Lunchtoespraak Balkenende bij bezoek van Böhrnsen

Minister-president Balkenende heeft op 23 juni 2010 een tafelrede gehouden bij een lunch met de voorzitter van de Duitse Bondsraad en waarnemend bondspresident van Duitsland Jens Böhrnsen.

Sehr verehrter Herr Böhrnsen, excellenties, dames en heren,

Herr Böhrnsen, het is voor mij een dubbele eer en genoegen u vandaag op het Catshuis te mogen ontvangen. We hebben immers vandaag niet alleen de voorzitter van de Duitse Bondsraad in ons midden, maar ook de waarnemend bondspresident. Uiteraard bent u in beide functies meer dan welkom in Den Haag. Maar dat spreekt hopelijk vanzelf, want goede buren en beste vrienden zijn hier altijd welkom.

Het is in deze dagen van het Wereldkampioenschap voetbal goed gebruik dat de wedijver tussen onze beide landen in de media een beetje wordt aangedikt. Maar ik stel wel tevreden vast dat die zogenaamde rivaliteit steeds meer op folklore gaat lijken. Zo zag ik laatst op de Nederlandse TV flarden van een avondvullend programma op Sat 1. met de alleszeggende titel: 'Deutschland gegen Holland. Das Duell'. Tien prominente Duitsers en tien Nederlanders die in uw land bekend zijn, streden om een gigantische beker. Werkelijk alle clichés passeerden in deze show de revue, met als hoogtepunt de wedstrijd 'zo langzaam mogelijk in een caravan rijden'. Onschuldige spielerei natuurlijk, en het zag er erg gezellig uit. Maar het mooiste moment was de prijsuitreiking, want ook al won Nederland de wedstrijd, de twee teams namen de beker samen in ontvangst.

Ik geloof dat dit beeld symbool kan staan voor de hechte en vriendschappelijke relaties zoals die sinds jaar en dag tussen Duitsland en Nederland bestaan. We praten met elkaar. We begrijpen elkaar. We werken met elkaar. En dat is ook logisch, want er is veel dat ons bindt. Onze economieën zijn met elkaar vervlochten. Onze samenlevingen zijn gegrondvest op dezelfde basiswaarden: vrijheid, solidariteit en gerechtigheid. En zowel Duitsland als Nederland zijn diep verankerd in de internationale gemeenschap.

Ik hoef u als burgemeester van de internationale havenstad Bremen niet uit te leggen hoe belangrijk het is dat we juist nu samen blijven optrekken: bilateraal, in Europa en in de wereld. Alleen samen kunnen de we grote problemen van deze tijd aanpakken en oplossen. Ik noem de financiële stabiliteit in de eurozone, de verbetering van het internationaal financieel toezicht, de klimaat- en energieopgaven en de vraagstukken van immigratie en integratie - er is geen land en geen regio die deze problemen alleen de baas kan.

Daarin schuilt de betekenis van dit bezoek en deze ontmoeting. Daarin zit de waarde van de periodieke Duits-Nederlandse conferentie zoals die later dit jaar weer plaatsvindt. En daarin schuilt het belang van al die politieke, bestuurlijke, academische en andere contacten die Duitsland en Nederland op alle niveaus onderhouden.

Herr Böhrnsen, op één ontmoeting hopen we natuurlijk allebei. Want wat zou het mooi zijn als onze nationale elftallen elkaar op het wereldkampioenschap in Zuid-Afrika weer eens sportief de maat konden nemen. U sprak laatst de hoop uit dat Duitsland na het succes van Lena op het Eurovisie Songfestival ook de WK titel binnen zou slepen. U zult het mij niet kwalijk nemen dat mijn Oranje hart in deze dagen klopt voor het Nederlandse elftal. En ik heb goede hoop op succes, want zoals de Frankfurter Allgemeine Zeitung deze dagen al voorspelde: Nederland zal in Zuid-Afrika effectiever spelen dan ooit nu zoveel belangrijke basisspelers ervaring op hebben opgedaan in de Bundesliga. Daarom bij voorbaat mijn hartelijke dank voor deze prachtige en onbaatzuchtige vorm van burenhulp.

Dames en heren,

Ik wil graag een toost uitbrengen. Op u, Herr Böhrnsen. Op de vriendschap en de samenwerking tussen Duitsland en Nederland. En op onze elftallen in Zuid-Afrika. Moge de beste winnen.

Proost!