Taken politiepersoneel bij vredesmissie uitgebreid

Politiepersoneel kan worden ingezet voor executieve taken gedurende een vredesmissie. Het mandaat van de missie moet daarin wel voorzien. Met een wijziging van het Besluit beschikbaarstelling politieambtenaren ten behoeve van vredesmissies krijgt uitgezonden politiepersoneel strafvorderlijke bevoegdheden. Hierdoor mag politiepersoneel incidenten rapporteren, overtredingen onderzoeken, huiszoekingen verrichten, bewijsmateriaal in beslag nemen en verdachten arresteren en detineren. De ministerraad heeft daarmee ingestemd op voorstel van minister Hirsch Ballin van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.

De huidige beperking van de werkzaamheden tot alleen niet-executieve taken heeft als gevolg dat Nederland niet in alle gevallen volledig kan voldoen aan internationale verzoeken om bijstand. Executieve taken worden alleen verricht als dit past in het internationale verzoek, het mandaat van de vredesmissie en als deze inzet verantwoord is. Het is alleen een optie als de veiligheid van het politiepersoneel is gewaarborgd. De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zal bij de beoordeling van de executieve inzet van uitgezonden politiepersoneel naar de beginselen van proportionaliteit en subsidiariteit kijken. De geweldsinstructie van de missie zal moeten aansluiten bij deze beginselen. Een politieambtenaar neemt met medewerking van het korps op vrijwillige basis deel aan een vredesmissie.

Daarnaast wordt het mogelijk af te wijken van de standaardperiode van de duur van een vredesmissie (zes maanden). Met deze wijziging kan de periode tot ten hoogste één jaar worden verlengd.

De ministerraad heeft ermee ingestemd het ontwerpbesluit voor advies aan de Raad van State te zenden. De tekst van het besluit wordt openbaar bij publicatie in het Staatsblad.