Kwaliteit belonen in de zorg

Minister Klink heeft op een congres in Nijmegen een pleidooi gehouden voor het vergroten van de kwaliteit van de zorg. Kwaliteit moet zichtbaar zijn en de zorg moet veilig zijn. Het bekostigingsstelsel moet zo worden veranderd dat die doelstellingen leidend worden bij het betalen van de zorg. En de patiënt moet meer invloed krijgen.

Dames en heren,

Ik wil graag beginnen met het verhaal van een bekende Nederlandse architect, die nog niet zo lang geleden voor een kleinigheid naar het ziekenhuis moest.
Wytze Patijn, de voormalige rijksbouwmeester, wilde een vetbult op zijn rug laten weghalen. Een fluitje van een cent.
Diezelfde avond zou hij met zijn vrouw een concert in De Doelen in Rotterdam bezoeken. De kaartjes lagen al klaar.
Dat concert liep hij mis. Doordat de narcosevloeistof vervuild was, raakte hij besmet met een bacterie. Hij lag drie weken in coma. Hij was wekenlang volledig verlamd. Verschillende organen waren uitgevallen. Drie maanden bracht hij in het ziekenhuis door. En hij heeft nog een jaar lang niet kunnen werken.

Een verschrikkelijk verhaal. Natuurlijk een incident; een ongeluk. Het ziekenhuis heeft de fout ruiterlijk erkend en alle schade vergoed. En met de patiënt gaat het gelukkig weer stukken beter.

En toch wilde ik dit verhaal vertellen. Want we mogen nooit vergeten waaróm we alles op alles moeten zetten om de kwaliteit en de veiligheid van de Nederlandse zorg te verbeteren.

Menselijke fouten, het niet volgen van richtlijnen, simpelweg de handen niet goed wassen, slecht communiceren, gebrek aan samenhang. Het kan leiden tot groot menselijk leed.
En - ook dat zie je in dit verhaal terug -  tot torenhoge medische en maatschappelijke kosten. Allemaal onnodig.

Het moge duidelijk zijn: met kwaliteit en veiligheid spaar je levens. Met kwaliteit en veiligheid spaar je kosten. Het is zoals de Amerikaanse president Obama het zegt: saving lives and saving costs. Dat is dus géén loze kreet. Vraag het maar aan Wytze Patijn.

Niet voor niets heb ik de afgelopen jaren vol ingezet op het verbeteren van die kwaliteit en veiligheid. In het belang van patiënten. Maar ook in het belang van ons allemaal.

Want er is echt zwaar weer op komst. U weet het ongetwijfeld: de komende jaren zal het aantal ouderen in Nederland scherp toenemen. In 2025 is 22 procent van de Nederlandse bevolking ouder dan 65, tegen 15 procent nu. Die ouderen leven langer, en ze krijgen vaker te maken met één of meer chronische aandoeningen.

En dan wacht ons nog een tweede, misschien wel groter drama: een gigantisch tekort op de arbeidsmarkt. Bij ongewijzigd beleid hebben we over tien jaar bijna een half miljoen extra werknemers in de zorg nodig. Twee keer zo veel als het aantal schoolverlaters bij elkaar.

We moeten dus iets doen. Anders bestaat de kans dat honderdduizenden ouderen, zieken en gehandicapten niet de zorg kunnen krijgen die ze nodig hebben. Dat is onaanvaardbaar.
We zullen meer zorg moeten leveren met minder handen, en tegen aanvaardbare kosten. Dat is alleen mogelijk als we veel doelmatiger werken, als we alles op alles zetten om fouten en vermijdbare infecties uit te bannen, om dubbele diagnoses en overbehandelen te vermijden. Dat is alleen mogelijk als we gaan voor optimale kwaliteit en veiligheid.

Dames en heren, de afgelopen jaren heb ik mijn best gedaan om grote stappen te zetten in het verbeteren van de kwaliteit, de veiligheid en de doelmatigheid van de Nederlandse gezondheidszorg.
Was het daarmee dan zo ontzettend slecht gesteld?
Nee. We zitten niet voor niets bovenin in de Euro Health Consumer Index, die meet hoe tevreden Europeanen zijn met hun artsen en ziekenhuizen.

Maar er was ook zeker geen reden om achterover te leunen. U herinnert zich ongetwijfeld het EMGO/NIVEL-onderzoek uit 2007. Elk jaar meer dan 1700 vermijdbare sterfgevallen.
Elk jaar 30.000 mensen die vermijdbare gezondheidsschade oplopen. Mensen als Wytze Patijn. Dat schreeuwde natuurlijk om actie. Die getallen moesten drastisch omlaag.

In datzelfde jaar heb ik de speerpunten van mijn beleid uiteengezet. Drie speerpunten die wat mij betreft nog steeds overeind staan:
Eén: het zichtbaar maken van de kwaliteit van zorg. Twee: het vergroten van de invloed van de patiënt. En drie: het veiliger maken van de zorg.
En daarbij hebben we getracht het bekostigingsstelsel zó te veranderen, dat deze doelstellingen ook leidend worden bij het betalen van de zorg.
We willen dat verzekeraars inkopen op basis van kwaliteit.
Dat ze betalen voor de uitkomsten van zorg en niet voor het scala aan losse handelingen. We willen een stelsel waarin terugkoppeling bestaat tussen verzekeraar en aanbieder over de kwaliteit van de geleverde zorg. Dat is nodig om alle partijen hun rol te kunnen laten spelen.

