Visie bloembollencultuur wijzigt koers

Minister Verburg was te gast bij de 150-jarige Algemeene Vereeniging voor Bloembollencultuur. Daar nam zij ook de visie op de Bloembollencultuur in ontvangst. De visie wijzigt de koers en zet aan tot een andere houding.

Speech van de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, G. Verburg, 150 jarig bestaan Koninklijke Algemeene Vereeniging voor Bloembollencultuur, 19 mei 2010

Dames en heren,

Ik was in New York bij een bijeenkomst van de Verenigde Naties waar ik heb aangegeven dat de landbouw een kans heeft om bij te dragen aan oplossingen voor het voedselprobleem en het klimaatprobleem. Kansen voor een innovatieve landbouw, de bollensector, dat zie ik ook terug in de visie. Maar eigenlijk wil ik beginnen met u van harte te feliciteren met uw jubileum. Met het 150-jarig bestaan van de Koninklijke Algemeene Vereeniging voor Bloembollencultuur.

Mooi dat u de oude spelling handhaaft: Algemeene, Vereeniging. Dat geeft de KAVB de grandeur die het verdient. En het eert op gepaste wijze Jacob Heinrich Krelage, uw oprichter. Niet alleen een bekwaam kweker, maar ook een uitstekend voorzitter.

Ik las ergens dat hij bij het 15-jarig bestaan van de KAVB – van tevreden leden - een boek kreeg met een marmeren kaft! - Ik zie overigens dat ik het moet doen met een papieren kaft -. Maar geen nood, het gaat om de inhoud. En die heb ik al stiekem doorgenomen.

En kort samengevat: ik ben onder de indruk. Allereerst van uw timing. Wat er op dit moment gebeurt gaat u niet in de koude kleren zitten. Het rommelt in bollenland: economische tegenwind, steeds weer nieuwe fytosanitaire eisen, zorgen over de druk van de teelt op milieu en ruimte en de veranderingen in de vraag van consumenten. Het zijn ontwikkelingen die de sector onder druk zetten. En waar de sector op moet reageren. Dat doe je door offensief te zijn.

En dat doet deze Visie. Het wijzigt de koers. En het zet aan tot een andere houding. En dat is wezenlijk. De richting die de KAVB met deze Visie inslaat, is mijn inziens een hele goede. Maar het moet niet alleen het verhaal van de KAVB zijn. Het moet het verhaal worden van de hele sector: van teler tot retailer, dus keten-breed.

Zoom ik wat verder in op de Visie, dan zie ik meer interessante zaken. Meer vraagsturing. Meer aandacht voor de wensen van de consument en burger via de door u geformuleerde maatschappelijke opdracht.

Dat heeft u verder uitgewerkt in twee sporen: meer aandacht voor onder andere ondernemerschap en maatschappelijke omgeving aan de ene kant - u noemt dat de alfa-kant van uw Visie - en meer aandacht voor bijvoorbeeld fundamenteel onderzoek en productverbetering aan de andere kant, de zogenaamde béta-kant.

U vertaalt beide kanten meteen naar de praktijk in een aantal mooie plannen en onderwerpen. Zo wilt u gaan u werken aan onderwerpen als ‘Ketensamenwerking’ en ‘bewustwording van de consument’. En u bent daar al mee aan de slag gegaan in het project ‘Meer markt, meer marge’. Dat is méér ondernemerschap. Met als één van de uitkomsten het succesvolle ‘bol-in-pot’ product.

Ook als het gaat om innovaties op het gebied van de teelttechniek (de beta-kant van uw Visie) bent u veel van plan. En ook hier zijn al wat resultaten te melden. Op mijn ministerie bijvoorbeeld is men erg te spreken over het onderzoek naar de inhoudsstof galantamine van de narcis, voor de behandeling van de ziekte van Alzheimer. Dat is een prachtig voorbeeld van hoe de bloembollensector haar maatschappelijke opdracht inhoud geeft. Ook omdat het leidt tot meer draagvlak in de samenleving.

Ik ben dan ook zeer gecharmeerd van deze bèta-kant. Vanuit LNV zijn we dan ook initiatieven gestart op het gebied van precisielandbouw, groene genetica en ‘teelt de grond uit’. Het zijn weliswaar projecten bedoeld voor de hele landbouwsector, maar ik wil graag de bloembollensector aanmoedigen om bij deze initiatieven aan te sluiten en gebruik te maken van de regelingen en instrumenten. Mis deze kans niet, zeker ook omdat u zich in de Visie terecht afvraagt of de huidige inzet en aanpak wel voldoende zullen zijn.

