bruto per jaar bovenop het normale salaris, maar alleen als daar aanleiding voor is; deze toelage vervangt de verschillende toelages die er nu zijn voor bijvoorbeeld werving en behoud, bijzondere prestaties en goed functioneren, beschikbaarheid en bereikbaarheid, waarneming en detachering.
  • wel of niet een dienstauto;
  • gebruik van een laptop, mobiele telefoon, een computer thuis, creditcard en indien tijdelijk nodig een vergoeding voor verblijf- en verhuiskosten, met regels over de verantwoording daarvan;
  • geen compensatie van belastingheffing over voorzieningen die de Belastingdienst als loon in natura ziet;
  • geen afspraken over doorbetaling van loon of aanvullingen op het pensioen bij vertrek;
  • een salaris dat altijd onder de grens van 130 procent van het ministerssalaris blijft;
  • de Algemene Bestuursdienst van het Ministerie van BZK beoordeelt alle individuele arbeidsvoorwaarden van de politietop bij indiensttreding of wijziging.

Vooruitlopend hierop vraagt minister Hirsch Ballin aan de korpsbeheerders om verouderde regionale regelingen over arbeidsvoorwaarden in te trekken en afspraken te maken over wat wel en niet uit de vergoeding voor representatiekosten betaald hoort te worden.

Uitleg begrippen

  • Een korpschef is een hoofdcommissaris van politie die de dagelijkse leiding heeft over een regionaal politiekorps. Korpschefs hebben de status van ambtenaar. Ze vormen samen de Raad van Korpschefs.
  • Een korpsbeheerder is de burgemeester van de centrumgemeente in een politieregio. De korpsbeheerder is de werkgever van de korpschef. Korpsbeheerders hebben de status van bestuurder. Ze vormen samen het Korpsbeheerdersberaad.