Kwaliteit: van zicht naar inzicht

Om de zorg te verbeteren, hebben we niet alleen zicht nodig op de verschillen in kwaliteit, we moeten ook weten hoe we die verschillen kunnen wegnemen. Dat zei minister Ab Klink tijdens het congres van de Dutch Colorectal Audit.

Dames en heren,

U heeft vanmorgen van mijn directeur-generaal Leon van Halder al gehoord waar we bij VWS voor staan. We willen kwaliteit en doelmatigheid in de zorg. En om dat te bereiken hebben we zicht nodig op wat we doen. Alleen zo kunnen we de patiënt bieden waar die recht op heeft: goede, veilige zorg. En keuzevrijheid.
En, zo is mijn stellige overtuiging: alleen op die manier blijft de zorg betaalbaar. Het is niet mijn bedoeling het verhaal van Leon van Halder nog eens over te doen, maar dit wil ik toch nog wel even benadrukken: de drie grote uitdagingen waar we voor staan zijn kwaliteitsverbetering, kostenbeheersing en verlichting van de werkdruk. En die drie hebben alles met elkaar te maken.
Want goede zorg is in de regel ook goedkopere zorg. Goede zorg leidt tot minder complicaties, tot minder overbehandelen. Tot minder medicijnfouten en hersteloperaties. En dus tot minder werk. Goede zorg is: drie vliegen in één klap slaan.

U weet dat we onder grote druk staan om de uitgaven in de zorg te beheersen. De vergrijzing, de groei van het aantal chronisch zieken en de technologische ontwikkelingen stuwen de vraag continue omhoog.  Als we niets doen, wordt het echt onbetaalbaar.
Steeds vaker gaan er stemmen op om dan maar te snijden in het basispakket. Om het eigen risico te verhogen.

Dames en heren, ik vind dat we daar pas in laatste instantie aan mogen denken. Mijn stellige overtuiging is dat we op een veel aantrekkelijker en productiever manier aan kostenbesparing te doen: door kwaliteitsverbetering. Door innovatie. En door doelmatiger werken.
Saving lives and saving costs, zoals de Amerikaanse president Obama dat zo mooi heeft verwoord. Natúúrlijk moet je dat als eerste doen, voordat je de rekening bij de burger neerlegt.
Vandaar dat ik zo blij ben met uw initiatief om de zorg voor darmkankerpatiënten te vergelijken en te verbeteren. Dat sluit volgens mij naadloos aan op mijn beleid.
Deze audit, de DSCA, onderbouwt ook dat goede zorg geld bespaart. Het gaat natuurlijk nog om schattingen, maar toch. Méér patiënten met een bekende lymfklierstatus, en daardoor minder onnodige chemotherapie, zou in uw berekeningen meer dan 100 onnodige chemokuren per jaar kunnen besparen. Of in geld uitgedrukt ruim 4 ½ miljoen euro.
En minder complicaties scheelt voor patiënten per persoon meer dan 17 dagen in het ziekenhuis.
Doorgerekend kan dat op jaarbasis zo’n dikke 10 miljoen euro besparen. Daar worden patiënten blij van, en daar word ik ook blij van.

Dames en heren, ik zei het al: we willen kwaliteit. Maar om kwaliteit te meten moet je kwaliteit kunnen zien. En vergelijken. Daarmee zijn we al goed op weg.
De inspectie en Zichtbare zorg vragen al sinds het begin van deze regeerperiode aan ziekenhuizen om hun kwaliteit inzichtelijk te maken met behulp van kwaliteitsindicatoren.
Maar zicht hebben op verschillen, daarmee ben je er nog niet. Meten is niet altijd weten. Als je ziet dat mensen na een operatie bij darmkanker in het ene ziekenhuis vaker complicaties krijgen dan in het andere ziekenhuis, zegt dat eigenlijk nog steeds niet zo veel. Dan wil je natuurlijk ook weten waar dat verschil door veroorzaakt wordt. Heeft het te maken met de behandelmethode of is er wellicht sprake van relatief veel of juist relatief weinig patiënten met een gecompliceerder verloop van de aandoening?  
Willen we transparantie laten samenvallen met kwaliteitsverbetering, dan is het ook nodig dat we weten waaróm er verschillen zijn. We willen niet alleen zicht, we willen ook inzicht.
En inzicht is wat dit prachtige registratiesysteem biedt, dat door u is opgezet.
Want het blijft niet bij meten alleen. De gegevens zijn het hele jaar door online beschikbaar voor alle deelnemende specialisten en ziekenhuizen. Die zien meteen hoe ze er voor staan. Hoe goed ze het doen. Of juist niet.
En waar dat aan ligt.
Daarmee ga je van zicht naar inzicht. Daarmee zet  je concrete stappen naar betere zorg.