Ik wil u daar graag in tegemoet komen. En ik bied u aan, om op punten waar nog niets loopt en waar ook LNV toekomst ziet, samen onderdelen van de Visie uit te werken, en om plannen concreter te maken. Denk bijvoorbeeld aan innovaties, technologie en teelttechnieken of kennisverspreiding. Ik heb daar 50.000 € voor vrij gemaakt.

En ik heb nog een tweede cadeau voor u. Je wordt tenslotte maar één keer in je leven 150 jaar. Ik wil graag de sector ondersteunen door gezamenlijk een leerstoelgroep plantenfysiologie op te richten. En ik bied u aan om hiervoor de helft, euro150.000 €, gedurende drie jaar daaraan bij te dragen. Dat is een hoop geld – zeker in een tijd met veel bezuinigingen, in deze economisch wat moeilijkere tijden - maar het is het meer dan waard als op deze manier baanbrekende vindingen op het gebied van teelt en afzet een nieuwe impuls kunnen krijgen.

En wie weet - dames en heren - liggen die nieuwe kansen om sterker uit de crisis te komen. En wellicht zijn er vindingen op het gebied van het milieu. Want daar is nog wat werk te verrichten. En juist dat heb ik een beetje gemist in de Visie.

Natuurlijk. De bloembollensector werkt hard aan de verschillende milieudoelstellingen.

Ik ben de eerste die dat zal erkennen: het milieuplatform, het landelijk milieu-overleg bloembollen, onderzoek naar duurzame bestrijding van ziekten en plagen. Het is er allemaal. En ook de meerjaren afspraken over energie en gewasbescherming, en de aandacht voor co-vergisting, spoelbassins en het nitraat actieprogramma, vergeet ik niet.

Maar daarmee bent u er nog niet. Want de roep in de samenleving - om het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen te verminderen, wordt alsmaar krachtiger. En het is nog steeds zo dat de sector voor een belangrijk deel zwaar leunt op het gebruik van grondontsmettingsmiddelen.

Dat wordt dus nog een forse opgave en uitdaging. Met name ook omdat de exportlanden op fyto-sanitair gebied juist enige eisen stellen.

Zaak is dan ook om naar nieuwe middelen of manieren te zoeken die zowel een gezonde ziektevrije bodem garanderen, maar die ook het predikaat ‘milieuvriendelijk’ voluit waarmaken. Want zoals u zelf terecht ook schrijft in de Visie: ‘De toekomst van de sector is bijzonder afhankelijk van consumenten en burgers die de producten en diensten van de sector zien, begrijpen en waarderen’.

Die zoektocht naar nieuwe middelen of manieren moet dan ook samen – met alle ketenpartijen – worden ondernomen. Immers, teelt én handel bedienen samen de markt. Van belang is het dan ook dat de schotten worden neergehaald en dat u, als KAVB, nog meer de gesprekken aangaat met uw omgeving. Met bijvoorbeeld handelsorganisatie Anthos, de Bloembollen Keuringsdienst en de Plantenziektekundige Dienst. Maar zeer zeker ook met consumenten en burgers. Dat bedoel ik met middenin de samenleving.

Want alleen op die manier kunt u – zoals u in de Visie schrijft - ‘de ontwikkelingsstap maken van alleen maar productie- en rendementsdenken naar het besef dat de ondernemer ook een maatschappelijke opdracht heeft te vervullen’.

Ik hoop zeer – dames en heren – dat het u gaat lukken die stap te zetten. Want als dat lukt - en waarom zou het niet lukken - , dan is de toekomst van de sector, van de KAVB ook voor de volgende 150 jaar verzekerd.

Ik dank u voor uw aandacht.

Dames en heren,

Ik heb net de Visie en het toekomstperspectief van uw Vereniging mogen ontvangen. We moeten alleen nooit vergeten dat een vereniging als de KAVB alleen bestaansrecht heeft, bij de gratie van haar leden.

En een aantal van die leden, wil ik hier vandaag graag in het zonnetje zetten.

Dames en heren,

Deze decorandus moet iedereen hier in deze zaal kennen. Want al bijna 30 jaar lang zet hij zich in voor de KAVB. Daarnaast is hij ook nog eens bestuurslid van de Keukenhof Holland, vice-voorzitter van de Raad van Bestuur Keukenhof Holland en lid van het Scheidsgerecht voor de Bloembollenhandel.

