Kamerbrief inzake beantwoording vragen van het lid Dikkers over hulp aan de ramp in Pakistan

Graag bied ik u hierbij de antwoorden aan op de schriftelijke vragen gesteld door het lid Dikkers (PvdA) over hulp aan de ramp in Pakistan. Deze vragen werden ingezonden op 12 augustus 2010 met kenmerk 2010Z11566.


De Minister van Buitenlandse Zaken,

Drs. M.J.M. Verhagen

Antwoorden van de heer Verhagen, Minister van Buitenlandse Zaken, op vragen van het lid Dikkers (PvdA) over hulp aan de ramp in Pakistan

Vraag 1

Bent u bekend met de hulpoproep voor een paar honderd miljoen dollar door de Verenigde Naties voor de slachtoffers van de overstromingen in Pakistan, en de inschatting van de VN dat zes miljoen personen direct hulp nodig hebben om te kunnen overleven?

Antwoord

Ja.

Vraag 2

Deelt u de mening dat een extra inzet van de VN in Pakistan nodig is?

Antwoord

Ja. De extreme omvang van de ramp in Pakistan is gaandeweg steeds duidelijker geworden. Premier Gilani heeft tijdens een oproep om hulp aan de internationale gemeenschap aangegeven dat de eigen capaciteit van Pakistan niet langer voldoende is om de enorme aantallen mensen adequaat te helpen en heeft de Verenigde Naties om steun verzocht. De Verenigde Naties heeft op 11 augustus een noodhulpverzoek gepresenteerd, dat in nauw overleg met de Pakistaanse overheid werd opgesteld, met een financiële omvang van USD 460 miljoen.

Vraag 3

Bent u bereid, naast de 1 miljoen hulp die Nederland heeft toegezegd, meer hulpgelden beschikbaar te stellen voor deze ramp, die al groter genoemd wordt dan de tsunami van 2004? Zo ja, hoeveel, via welke kanalen en aan welke organisaties? Zo nee, waarom niet?

Antwoord

In reactie op het noodhulpverzoek van de Verenigde Naties heb ik inmiddels besloten om een extra bedrag van EUR 2 miljoen beschikbaar te stellen. Dit geld zal aan het Wereldvoedselprogramma van de Verenigde Naties (WFP) ter beschikking worden gesteld met name voor voedselhulp aan de meest kwetsbaren, zoals zuigelingen en kinderen, vrouwen en ouderen. Vervolgens heeft Nederland tijdens een speciaal aan Pakistan gewijde plenaire zitting van de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties (d.d. 19 augustus 2010) een extra bijdrage van EUR 3,6 miljoen toegezegd voor noodhulp aan de slachtoffers van de overstromingsramp in Pakistan. Deze bijdrage zal worden gekanaliseerd via WFP en UNICEF. Inmiddels heeft de regering ook een bijdrage van EUR 2 miljoen gegeven aan de aktie van de Samenwerkende Hulporganisaties (SHO) die op 26 augustus op radio en televisie werd gehouden.


Vraag 4

Bent u in overleg met Nederlandse hulporganisaties in het getroffen gebied? Zo nee, waarom niet?

Antwoord

Verschillende Nederlandse hulporganisaties zijn al actief in de getroffen gebieden. Van verscheidene van hen ontvangt het ministerie berichtgeving over hun handelingen en bevindingen ter plaatse.


Vraag 5
Bent u in overleg met uw EU-collega's om de Europese hulp aan Pakistan te coördineren? Zo ja, wat is het resultaat? Zo nee, waarom niet?

Antwoord

De Europese Commissie heeft inmiddels in totaal EUR 70 miljoen ter beschikking gesteld voor noodhulp aan Pakistan. Daarnaast hebben verschillende lidstaten (waaronder Nederland) ervoor gekozen om, gezien de omvang van de ramp, additionele fondsen ter beschikking te stellen. Op Europees niveau wordt informatie uitgewisseld over de bijdragen van de lidstaten en van de Europese Commissie, onder andere via het EU coördinatiemechanisme EU-MIC. De algehele coördinatie van de internationale hulpoperatie berust bij de Verenigde Naties, onder andere via het clustersysteem waarbij de hulp per sector wordt gecoördineerd.

1) Trouw, 11 augustus 2010: “VN komen met hulpoproep voor Pakistan”