Inkomstenbelasting. Algemene wet inzake rijksbelastingen. In 2004 ontvangen en in 2005 teruggevorderde uitkering niet belast

Den Haag. De staatssecretaris laat in een toelichting weten waarom hij afziet van cassatie tegen de uitspraak waarin het hof oordeelde dat de in 2004 ontvangen uitkering die een jaar later werd teruggevorderd, niet hoeft te worden belast.


B ontving in 2004 een uitkering ingevolge de Wet werk en bijstand (Wwb). Deze bleek achteraf onterecht, omdat B in december 2004 met terugwerkende kracht een uitkering ingevolge de Ziektewet had ontvangen. In maart 2005 heeft B de ten onrechte ontvangen uitkering terugbetaald.

De rechtbank wees het beroep op de hardheidsclausule af en oordeelde dat de uitkering belast is in 2004 op grond van het kasstelsel. B kan zich niet beroepen op uitlatingen gedaan door medewerkers van de belastingtelefoon nu hij niet aannemelijk heeft gemaakt dat als gevolg daarvan schade heeft geleden. Het hof is echter een andere mening toegedaan. In het besluit van 5 juli 2001, CPP2001/599M is goedgekeurd dat ervan wordt uitgegaan dat de ten onrechte ontvangen looninkomsten geacht worden niet te zijn genoten als wordt voldaan aan een aantal voorwaarden. Het hof acht dit besluit van toepassing op B en oordeelt dat aan de daarin gestelde voorwaarden is voldaan. Het hof benadrukt dat het hier gaat om gevallen waarin achteraf blijkt dat een belastingplichtige loon heeft genoten dat hem niet toekwam en daarom van hem wordt teruggevorderd en door hem wordt terugbetaald. Daaraan doet niet af dat in dit geval pas in 2005 werd besloten de uitkering terug te vorderen.
De staatssecretaris gaat niet in cassatie en geeft een toelichting, zie onderstaande doorklik

Toelichting staatssecretaris van 19 februari 2009, nr. DGB 2009-444, n.a.v. uitspraak Hof Amsterdam van 9 januari 2009, 2007/00834, 2004, Wet IB 2001 2.3 en 3.146 en AWR 63