Ik neem deze eerste jaarrapportage van de DSCA dan ook met genoegen in ontvangst. U begrijpt: ik heb rapport al even mogen inzien. En het ziet er veelbelovend uit.
Wat mij opvalt is dat alle ziekenhuizen meedoen. Waardoor in 2009 al 6000 mensen met darmkanker zijn geregistreerd. Met zulke grote patiëntengroepen heb je echt een waardevolle bron van informatie. Er zijn nieuwe, niet eerder bekende gegevens boven water gekomen.
Uit ervaringen in de VS, Engeland en Noorwegen weet ik dat je daarmee concrete stappen kunt zetten naar méér kwaliteit, naar betere zorg voor de patiënt.
Ik noem wat voorbeelden:
De sterfte na darmkankeroperaties is ongeveer vier procent. Ik heb me laten vertellen dat dit drie procent lager is dan verwacht. Op basis van dit rapport zien we ook dat er geen ziekenhuizen zijn waar het sterfterisico opvallend groter is. Dat is mooi nieuws.
Maar we zien dank zij deze rapportage ook dat het nog beter kan.
Oudere patiënten die door een complicatie plotseling moeten worden geopereerd, lopen het grootste risico om na de ingreep te overlijden. Meer aandacht voor het voorkomen van complicaties bij deze kwetsbare groep, zou de sterftecijfers nog verder omlaag kunnen brengen.

Iets anders: we blijken in Nederland vaak kijkoperaties in te zetten om tumoren te verwijderen, vaker dan in het buitenland. Ook dat is goed nieuws, want bij kijkoperaties zie je minder sterfgevallen en complicaties.
En ook heel belangrijk: de patiënt knapt veel sneller op.
Maar wat blijkt: als een kijkoperatie tijdens de ingreep toch moet worden omgezet in een open operatie, stijgt de kans op complicaties en sterfte ineens flink. Die is dan ook hoger dan wanneer meteen was gekozen voor een open operatie.
De specialisten geven zelf al aan dat ook hier ruimte is voor verbetering.
Als laatste voorbeeld noem ik de opnameduur van kankerpatiënten. Die is hoger dan verwacht. Negen dagen voor open chirurgie en zeven dagen voor laparoscopische ingrepen. We weten dat dit omlaag kan. Dat is veel plezieriger voor de patiënt en levert bovendien forse besparingen op. Daar heb je ze weer: twee vliegen in één klap.
Deze voorbeelden laten zien wat de waarde is dit soort registraties. Voortdurend kijken hoe de zorg beter kan en jezelf openstellen om te leren van collega’s. Dat betekent ook: je toetsbaar durven opstellen.
Ik besef dat dit voor de betrokken specialisten niet altijd gemakkelijk is. Want toetsbaar is ook: kwetsbaar.
Dat besef vergroot alleen maar mijn waardering voor de moed, het enthousiasme en de vernieuwingszin die de deelnemers aan deze audit hebben getoond. Zij hebben laten zien dat professionele autonomie en toetsbaarheid samen gaan. Daarmee zetten ze grote stappen in de verbetering van de zorg voor mensen met darmkanker. Een ziekte waar één op de 20 Nederlanders mee te maken krijgt.
Een ziekte waar mensen in de helft van de gevallen dood aan gaan. U doet ontzettend belangrijk werk.

Omdat we dit soort registraties belangrijk vinden, is de NZA hard bezig met een systeem om ze ook structureel te bekostigen. Dat gaat natuurlijk niet van vandaag op morgen.
Daarom zal ik de startsubsidie van de DSCA tijdelijk verlengen. Ik hoop daarmee te laten zien dat ik uw initiatief uitermate serieus neem.
En ik hoop van harte dat u een voorbeeld wordt voor anderen. Zodat we ook bij andere specialismen een beter zicht krijgen op de kwaliteit van zorg. En het inzicht om die zorg te verbeteren.

Ik dank u voor uw aandacht.