Besluit beheerst beloningsbeleid

Financiële ondernemingen moeten een beloningsbeleid hanteren dat onzorgvuldige behandeling van klanten voorkomt en dat niet aanmoedigt tot het nemen van onaanvaardbare risico's. Dat staat in het Besluit beheerst beloningsbeleid waarmee de ministerraad op voorstel van minister De Jager van Financiën heeft ingestemd. In het besluit krijgen De Nederlandsche Bank (DNB) en de Autoriteit Financiële Markten (AFM) de expliciete bevoegdheid om het beloningsbeleid van financiële ondernemingen te toetsen.

Op 6 mei 2009 hebben DNB en de AFM principes voor beheerst beloningsbeleid in de financiële sector gepubliceerd. Deze principes passen binnen het pakket van nationale maatregelen om tot een duurzaam en gematigd beloningsbeleid in de financiële sector te komen. Perverse beloningsprikkels worden wereldwijd gezien als één van de oorzaken van de financiële crisis.

De principes vormen het uitgangspunt van de toezichthouders bij het beoordelen van het beloningsbeleid van financiële ondernemingen. Ze zijn gericht op bestuurders en medewerkers van alle financiële ondernemingen, met name waar de beloning voor een significant deel variabel is of kan zijn. De instellingen dienen de principes concreet toe te passen op hun situatie en daartoe hun beloningsbeleid kritisch tegen het licht te houden en waar nodig aan te passen.

De voorgestelde aanpassingen van het Besluit prudentiële regels Wet op het financiële toezicht (Wft) en het Besluit Gedragstoezicht financiële ondernemingen Wft zijn er op gericht om de principes vanuit zowel prudentieel perspectief (DNB) als gedragsperspectief (AFM) een consistente expliciete wettelijke grondslag te verlenen.

De principes kunnen in de toekomst worden aangepast. Ook is het mogelijk dat nieuwe of aanvullende wettelijke maatregelen zullen moeten worden getroffen, bijvoorbeeld in verband met de implementatie van de aanpassingen van de Capital Requirement Directive ('Kapitaaleisenrichtlijn').

De ministerraad heeft ermee ingestemd het ontwerpbesluit voor advies aan de Raad van State te zenden. De tekst van het besluit wordt openbaar bij publicatie in het Staatsblad. Naar verwachting zal het besluit op 1 januari 2011 in werking treden.