Kamerbrief inzake beantwoording vragen van de leden Kortenoeven en Wilders over de her-islamisering van de Turkse publieke sector

Graag bied ik u hierbij de antwoorden aan op de schriftelijke vragen gesteld door de leden Kortenoeven en Wilders (beiden PVV) over de her-islamisering van de Turkse publieke sector. Deze vragen werden ingezonden op 17 september 2010 met kenmerk 2010Z13082.



De Minister van Buitenlandse Zaken,

Drs. M.J.M. Verhagen

Antwoorden van de heer Verhagen, Minister van Buitenlandse Zaken, op vragen van de leden Kortenoeven en Wilders (beiden PVV) over de her-islamisering van de Turkse publieke sector (Ingezonden 17 september 2010).

Vraag 1

Kent u het artikel 'Füle: Turks wanted to put an end to the fear of military rule’ 1) waarin wordt gerefereerd aan de positieve reactie van de Europese Commissie en het Europese Parlement op de uitslag van het Turkse referendum over grondwetswijzigingen?

Antwoord op vraag 1

Ja.

Vraag 2

Hoe beoordeelt u de uitslag van het referendum van 12 september 2010 over de door de regering Erdoğan voorgestelde grondwetswijzigingen, zowel in algemene zin als in het licht van de opvatting van premier Erdoğan over het nut van democratie: ‘Democratie is als een tram. Als je je bestemming hebt bereikt stap je uit’? 2)

Vraag 3

Deelt u de mening dat het naïef en in ieder geval voorbarig is van de Europese Commissie en het Europese Parlement om de thans bij referendum goedgekeurde grondwetswijzingen toe te juichen, terwijl alles erop wijst dat deze grondwetswijzigingen door de islamistische AK Partij van premier Erdoğan zullen worden gebruikt om het kemalistische systeem van scheiding van moskee en staat verder ongedaan te maken?

Antwoord op vragen 2 en 3

De Nederlandse regering verwelkomt, net als de Europese Commissie, de goedgekeurde grondwetswijzigingen, omdat die Turkije op het gebied van justitie en civiel-militaire relaties dichter bij Europese wet- en regelgeving brengen. Het is van belang dat Turkije nu gaat werken aan verdere justitiële hervormingen die nodig zijn om aan het EU-acquis te voldoen. Nederland zal daarom nauwlettend volgen op welke wijze de Turkse regering uitvoering geeft aan de grondwetswijzigingen.

In Turkije is, ook onder deze regering, nog altijd sprake van scheiding van kerk en staat. De relatief hoge opkomst van 77% bij het recente referendum illustreert het belang dat de Turkse bevolking hecht aan het democratische besluitvormingsproces.

Vraag 4

Deelt u de mening dat Turkije nooit en te nimmer lid van de EU zou moeten worden?

Antwoord op vraag 4

U bent bekend met het regeringsstandpunt over de Turkse EU-aspiratie en de Nederlandse inzet in de toetredingsonderhandelingen met Turkije. Het onderhandelingsraamwerk van de EU met Turkije uit 2005 is daarbij het uitgangspunt. Hierin is vastgelegd dat de gezamenlijke doelstelling van de onderhandelingen toetreding is. Daarbij geldt echter dat de uitkomst van de onderhandelingen niet op voorhand vastligt. Toetreding van Turkije kan pas aan de orde zijn, als Turkije aan alle voorwaarden voor EU-lidmaatschap voldoet.


1) Todays Zaman, 'Füle: Turks wanted to put an end to the fear of military rule',15 september 2010
2) de National Review, citaat Barbare Lerner, 2 augustus 2010