Beantwoording kamervragen over de opmerkingen van de minister van Defensie in het televisieprogramma Pauw & Witteman

Vragen van het lid Van Baalen (VVD) aan de minister-president, de minister van Buitenlandse Zaken en de minister van Defensie over de opmerkingen van de minister van Defensie in het TV-programma Pauw & Witteman van 9 september jl. (Ingezonden 11 september 2008 met kenmerk 2070829550)

1

Heeft u kennisgenomen van het bericht 1) waarin, naar aanleiding van het vraaggesprek met de minister van Defensie in het TV-programma Pauw & Witteman, dat op 9 september jl. werd uitgezonden, de conclusie wordt getrokken dat door de regering niet wordt uitgesloten dat Nederland ook na 1 december 2010 in de Afghaanse provincie Uruzgan militair actief blijft?

Ja.

2

Is de conclusie welke door De Volkskrant wordt getrokken onjuist of wordt met genoemd interview namens de regering afgeweken van de antwoorden van de ministers van Buitenlandse Zaken en van Defensie van 20 augustus op schriftelijke vragen 2), waarin wordt gesteld dat per 1 augustus 2010 de leidende militaire verantwoordelijkheid van Nederland in Uruzgan wordt beëindigd en dat 1 december 2010 de Task Force Uruzgan (TFU) geheel uit de Afghaanse provincie Uruzgan is teruggetrokken?

3

Betekent het terugtrekken van de TFU uit Uruzgan per 1 december 2010 dat er na deze datum geen Nederlandse militairen meer in Uruzgan actief zullen zijn, zoals de uitkomst was van het Kamerdebat in 2007, waarin de Kamer met de verlenging van de Nederlandse militaire missie in Uruzgan tot eind 2010 heeft ingestemd?

4

Heeft de minister van Defensie in het eerdere aangehaalde interview bij Pauw & Witteman bedoeld te zeggen dat de mogelijkheid openblijft dat Nederland in Afghanistan, maar dan nadrukkelijk buiten de provincie Uruzgan, na 2010 nog militair betrokken blijft?

De regering heeft eind vorig jaar het besluit genomen dat Nederland hoe dan ook zijn leidende militaire verantwoordelijkheid in Uruzgan per 1 augustus 2010 zal beëindigen. Minister Van Middelkoop heeft dit besluit nogmaals herhaald. De regering heeft besloten dat vanaf 1 augustus 2010 de terugtrekking van de Task Force Uruzgan zo spoedig mogelijk zal geschieden, zodat deze per 1 december 2010 is afgerond.

De regering benadrukt dat het de verantwoordelijkheid van de Navo is de vigerende behoeftestelling voor ISAF, inclusief Uruzgan, tijdig te vullen. Op 17 december 2007 heeft de secretaris-generaal van de Navo in een brief aan de minister van Buitenlandse Zaken gesteld goede nota te hebben genomen van bovengenoemd besluit. Hij schreef dat SACEUR hiermee rekening zal houden bij het proces van ‘force generation’ voor de periode na 1 augustus 2010.

In de artikel-100 brief inzake de Nederlandse bijdrage aan ISAF na 1 augustus 2008, heeft de regering gesteld dat, om de doelstellingen van de missie te realiseren, het noodzakelijk is dat de internationale gemeenschap langjarig betrokken blijft bij de opbouw van Afghanistan. Ontwikkelingssamenwerking zal hierbij een belangrijke rol blijven spelen. Het is de verwachting dat – zij het in afnemende mate – externe veiligheidsassistentie in Afghanistan ook in de fase na 2010 noodzakelijk blijft. De internationale gemeenschap zal haar rol in Afghanistan voor de periode ná 2010 opnieuw bepalen in samenspraak met de Afghaanse regering. De behaalde resultaten en de wensen en voornemens van de dan aangetreden Afghaanse regering zijn een belangrijk element bij het invullen van de internationale betrokkenheid.

1) de Volkskrant, 10 september 2008
2) Aanhangsel Handelingen nr. 3342, vergaderjaar 2007-2008