Kamerbrief inzake voortgang Werkgroep Economische Wederopbouw Afghanistan

Graag bied ik u hierbij de reactie aan op het verzoek van de vaste commissie voor Defensie van 26 juni 2008 met kenmerk 08-DEF-B-110 inzake toezegging voortgang Werkgroep Economische Wederopbouw.

De minister voor Ontwikkelingssamenwerking,
Bert Koenders

Voortgang Werkgroep Economische Wederopbouw Afghanistan
Zoals toegezegd bevat de periodieke stand van zakenbrief Afghanistan dd 23 juni 2008 informatie over de laatste ontwikkelingen wat betreft de Werkgroep Economische Wederopbouw Afghanistan (WEWA) en het gerelateerde gebied van landbouw- en plattelandsontwikkeling in Uruzgan (motie Ferrier).

Hierbij ontvangt u conform uw verzoek nadere informatie. Daarbij zij aangetekend dat WEWA een privaat initiatief behelst dat ik overigens zeer gaarne stimuleer en verwelkom binnen de daarvoor bestaande mogelijkheden, maar uit wiens naam ik niet kan spreken.

De WEWA is opgericht naar aanleiding van een bezoek van enkele vertegenwoordigers van het Nederlandse bedrijfsleven aan Afghanistan. Doel van WEWA is de mogelijkheden te onderzoeken voor steun van het Nederlandse bedrijfsleven bij de wederopbouw van Afghanistan en specifiek Uruzgan. Daarbij gaat het vooral om landbouw, veeteelt, vakonderwijs, waterbeheer, energie en advies aan ondernemers. Het Nederlandse bedrijfsleven is in staat om juist op deze gebieden een wezenlijke bijdrage te leveren; met name door middel van kennis en mensen.

Om een en ander te stimuleren heb ik toegezegd een subsidiekader van € 10 mln te creëren voor initiatieven die met name Uruzgan betreffen, hierbij mede in antwoord op de motie Ferrier. Dit subsidiekader zal binnenkort in werking treden.

Namens de WEWA werd onlangs een missie ondernomen naar Uruzgan, waarbij de mogelijkheden voor activiteiten op de gebieden landbouw en waterbeheer werden verkend. Naar aanleiding van een appreciatie van de veiligheidssituatie vanuit het bedrijfsleven, werd besloten het civiele deel van de delegatie niet uit te sturen voor een missie. Een VNO/NCW gedetacheerde defensie medewerker en een landbouwdeskundige/reserve officier (voormalig functioneel specialist) zijn naar Afghanistan afgereisd. Door de missie is ingestoken op fact finding, coö rdinatie en het verrichten van voorwerk voor toekomstige missies, maar nog niet over het vaststellen van en besluitvormen over concrete projecten.

Tijdens de missie is tevens een bezoek gebracht aan Kamp Holland en de basis van Regional Command South van ISAF. Daar zijn o.a. gesprekken gevoerd met de leiding van de TFU en de civiele medewerkers. Daarnaast is gesproken met de lokale ministeries voor landbouw, irrigatie en rurale ontwikkeling in Uruzgan. Leden van de WEWA hebben de missie als zeer waardevol ervaren daar meer inzicht is verkregen in informatieverstrekking, veiligheid, bemensing, mogelijke projecten en transport.

De toezegging middels de beantwoording van de motie Ferrier voldoende middelen voor alternatieve agrarische productie beschikbaar te stellen is nagekomen. Nederland heeft actief gezocht naar activiteiten die de landbouwontwikkeling ondersteunen en is erin geslaagd om, na een fase van kleine Quick and Visible Projects, nu op grotere schaal aan de slag te gaan, via het Ministry of Rural Rehabilitation and Development, GSE, GTZ, WOCCU en de FAO.

Op het gebied van rurale ontwikkeling in Uruzgan wordt door meerdere spelers vooruitgang geboekt, zoals reeds vermeld in de kamerbrief van 23 juni. De ambassade zal zich de komende tijd inzetten om deze initiatieven goed op elkaar af te stemmen.

  • Door het bedrijf GSE zijn in het afgelopen jaar 128 boeren voorzien van in totaal 107 ton saffraanbollen. In november is de eerste bescheiden oogst binnengehaald. Boeren en de bij de uitvoering betrokken ngo’s hebben kunnen oefenen met het machinaal drogen van de oogst. In 2008 wordt een volwaardige oogst verwacht. Ook heeft GSE in de afgelopen maanden 100.000 fruitbomen gedistribueerd, deels voor zelfvoorziening (ongeveer 10.000 huishoudens) deels voor de fruitmarkt (tussen de 500 en 600 ondernemers). De komende maanden zullen de betrokken boeren onderwijs krijgen met betrekking tot de teelt, de bemesting, de irrigatie en het snoeien van de bomen. Tevens werden projecten gestart met groentezaden en kippen. Met deze projecten worden met name vrouwen bereikt.
  • GTZ is inmiddels actief in Uruzgan. GTZ richt zich op het identificeren en bevorderen van mogelijkheden voor de bevolking om op een duurzame manier in hun levensonderhoud te voorzien.
  • Ook de VN-landbouworganisatie FAO is inmiddels actief in de provincie met een programma op het gebied van rurale ontwikkeling, met name gericht op het armste, meest kwetsbare gedeelte van de bevolking van Uruzgan. Dit programma zal ook een component van kleinveeteelt omvatten.
  • Het Afghaanse ministerie voor Rurale Rehabilitatie en Ontwikkeling (MRRD) voert sinds medio 2006 drie programma’s uit in de provincie Uruzgan, gericht op o.a. irrigatie en waterbeheer, onderwijs, rurale infrastructuur en openbare gebouwen.
  • Korte en voor de bevolking zichtbare activiteiten zijn bekostigd uit de QVP-middelen: onder meer zijn bruggen, wegen en irrigatiekanalen hersteld om de provincie en de markten toegankelijker te maken.
  • Nederland financiert (met in totaal € 6,8 miljoen) de organisatie WOCCU bij het opzetten van een drietal financiële instellingen voor microkrediet.
  • Tevens wordt de initiële fase gefinancierd van een project van een groep Nederlandse ngo’s, dat bij zal dragen om basisvoorzieningen als veterinaire zorg naar Uruzgan te brengen.