Besluit aanwijzing toezichthouders Wet identificatie bij dienstverlening BES en Wet melding ongebruikelijke transacties BES

Directie Fianciele Markten

17 september 2010, nr. FM2010, 16911M, Staatscourant 2010, 14618

Besluit van de Minister van Financiën, mede namens de Minister van Justitie, van 17 september 2010, nr. FM/2010/16911, Directie Financiële markten, Projectafdeling BES en Antillen, tot aanwijzing van personen die zijn belast met het toezicht op de naleving van de bij of krachtens de Wet identificatie bij dienstverlening BES en de Wet melding ongebruikelijke transacties BES gestelde regels en van personen die bevoegd zijn geldboeten op te leggen in geval van niet of niet tijdig voldoen aan uit die wetten voortvloeiende verplichtingen (Besluit aanwijzing toezichthouders Wet identificatie bij dienstverlening BES en Wet melding ongebruikelijke transacties BES)


De Minister van Financiën, mede namens de Minister van Justitie,

Gelet op de artikelen 8a, eerste lid, en 8b, eerste lid, van de Wet identificatie bij dienstverlening BES, en de artikelen 22, eerste lid, en 24, eerste lid, van de Wet melding ongebruikelijke transacties BES;

Besluit:

Artikel 1

Met het toezicht op de naleving van de bij de Wet identificatie bij dienstverlening BES en de Wet melding ongebruikelijke transacties BES zijn belast:
a. De Nederlandsche Bank N.V., de werknemers van De Nederlandsche Bank N.V. met de functie van bedrijfsanalist, toezichthouder of toezichthouder-specialist alsmede de divisiedirecteuren en de afdelingshoofden van de organisatieonderdelen van De Nederlandsche Bank N.V. voor zover het betreft een dienstverlener die een of meer van de diensten verricht, als bedoeld in:
1°. artikel 1, onderdeel b, onder 1° tot en met 4°, 5° voor zover het betreft het sluiten van een levensverzekeringsovereenkomst, 6° en 8°, van de Wet identificatie bij dienstverlening BES;
2°. artikel 1, onderdelen a tot en met d, h tot en met l en o, van het Besluit identificatie bij dienstverlening BES;
3°. artikel 1, onderdeel a, onder 1° tot en met 4°, 5° voor zover het betreft het sluiten van een levensverzekeringsovereenkomst, en 6° tot en met 8°, van de Wet melding ongebruikelijke transacties BES;
4°. artikel 1, onderdelen a tot en met d en h tot en met l, van het Besluit aanwijzing diensten melding ongebruikelijke transacties BES;


b. de Stichting Autoriteit Financiële Markten en de werknemers van de Stichting Autoriteit Financiële Markten die werkzaam zijn bij de afdelingen Integriteitstoezicht, Juridische Zaken, Markttoegang, Toezichtgroepen Financiële Ondernemingen, Toezicht Accountantorganisaties, Toezicht Effectenmarkten en
Financiële Infrastructuur, Toezicht Emissies en Openbare Biedingen, Toezicht Financiële Verslaggeving en Transparantietoezicht Financiële Producten voor zover het betreft een dienstverlener die een of meer van de diensten verricht, als bedoeld in:
1°. artikel 1, onderdeel b, onder 5° voor zover het betreft het bemiddelen bij het sluiten van een levensverzekeringsovereenkomst, van de Wet identificatie bij dienstverlening BES;
2°. artikel 1, onderdelen m en n, van het Besluit identificatie bij dienstverlening BES;
3°. artikel 1, onderdeel b, onder 5° voor zover het betreft het bemiddelen bij het sluiten van een levensverzekeringsovereenkomst, van de Wet melding ongebruikelijke transacties BES;
4°. artikel 1, onderdelen m en n, van het Besluit aanwijzing diensten melding ongebruikelijke transacties BES;


c. de voorzitter van het managementteam en de controleambtenaren van de Belastingdienst Holland/Midden Unit MOT voor zover het betreft een dienstverlener die een of meer van de diensten verricht, bedoeld in:
1°. artikel 1, onderdeel b, onder 7°, van de Wet identificatie bij dienstverlening BES;
2°. artikel 1, onderdelen e tot en met g, van het Besluit identificatie bij dienstverlening BES;
3°. artikel 1, onderdelen e tot en met g, van het Besluit aanwijzing diensten melding ongebruikelijke transacties BES.

Artikel 2

1. De Nederlandsche Bank N.V., de Stichting Autoriteit Financiële Markten en de voorzitter van het managementteam van de Belastingdienst Holland/Midden Unit MOT zijn bevoegd degene die niet of niet tijdig voldoet aan een uit de Wet identificatie bij dienstverlening BES of de Wet melding ongebruikelijke transacties BES voortvloeiende verplichting, een geldboete op te leggen.

