Beantwoording vragen over het overtreden van regels door mevrouw Herfkens

Graag bieden wij u hierbij de antwoorden aan op de schriftelijke vragen gesteld door het lid Boekestijn, alsmede aanvullende vragen gesteld door de leden Irrgang en Boekestijn over het overtreden van regels door mevrouw Herfkens. Deze vragen werden ingezonden op respectievelijk 11 januari 2008 met kenmerk 2070808130 en 22 januari 2008 met kenmerk 2070809030.

De minister van Buitenlandse Zaken,
Drs. M.J.M. Verhagen

De minister voor Ontwikkelingssamenwerking,
Drs. A.G. Koenders

Antwoorden van de heer Verhagen, minister van Buitenlandse Zaken, en de heer Koenders, minister voor Ontwikkelingssamenwerking, op vragen van het lid Boekestijn (VVD) over het overtreden van regels door mevrouw Herfkens.

Vraag 1
Kunt u bevestigen dat Eveline Herfkens, die eerder een hoge functie had bij de Ontwikkelingsorganisatie van de VN UNDP, waarbij het promoten van de ‘ millennium development goals’ haar belangrijkste taak was, op dit moment onbetaald en zonder contract in haar huis in Maryland verblijft? 1)

Antwoord
Het is niet aan de regering informatie te verstrekken over de verblijfplaats van Mevrouw Herfkens of over een al dan niet bestaande arbeidsovereenkomst.

Vraag 2
Heeft mevrouw Herfkens, tegen bestaande regels in, als hoge ambtenaar van een internationale organisatie, een verzoek ingediend bij de Amerikaanse overheid om een permanente verblijfsvergunning voor de VS te verkrijgen, en heeft zij uiteindelijk, om die verblijfsvergunning te verkrijgen, haar contract omgezet in een zgn. SSA-contract, dat van toepassing is op consultants die een enkele opdracht uitvoeren? Wat is uw oordeel daarover?

Antwoord
Het is aan mevrouw Herfkens al dan niet publieke informatie te verschaffen over een aanvraag voor een verblijfsvergunning. Of een dergelijke aanvraag in strijd is met Amerikaanse of VN-regels, is een zaak tussen mevrouw Herfkens, Amerikaanse autoriteiten en de VN.

Vraag 3
Heeft mevrouw Herfkens daarbij wel verlangd dat haar salaris op hetzelfde niveau blijft, dat zij haar ‘gold ground pass’ behoudt en dat zij business class kan blijven vliegen zowel als het gaat om lange als om kortere vluchten? Wat is uw oordeel daarover?

Vraag 4
Hebben deze wensen geleid tot een conflict tussen mevrouw Herfkens en de personeelsafdeling van de UNDP en is daarbij besloten dat een andere afdeling de campagne voor de ‘millennium development goals’ gaat leiden? Zo ja, hoe beoordeelt u deze wijziging van taken van mevrouw Herfkens?

Vraag 5
In hoeverre is aan de arbeidsvoorwaardelijke wensen van mevrouw Herfkens voldaan en wat is uw oordeel daarover?

Vraag 6
Is mevrouw Herfkens bovendien op parttime-basis gaan werken en heeft zij een behuizing gekozen die op aanzienlijke afstand ligt van haar feitelijke werkkring? Leidt dit tot klachten bij de medewerkers van de betreffende afdeling? Wat is uw oordeel daarover?

Antwoord
Deze vragen hebben betrekking op de werkrelatie tussen UNDP en mevrouw Herfkens. Het is aan UNDP en betrokkene daarover al dan niet nadere informatie te verschaffen.

Vraag 7
Heeft het ministerie van Buitenlandse Zaken, in strijd met de interne regels van de VN, de verhuizing van mevrouw Herfkens naar New York, de huur van haar appartement in New York en vervolgens ook de verhuizing naar Maryland bekostigd? Wat is uw oordeel daarover?

Vraag 9
Hoe gaat u voorkomen dat de goede naam van Nederland bij de Verenigde Naties, juist ook waar het gaat om correct bestuurlijk handelen, wordt aangetast?