Natuurlijk is de klus nog niet geklaard. Maar we hebben intussen gelukkig wel het een en ander bereikt.
Transparantie wordt vanzelfsprekender. Er is echt sprake van een cultuuromslag. We hebben dank zij het bureau Zichtbare Zorg steeds meer zicht op de uitkomsten van de zorg. En die informatie is beschikbaar op kiesbeter.nl
Ziekenhuizen moeten zich voor steeds meer ingrepen verantwoorden met prestatie-indicatoren voor de geleverde zorg.
En patiëntenverenigingen doen daar hun voordeel mee.

Ook als het gaat om de positie van de cliënt, hebben we niet stil gezeten.
Ik noem de nieuwe Wet Cliëntenrechten Zorg die wacht op goedkeuring door de Tweede Kamer. Informatie over cliëntenrechten is goed vindbaar via cliëntenrechten.nl en kiesbeter.nl.
Dan veiligheid. Ook daar zijn grote stappen gezet. Het onderwerp staat nu hoog op de agenda van alle zorgaanbieders. 95 procent van de ziekenhuizen is aangesloten bij het VMS-veiligheidsprogramma. In de praktijk leidt dit al tot concrete verbeteringen.
Neem lijnsepsis. In het Radboud Ziekenhuis in Nijmegen hebben ze deze infectie sterk weten terug te dringen, waardoor veel minder patiënten op de Intensive Care belanden.

We weten uit voorbeelden in het buitenland hoe veel dit oplevert.
In de Amerikaanse staat Massachussets zijn bij honderd ziekenhuizen de gevallen van lijnsepsis teruggebracht naar nul. Dat zorgde voor een besparing van 125 miljoen dollar.
Ik heb het even niet over wat het de patiënt aan onnodig leed bespaart. Dat is niet in geld uit te drukken.

Maar we merken dat er nog veel werk ligt. Het melden van risico’s gaat goed, maar dat leidt nog niet altijd tot goede analyses en verbeteringen.

Ik heb daarom nog een voorstel mogen doen voor de oprichting van een Nationaal Kwaliteitsinstituut, dat zich bezig zal houden met het geheel van kwaliteit, veiligheid doelmatigheid en transparantie.
Want nu zijn er veel te veel verschillende organisaties die zich bezig houden met richtlijnen, protocollen, normen en kwaliteitsindicatoren. Het is te versnipperd, en vaak ook nog te vrijblijvend. De praktijkvariatie is te groot.

Zo’n kwaliteitsinstituut mag wat mij betreft ook krachtig sturen. En er op toezien dat kwaliteit en veiligheid onderdeel zijn van prestatiebekostiging, zoals het hoort.
Maar, dames en heren, ik zei het al. We kunnen nog niet tevreden achterover leunen.

De noodzaak om de zorg te verbeteren wordt alleen maar groter in het licht van de ontwikkelingen die ik heb geschetst: de crisis in combinatie met de vergrijzing. Dat is een ongekende uitdaging.

En dat brengt me opnieuw bij die twee sleutelwoorden: kwaliteit en veiligheid.
Dat brengt me opnieuw bij saving lives and saving costs. Dat is de weg we de afgelopen jaren zijn ingeslagen. En het is mijn stellige overtuiging is dat we langs die weg de uitdagingen van de toekomst het hoofd kunnen bieden.
Al zal het ook onvermijdelijk zijn dat mensen de kostenstijging in hun portemonnee gaan voelen.

We kunnen gelukkig nog heel veel doen om die kostenstijging te beperken. De voorbeelden zijn er te over.
Ik denk meteen weer aan die ziekenhuisinfecties. Volgens recent onderzoek van het RIVM liepen 70.000 mensen in 2007 een zorggerelateerde infectie op. Een nog veel hoger cijfer dan dat waar het EMGO mee kwam. Dat heeft methodiek te maken en met het feit dat ook infecties zijn meegeteld die niet vermijdbaar waren.
Maar opnieuw een schrikbarend kostenplaatje: 495 tot 793 miljoen euro. Ofwel: 2,6 tot 4 procent van de totale kosten van de gezondheidszorg.

En dat gaat dan alleen over de directe ziekenhuiskosten, zoals extra ligduur, extra medicatie en heroperaties.

Ik denk ook aan recent onderzoek waaruit blijkt dat hartpatiënten vaak goed kunnen worden geholpen in de eerste lijn. Alleen als medicatie niet aanslaat, hebben ze baat bij een duurdere stent, die in het ziekenhuis moet worden geplaatst. Hiermee zou je 70 miljoen euro per jaar kunnen besparen.
De Amerikaanse verzekeraar Blue Cross vergoedt alleen nog stents als de patiënt eerst medicatie heeft geprobeerd. Goed voor 8 miljard dollar minder uitgaven in de VS.

Het is duidelijk: we kunnen nog heel veel besparen door in te zetten op verbetering van de zorg.
We kunnen nog heel veel besparen door te voorkomen dat mensen als Wytze Patijn na een onschuldige ingreep op de Intensive Care terecht komen en drie maanden in het ziekenhuis moeten blijven.

Laten we blijven inzetten op kwaliteit en veiligheid. In het belang van patiënten. In het belang van ons allemaal.

Ik wens u nog een aangename middag, ook straks bij het afscheid van professor Richard Grol, aan wie we veel te danken hebben als het gaat om richtlijnontwikkeling en doelmatigheidswinst. Het is mede dank zij hem dat de zorg in Nederland veiliger en beter wordt. Ik hoop dat hij ons ook aan de zijlijn blijft bestoken met zijn kennis. Die hebben we hard nodig om ons doel te bereiken: veilige, betaalbare en bereikbare zorg voor iedereen.