2. Aan de uitoefening van de bevoegdheid, bedoeld in het eerste lid, worden de volgende voorschriften verbonden:
a. de personen, bedoeld in het eerste lid, verstrekken onverwijld aan de Minister van Financiën op zijn verzoek alle inlichtingen die van belang kunnen zijn voor de nakoming van internationale afspraken en verplichtingen of voor een onderzoek naar de toereikendheid van de wet;
b. de personen, bedoeld in het eerste lid, dragen bij aan de totstandkoming van procedurele afspraken met betrekking tot de handhaving tussen hen en de betrokken ministeries en andere overheidsinstellingen;
c. de personen, bedoeld in het eerste lid, maken afspraken met andere personen die belast zijn met het toezicht op de naleving van de wet over de onderlinge samenwerking en informatie-uitwisseling ten behoeve van de uitoefening van de door dit besluit overgedragen bevoegdheden.

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking op het tijdstip waarop artikel I, tweede lid, van de Rijkswet wijziging Statuut in verband met de opheffing van de Nederlandse Antillen in werking treedt.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Financiën,
J.C. de Jager.

Toelichting

Op grond van artikel 8a, eerste lid, van de Wet identificatie bij dienstverlening BES, en artikel 22, eerste lid, van de Wet melding ongebruikelijke transacties BES (hierna: de wetten) kunnen de Minister van Financiën en de Minister van Justitie gezamenlijk bij besluit de personen aanwijzen die zijn belast met het toezicht op de naleving door de instellingen van de wetten. Met het onderhavige besluit wordt uitvoering gegeven aan die bevoegdheid. Van een besluit tot aanwijzing dient mededeling te worden gedaan in de Staatscourant (artikelen 8a, tweede lid, van de Wet identificatie bij dienstverlening BES, en 22, tweede lid, van de Wet melding ongebruikelijke transacties BES).

Artikel 1 van dit aanwijzingsbesluit is geënt op artikel 1 van het Besluit aanwijzing toezichthouders Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme en het Uitvoeringsbesluit Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme (Stcrt. 2008, nr. 142). In de Wwft is voor Europees Nederland dezelfde materie geregeld als voor Bonaire, Sint Eustatius en Saba (hierna: de BES-eilanden) in de Wet identificatie bij dienstverlening BES en de Wet melding ongebruikelijke transacties BES.

In Bonaire, Sint Eustatius en Saba treden dezelfde toezichthouders op als in Nederland: De Nederlandsche Bank N.V., de Stichting Autoriteit Financiële Markten en (de voorzitter van het managementteam van) de Belastingdienst Holland/Midden Unit MOT. Zij zijn tevens bevoegd een geldboete op te leggen in geval van niet naleving van de wetten.

Om de toezichttaken te stroomlijnen is, mede met het oog op de omvang van de onder toezicht gestelde sectoren, ervoor gekozen de toezichttaken die in Europees Nederland zijn belegd bij het Bureau Financieel Toezicht voor de BES-eilanden onder te brengen bij de Belastingdienst Holland/Midden Unit MOT.

De positie van de voorzitter van het managementteam van de Belastingdienst Holland/Midden Unit MOT is iets anders vormgegeven dan in Europees Nederland. Onder de Wwft is de bevoegdheid tot het opleggen van bestuurlijke sancties belegd bij de Minister van Financiën. Die bevoegdheid is overgedragen aan De Nederlandsche Bank N.V. en de Stichting Autoriteit Financiële Markten ten aanzien van de onder hun toezicht staande instellingen, en gemandateerd aan de door de voorzitter van het managementteam van de Belastingdienst Holland/Midden Unit MOT daartoe aangewezen controleambtenaren van die dienst. Zodoende is de voorzitter van het managementteam van de Belastingdienst Holland/Midden Unit MOT belast met het beslissen op bezwaarschriften ter zake. In het onderhavige besluit is naar analogie met de Europees Nederlandse situatie de bevoegdheid tot het opleggen van bestuurlijke sancties belegd bij de voorzitter van het managementteam van de Belastingdienst Holland/Midden Unit MOT: deze kan die bevoegdheid mandateren aan de ambtenaren van zijn dienst en zodoende zelf op bezwaarschriften beslissen.

Op grond van artikel 3 treedt dit aanwijzingsbesluit op dezelfde dag in werking als artikel I, tweede lid, van de Rijkswet wijziging Statuut in verband met de opheffing van de Nederlandse Antillen.

De Minister van Financiën,
J.C. de Jager.