Jan Pennings, want over hem heb ik het, heeft in die 30 jaar een ongelofelijk brede kennis van de gehele sector - dus teelt én handel - opgebouwd. En volgens mij stroomt er in plaats van bloed, bloemensap door zijn aderen. Want als ik kijk naar zijn ‘track-record’, zijn loopbaan in het bloembollenbedrijf, dan is hij van alle markten - en van alle soorten - thuis.

Want ik zie in zijn CV onder andere de productgroep Narcis, de gewascommissie Hyacint, het Tulpen comité en de taxatiecommissie Ditylenchus dipsaci.

Nu moest ik over die laatste even nadenken, want dat deed zo snel geen belletje rinkelen (dat merkte u misschien ook al aan mijn uitspraak). Het is het Stengelaaltje, en dat is geen bloem, het is een ongelofelijk vervelend aaltje dat onder ander kroef bij uien, en reup bij rogge veroorzaakt. En dat gaten vreet in bloemen en bladeren. Maar dat hoef ik u waarschijnlijk niet te vertellen.

Jan Pennings heeft in totaal in 11 van deze externe organisaties, zitting genomen. En hoewel ze alle 11 natuurlijk even belangrijk zijn, wil ik er twee uitlichten. Ik noemde ze net al even: Keukenhof Nederland en het Scheidsgerecht voor de bloembollenhandel.

De Keukenhof is natuurlijk een icoon van Nederland, met 800.000 bezoekers, waarvan tweederde uit het buitenland. Het is dan ook uitermate belangrijk dat in de Raad van Bestuur, de portefeuille van het bloembollenvak op deskundige wijze wordt ingevuld.

Navraag leert dat de inzet van Jan Pennings als zeer actief, constructief, deskundig en enthousiast wordt gewaardeerd. En dat zijn gedegen en nuchtere inbreng zeer op prijs worden gesteld. Jan Pennings is dan ook voor een tweede periode benoemd als bestuurslid.

Bij het Scheidsgerecht voor de Bloembollenhandel hoor ik dezelfde verhalen. Jan Pennings benadert geschillen niet alleen als kweker – want dat is hij tenslotte – maar ook vanuit het belang van het totale bollenvak. Hij heeft de brede kijk die zo noodzakelijk is, en men roemt zijn grote vakbekwaamheid. En zijn enorme inzet.

Of liever gezegd, zijn tomeloze inzet. Want naast al deze activiteiten voor de bloembollen, is Jan Pennings ook nog eens in de weer met vrijwilligerswerk voor de kerk en voor handbal- en voetbalclub ZAP te Breezand.

Dit alles is natuurlijk niet onopgemerkt gebleven. Ik ben dan ook blij dat ik u mag meedelen dat het Hare Majesteit de Koningin heeft behaagd u, Jan Pennings, te benoemen tot Lid in de Orde van Oranje-Nassau.

Ik wil u vragen naar voren te komen, zodat ik u de versierselen kan opspelden.

Dames en heren,

Het begon in 1983 in Café Swart in Egmond-Binnen. Een bescheiden tentoonstelling met bloemen van kwekers uit de omgeving. Mede door de enthousiaste inzet van vrijwilligers is deze tentoonstelling ‘Egmonds Bloemenzee’ uitgegroeid tot een jaarlijks evenement met rond de 10.000 bezoekers per jaar.

Het kan haast niet anders dat u - als kwekers en kenners - dit evenement kent. En dan weet u ook wie de oprichter en drijvende kracht was achter deze tentoonstelling: Thomas Pepping. Ik zeg ‘was’, want de voorlopig laatste Bloemenzee is in 2007 gehouden.

En dat is natuurlijk buitengewoon jammer. Niet alleen omdat ik weet dat er toch altijd wel hele bijzondere bolgewassen te zien waren, die vaak het resultaat waren van tientallen jaren speurwerk en onderzoek. Maar ook omdat het hele idee achter de show zo goed was. ‘We wilden door middel van de presentatie door regionale bloembollenkwekers meer bekendheid en openheid bieden omtrent de bollensector en ons product, en laten zien waarmee wij bezig zijn’, aldus Thomas Pepping.

En dat is hem 25 jaar lang op een voortreffelijke manier gelukt. Dat die 26ste editie er niet meer kwam - door een gebrek aan nieuwe bestuursleden - heeft ook wel met de instelling van Thomas Pepping te maken. Als je iets doet, dan moet je het goed doen. Toen dan ook bleek dat door de aanhoudende drukte op de agrarische bedrijven het niet meer mogelijk was om de Bloemenzee voldoende te ondersteunen, heeft Thomas Pepping de stekker eruit getrokken: ‘Want als je iets organiseert, dan wil je dat goed doen’.