Antwoord
Het ministerie van Buitenlandse Zaken heeft, via de PV in New York, gedurende de periode november 2002 tot en met januari 2006 de huurpenningen van het appartement van Mevrouw Herfkens rechtstreeks overgemaakt aan de eigenaar van de huurflat. De huur bedroeg USD 6000 per maand in 2002-2003, oplopend via USD 6500 in 2004 tot USD 7000 in 2005. De huurvergoeding is afgeleid van de huurcijfers zoals die door een onafhankelijke externe organisatie zijn vastgesteld. Verder zijn door het ministerie ook de makelaarskosten en enkele servicekosten met betrekking tot het appartement betaald voor een totaalbedrag van USD 13.747. Ook heeft het Ministerie haar verhuizing naar New York betaald, waarbij opgemerkt zij dat mevrouw Herfkens de vergoeding die zij van UNDP dienaangaande kreeg, heeft overgemaakt aan het ministerie. Verder zijn de verhuiskosten in 2006 vergoed met de afspraak dat zij in de toekomst afziet van aanspraak op vergoeding van de verhuiskosten die aan betrokkene bij terugkeer naar Nederland zouden zijn vergoed.

Mevrouw Herfkens is tevens deelneemster gebleven bij het ABP voor haar pensioenopbouw. Het werknemersdeel terzake betaalt zij maandelijks aan het ministerie. Het werkgeversdeel wordt door het ministerie betaald, echter aan het eind van haar contract bij de VN zal mevrouw Herfkens de aldaar opgebouwde pensioenrechten aan het ministerie overmaken.

Vastgesteld kan worden dat Nederland de tegemoetkoming volgens de regels van het Handvest niet had behoren te betalen. Naar aanleiding van onderhavige casus hebben wij opdracht gegeven tot een onderzoek naar andere gevallen. Wij zullen er strikt op toezien dat de regels worden gehandhaafd. Tevens kan worden vastgesteld dat volgens de VN-gedragsregels mevrouw Herfkens de vergoedingen van het Reglement Dienst Buitenlandse Zaken Voorzieningenstelsel niet in ontvangst had mogen nemen. Dat laatste is in de eerste plaats de verantwoordelijkheid van betrokkene.

Vraag 8
Heeft over de toewijzing uit de OS-begroting van vijf miljoen euro om de ‘millennium development goals’ te bevorderen een felle discussie plaatsgevonden in de zogenoemde ‘projectencommissie’? Welke argumenten vóór en tegen die toewijzing speelden daarbij een rol?

Antwoord
Nederland heeft in 2007 opnieuw subsidie toegekend aan de MDG-activiteiten van de VN, waaronder de MDG Campagne. Zoals bekend vormt het Project de Millenniumontwikkelingsdoelstellingen dichterbij” een van de prioriteiten van het Kabinet.

Ook andere landen (zoals het VK, Canada, Denemarken, Noorwegen en Zweden) hebben de campagne gefinancierd. De Projectencommissie heeft als taak inhoudelijk te discussiëren over projecten boven 5 miljoen Euro en hierover te adviseren. Over het type discussie dat plaatsvond over de vervolgsubsidie 2007 – 2009 is de minister voor Ontwikkelingssamenwerking geïnformeerd. Deze had betrekking op o.m. zaken als geleerde lessen van het project uit de eerste fase, aanpassingen van projecten, ODA-bility en nulmeting waarover aan de behandelende Directie meer informatie werd gevraagd. Op basis daarvan heeft de Projectencommissie positief geadviseerd en dit advies is door de minister voor Ontwikkelingssamenwerking gevolgd. De belangrijkste reden om het project goed te keuren waren de raakvlakken met het Regeringsproject “de Millennium Ontwikkelingsdoelstellingen dichterbij”.

Het doel van de VN Millennium Campagne is namelijk om de publieke bewustwording ten aanzien van de Millennium Ontwikkelingsdoelen te vergroten en te verdiepen, zowel in het Noorden als het Zuiden, met het oog op beleidsbeï nvloeding. In het Zuiden concentreert de campagne zich op de armste regio’s (Sub-Sahara Afrika en Zuid-Azië); in het Noorden op relatief grote economieën, waar ruimte is voor verbetering van de inspanningen op het terrein van MDG 8 (“ Global Partnership for Development”). De Tweede Kamer heeft de Regering herhaaldelijk aangespoord landen in het Noorden aan te zetten tot hogere hulpinspanningen. Er wordt landgericht gewerkt in het Noorden en Zuiden zodat meer actie wordt ondernomen om de MDG’s te halen.

1) Vrij Nederland, 12 januari 2008

Antwoorden van de heer Verhagen, minister van Buitenlandse Zaken, en de heer Koenders, minister voor Ontwikkelingssamenwerking, op vragen van de leden Irrgang (SP) en Boekestijn (VVD) over het overtreden van regels door mevrouw Herfkens.

