Korte rede minister van BZK en Justitie Ernst Hirsch Ballin bij uitvaart Henk Vonhoff 31 juli 2010 te Leusden

Lieve Loes, geachte familie, vrienden en genodigden,

Bedroefd, maar dankbaar voor het vele goede dat Henk Vonhoff heeft gedaan in een uitzonderlijk werkzaam leven, tot op het moment van zijn korte ziekte en overlijden, wil ik namens het kabinet enkele woorden tot u richten. Wij gedenken een persoonlijkheid die in politiek en bestuur een markante rol heeft gespeeld: als lid van de Tweede Kamer, als staatssecretaris van  CRM, als burgemeester van Utrecht en bijna zestien jaren lang als commissaris der Koningin in Groningen. Daarna vervulde hij nog vijf jaar een hoogleraarschap aan de Erasmus Universiteit te Rotterdam. Met hart en ziel heeft hij het algemeen belang ook op vele andere plaatsen en wijzen gediend. Zijn lijst van nevenwerkzaamheden voor de publieke zaak telt meer dan vijftig functies.

De dankbaarheid die ik hier ambtshalve mag verwoorden wordt, wat mij betreft, gedragen door warme persoonlijke herinneringen. Ze gaan terug tot mijn schooljaren, toen ik – zelf gezegend met het onderwijs van een markante geschiedenisleraar, Piet Schraa aan het Amsterdams Lyceum, hoorde over de politiek actieve geschiedenisleraar aan een andere school, Henk Vonhoff, ook als leraar wereldberoemd in Amsterdam. Het eerste persoonlijke contact speelde zich af toen Henk Vonhoff begin jaren ’80 voorzitter was van de Commissie Hoofdstructuur Rijksdienst, waaraan tot op de dag van vandaag ideeën worden ontleend die richting geven. Een belangrijke  conclusie van deze commissie was dat “verkokering” het sturend vermogen van de Rijksoverheid in de weg stond.

De commissie stelde dan ook voor om de Rijksdienst op te delen in slechts vijf hoofdbeleidsgebieden. Zeker voor die tijd een revolutionair idee. Ook hedendaagse begrippen als “kerndepartementen” en “scheiding beleid en uitvoering” dateren uit de rapporten van de Commissie-Vonhoff. Hij was daarmee zijn tijd ver vooruit.

Uiteraard waren de contacten het meest intensief toen Henk CdK was en ik begin jaren negentig hem in functie ontmoette, evenals zijn bijzondere echtgenote Loes, toen lid van de Eerste Kamer, 57 jaar met hem liefdevol in de echt verbonden. Als Commissaris der Koningin gedurende een naar huidige begrippen uitzonderlijk lange periode leerden zijn collega’s, burgemeesters en bewindslieden Henk Vonhoff kennen als een anchorman onder de CdK’s, stabiel, verstandig in grote en kleine dingen, maar altijd een steun in de rug voor degenen die verbetering nastreefden: een voorbeeldig bestuurder. En in de laatste jaren ontmoette ik Henk nog als voorzitter van de Stichting Nationaal Park “De Hoge Veluwe” en als de altijd op consensus gerichte voorzitter van de Stichting onderhandeling thuiskopie SONT. Hoezeer Henk altijd een in de volgende generatie geïnteresseerde leraar, hoogleraar, is geweest, ervoer onze dochter bij een toevallige ontmoeting in Den Haag, toen zij in gesprek raakten over haar promotieonderzoek en Henk haar enkele dagen later interessant materiaal toezond.

Die aandacht voor mensen en wat hen beweegt kenmerkt deze bijzondere man. Achter zijn robuuste postuur en stem – een kwaliteit die in zijn partij wordt gewaardeerd – ging een gevoelig mens schuil, met een gevoel voor nuances, voor respect dat mensen hoe verschillend ook toekomt, voor beginselen die anderen niet uitsluiten. En daarin schuilt ook de echte waarde van zijn veelgeroemde eruditie: als man die de geschiedenis van recht en onrecht kent, was het voor hem een doorleefd levensprincipe zich verre te houden van eenzijdigheden, fanatisme en intolerantie. En in die geest herkende ik in deze liberaal over politieke scheidslijnen heen een geestverwant. En zo schreef hij zelf bewonderend over Willem van Oranje en diens politiek “die ervoor moest zorgen dat de Nederlanden zoveel mogelijk en zo goed mogelijk bijeen bleven. Met een indrukwekkend zicht op de betrekkelijkheid der dingen” (Vind ik wat ik vond?, 1997, p. 144). Aldus Henk Vonhoff in 1997.

Met Henk Vonhoff is een bewonderenswaardig man en een groot politicus/bestuurder heengegaan. Zijn diepe kennis van en liefde voor de historie, zijn bezonken wijsheid en zijn beminnelijke charme namen velen voor hem in. We zullen aan hem blijven denken, met genegenheid en respect.