Van die instelling heeft ook de KAVB profijt gehad. Vol overgave heeft hij zich – naast zijn werk als bollenkweker - gestort in tal van commissies en besturen. Om de sector te promoten, en om de communicatie met de buitenwereld op gang te houden. Denk daarbij aan de klankbordcommissie Herinrichting Bergen, Egmond en Schoorl, de KAVB-kring Kennemerland en het Wateraanvoerplan Tijdverdrijfslaan.

En ook buiten de KAVB was en is Thomas Pepping actief. Als bestuurslid van het jongerenkoor van Egmond a/d Hoef bijvoorbeeld. Of als actief lid van muziekvereniging ‘Lamoraal van Egmond’.

Dit alles is natuurlijk niet onopgemerkt gebleven. Ik ben dan ook blij dat ik u mag meedelen dat het Hare Majesteit de Koningin heeft behaagd u, Thomas Pepping, te benoemen tot Lid in de Orde van Oranje-Nassau.

Ik wil u vragen naar voren te komen, zodat ik u de versierselen kan opspelden.

Dames en heren,

Ik ben aangekomen bij de laatste decorandus. Na twee heren, nu een vrouw. En wat voor één.

Als ik zo kijk naar het aantal commissies en besturen waarin zij zitting heeft genomen, een vergadertijger. Als ik kijk naar de inhoud van dat werk, een voorvechtster op het terrein van de emancipatie van de agrarische vrouwen.

En als ik kijk naar haar inzet in de gemeenteraad, een politiek dier.

Een vergadertijger, een voorvechtster en een politiek dier, dat kan er maar één zijn, dames en heren: mevrouw Elly Zandwijk – Van Hage.

Eigenlijk is het allemaal begonnen bij de Katholieke Land- en Tuinbouwbond, de LTB. Daar viel u al meteen op door uw inzet bij het behartigen van de belangen van de bij de LTB aangesloten zelfstandige agrarische ondernemers, hun bedrijven en hun gezinnen.

U heeft daar grote indruk gemaakt door uw bijzonder open en innemende persoonlijkheid. Door uw verantwoordelijkheidsgevoel voor de medemens. Uw gemeenschapszin. En natuurlijk door uw kennis van zaken, want anders was u nooit voorzitter van de kring De Duinstreek geworden. En daarmee tevens één van de drie vrouwelijke kringvoorzitters (van de in totaal 10 kringen) van de LTB!

U was daarmee een voorbeeld voor veel agrarische vrouwen. En u heeft dat prachtig in de praktijk getoond. U heeft veel gedaan voor de erkenning en verbetering van de positie van de meewerkende agrarische vrouwen. Zo heeft u zich – als lid van de Commissie LTB-vrouwen – hard gemaakt voor een grotere vertegenwoordiging van agrarische vrouwen in bestuurlijke functies in alle lagen van de organisatie. En met succes!

Ook geweldig vind ik uw inzet voor zaken als scholing en het (agrarisch) onderwijs. Zo bent u lid geweest van het bestuur van de Stichting Onderwijsinstelling van de LTB. Van het schoolbestuur Katholiek Onderwijs Noordwijkerhout. En van het Katholiek Onderwijs Duin- en Bollenstreek.

En het houdt maar niet op. Want ook bent u lid van het Kerkbestuur, van de Katholieke Bond van Ouderen en sinds 1990 bent u ook nog actief in de politiek. U heeft zelfs 8 jaar - voor het CDA! - in de gemeenteraad van Noordwijk gezeten. En u bent natuurlijk ook nog eens een zelfstandig ondernemer. Waar haalt u de tijd vandaan!

Want het is bepaald niet alleen de kwantiteit die telt- en dat geldt ook voor de twee heren voor u – de kwaliteit van uw prestaties, is ook nog eens voortreffelijk. Want als u iets doet, dan doet u het goed. Met hart en ziel. En met passie en met volle inzet.

Ik ben dan ook bijzonder blij dat ik u mag meedelen dat het Hare Majesteit de Koningin heeft behaagd u, Elly Zandwijk – Van Hage, te benoemen tot Lid in de Orde van Oranje-Nassau. Ik wil u vragen naar voren te komen, zodat ik u de versierselen kan opspelden.