Vraag 1
Kunt u aangeven of u op de hoogte was of had kunnen zijn van de huursubsidie die mevrouw Herfkens namens de Nederlandse staat ontving?

Vraag 2
Onder welke verantwoordelijke bewindspersoon is tot de verstrekking van de huursubsidie voor mevrouw Herfkens besloten?

Antwoord
Mevrouw Herfkens ontving lastens de begroting van het ministerie van Buitenlandse Zaken een tegemoetkoming in de huisvestingskosten. Deze tegemoetkoming is toegekend overeenkomstig het Reglement Dienst Buitenlandse Zaken Voorzieningenstelsel. De toenmalige minister van Buitenlandse Zaken droeg de politieke verantwoordelijkheid daarvoor, in zijn hoedanigheid van verantwoordelijke voor personeelszaken en arbeidsvoorwaarden.

Vraag 3
Kunt u aangeven of nog meer medewerkers van de United Nations Development Programme (UNDP) een huursubsidie van hun overheid ontvangen? Zo ja, valt hier ook de heer Melkert onder?

Antwoord
Er zijn openbare bronnen 2) die vermelden dat er gevallen zijn waarin overheden vergoedingen verstrekken aan onderdanen die VN-functies bekleden. Wij beschikken niet over nadere gegevens terzake en acht het een zaak van de VN hierover eventueel meer informatie te vergaren en verschaffen. De heer Melkert ontvangt geen vergoedingen van het ministerie van Buitenlandse Zaken.

Vraag 4
Kunt u aangeven of nog andere Nederlanders in VN-dienst de afgelopen jaren al dan niet ten onrechte huursubsidie hebben ontvangen? Zo ja, kunt u hier een overzicht van geven, inclusief de ontvangen bedragen?

Vraag 8
Deelt u de mening dat mevrouw Herfkens het gehele huursubsidiebedrag terug moet betalen? Zo neen, waarom niet? Zo ja, per wanneer?

Antwoord
Terzake wordt onderzoek gedaan, over de uitkomsten waarvan wij de Kamer zo spoedig mogelijk nader willen berichten. Over de vraag of het in dit soort gevallen al dan niet mogelijk is de huurvergoeding terug te vorderen, wordt nader advies ingewonnen.

Vraag 5
Kunt u aangeven of deze huursubsidie (deels) onder ODA valt? Zo ja, om welk bedrag gaat het?

Antwoord
Materiële uitgaven, zoals huur, vallen onder de apparaatskosten van het Ministerie van Buitenlandse Zaken. Conform de gebruikelijke systematiek, gebaseerd op de regels van de OESO-DAC, wordt sinds enige jaren circa 30% van de apparaatskosten uit ODA betaald. Dit wordt om reden van efficiency niet per uitgave uitgesplitst.

Vraag 6
Vindt u het afdoende dat mevrouw Herfkens stelt dat zij te druk was om op de hoogte te zijn van de regels of de gedragscode voor VN-werknemers? Zo ja, kunt u uw antwoord toelichten? Zo neen, welke conclusie verbindt u hieraan?

Vraag 7
Vindt u bovengenoemde verklaring aannemelijk in het licht van het feit dat zij zich wel op de hoogte had gesteld van de voordelen van een ASG-contract die zij zou verliezen, zoals het business class vliegen, de ‘gold ground pass’ en haar titel? Zo ja, kunt u uw antwoord toelichten? Zo neen, welke conclusie verbindt u hieraan?

Antwoord
Het is aan mevrouw Herfkens en haar werkgever een oordeel te geven over de naleving van de interne gedragsregels van de VN.

Vraag 9
Wat vindt u van het feit dat mevrouw Herfkens de ontstane commotie kwalificeert als een “ontstéllend provinciaal Nederlands debat”? 1)

Antwoord
Deze kwalificatie is voor rekening van mevrouw Herfkens.

2) Bruno Simma, The Charter of the United Nations, a commentary, Oxford, eerste druk 1995, p. 1070: “In spite of the clear position of the law, a number of states have resorted to granting supplementary payments to civil servants temporarely working for the UN. These countries include Canada, France, Japan, the Federal Republic of Germany, The Netherlands and the United States.”

Toelichting:
Deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen ter zake van het lid Boekestijn (VVD), ingezonden 11 januari 2008 (vraagnummer 2070808130)

ODA: Official Development Assistence

ASG: Assistant Secretary General