Kamerbrief inzake het 'ODA Casebook on Conflict, Peace and Security Activities'

Met genoegen stuur ik u bij deze het ODA Casebook on Conflict, Peace and Security Activities. Ik zegde u dit document toe tijdens het Algemeen Overleg van 29 maart 2007, hetgeen ter voorbereiding van de OESO High Level Meeting (HLM) van 3-4 april 2007 plaatsvond. Dit casebook werd pas zeer recentelijk door de OESO vrijgegeven vanwege het feit dat een aantal van de OESO leden in eerste instantie bezwaar had aangetekend tegen het openbaar maken van de door hen aangeleverde cases.

Het doel van dit casebook was met name om in de aanloop naar de OESO HLM van april 2007 de grenzen van de ODA-criteria voor ontwikkelingsactiviteiten op het gebied van vrede en veiligheid scherper in kaart te brengen. Het casebook bevat dan ook voorbeelden van activiteiten die uit ODA-middelen gefinancierd werden, als van activiteiten die uit non-ODA middelen gefinancierd werden.

Zoals ook geaccordeerd door de Kamer in het Algemeen Overleg van 29 maart, heb ik mij tijdens de HLM van april 2007 niet ingezet voor een verdere verruiming van de ODA-criteria op het gebied van vrede en veiligheid. Ik verwijs eveneens naar de Kamervragen van de leden Ferrier, Van Gennip en Knops (nr. 2070800300) zoals die in november 2007 door collega Van Middelkoop en mijzelf zijn beantwoord. Een dergelijke verruiming brengt naar mijn mening een te groot risico met zich mee dat activiteiten die niet aan ontwikkeling gerelateerd zijn, wèl uit ontwikkelingsgelden gefinancierd gaan worden. Bovendien is door de verruiming van de ODA-criteria op dit gebied in 2005 al veel mogelijk gemaakt, zoals bijvoorbeeld het ondersteunen van hervormingen binnen ministeries van Defensie of van parlementaire commissies voor Defensie. Tot slot maakte de grote weerstand onder het overgrote deel van de OESO-leden het heropenen van de discussie over de verruiming van de ODA-criteria onmogelijk, gezien het consensus karakter van de besluitvorming binnen de OESO.

De cases bevestigen dat Nederland goed in staat is een breed spectrum aan activiteiten op het vlak van vrede en veiligheid te financieren. Het blijkt dat de combinatie van de huidige ODA-criteria en het bestaande Nederlandse instrumentarium voldoende mogelijkheden bieden voor het ontplooien van de noodzakelijke activiteiten op het gebied van vrede en veiligheid. Juist om deze reden werd het Stabiliteitsfonds opgericht en het verheugt mij dan ook dat dit functioneert zoals het bedoeld is. Een evaluatie van dit fonds ging u reeds eerder toe (Kamerstuknummer 30 800V, nr. 91).

Doordat de discussie over de toereikendheid van de ODA-criteria op het gebied van vrede en veiligheid in april 2007 niet werd heropend, is het casebook momenteel met name illustratief ten aanzien van de huidige grenzen van de ODA-criteria op dit gebied

(het is ook beschikbaar op: http://www.oecd.org/dataoecd/27/21/39967978.pdf).

De minister voor Ontwikkelingssamenwerking,
Bert Koenders