Wijkbezoek Haarlem: 'Benut de kennis die er is'

Het gaat goed in Haarlem. Maar de wijkraden vinden het moeilijk om de nieuwe Nederlanders en de jongeren erbij te betrekken. Directeur-generaal Mark Frequin bezocht de Zomerzone en de Boerhaavewijk op 6 september 2010. “Het valt of staat met de energie die jullie er zelf in stoppen.”

De Zomerzone, bestaande uit de Slachthuisbuurt en Parkwijk, en de Boerhaavewijk zijn zogenaamde '40+' wijken. Deze wijken horen niet tot de 40 aandachtswijken, maar krijgen toch geld van het Rijk omdat ze vergelijkbare problemen hebben. Zo heeft de Zomerzone het hoogste percentage werklozen in Haarlem. Veel kinderen hebben een onderwijsachterstand.

De Hamelink

Frequin begint zijn bezoek in buurtcentrum De Hamelink in de Slachthuisbuurt. Dit was een leegstaande, verwaarloosde, voormalige zwarte school. De corporaties Elan Wonen, Ymere en Pré Wonen kochten het pand en directeur Ruud Barnhorn maakte er een kleine school van met voorzieningen voor de hele buurt. Behalve de school is er nu ook een dagopvang voor ouderen, een peuterspeelzaal, een welzijnsorganisatie, een buurtservicepunt en een keuken. Titia Bouwmeester vertelt over de Verhalenkeuken en het 5e kwartier, twee projecten die vanuit De Hamelink zijn georganiseerd. Verhalen van bewoners over hun leven van vroeger in de Slachthuisbuurt werden in boekvorm uitgegeven en daarna met succes in theatervorm opgevoerd.

Doenja

Daarna gaat het te voet en per bus naar De Troll, het fitnesscentrum van Ton Belder en naar het moedercentrum Doenja. De Troll is een net met geld uit het 40+ budget geopende ruimte waar jongeren onder meer zelfverdedigingsporten kunnen doen. Elan Wonen heeft de ruimte ter beschikking gesteld tot het over een paar jaar gesloopt wordt. In de brede school Parkrijk, die met geld van Pré Wonen een doorstart maakt, zit het moedercentrum Doenja. Hier worden allerlei activiteiten georganiseerd voor allochtone vrouwen.

Inburgering

In Doenja krijgt Frequin een uitleg over de inburgering in Haarlem. Volgens Martine Kruythoff van het gilde Samenspraak is er een uitgebreid netwerk: “We kennen elkaar persoonlijk en weten elkaar feilloos te vinden”. Marianne de Jong en de Pakistaanse Summaiya Faisal vormen een taalkoppel. Summaiya pikte de taal snel op omdat ze al goed Engels sprak. Bij wijkcontactvrouw Aysel Demirel kunnen vrouwen terecht met vragen over onder andere inburgering, opvoeding, scheiding of fietslessen. Samen met de cliënt kijkt ze of ze andere instanties, zoals een centrum voor Jeugd en Gezin, moet inschakelen. De wijkcontactvrouwen zijn flexibel en laagdrempelig. Maar ze vinden het moeilijk om de vrouwen over te dragen naar andere instanties.
Een inburgeringambassadeur vertelt dat het soms lastig is om mensen naar de cursus te krijgen: “Omdat ze bijvoorbeeld geen kinderopvang hebben.” Ook voor mensen met psychische problemen en analfabeten is inburgeren moeilijk. Collega Jessy Tang zegt dat mensen soms bang zijn dat ze het niet halen. Frequin: “Wij weten dat het soms moeilijk is. Als mensen het echt niet halen, kunnen we een gedeelte van het cursusgeld kwijtschelden.”

Kennis en kunde

Het wijkbezoek eindigt met een rondwandeling door de Boerhaavewijk en een gesprek met de bewoners. De leden van de verschillende wijkraden vinden dat het goed gaat in Haarlem. Maar er zijn te weinig winkels. Het wijkcentrum de Hamelink zou iets meer sturing moeten krijgen. En ze vinden het moeilijk om nieuwe Nederlanders en jongeren erbij te betrekken. “Geef ons de tools om mensen te bereiken”, zegt voorzitter van de wijkraad Parkwijk-Zuiderpolder Edwin Hein. Frequin vindt dat de wijkraden in deze financieel onzekere tijd zelf dingen moeten oppakken: “Benut de kennis en kunde die er al is. Het valt of staat met de energie die jullie er zelf in stoppen. Niets werkt als het niet van jullie zelf is.”