Betere maaltijd leidt tot minder zorgkosten

Uit een pilotonderzoek op twee verpleeghuislocaties van zorginstelling BrabantZorg in Veghel en Oss blijkt dat bewoners meer eten en zich prettiger voelen als ze een aangepaste maaltijd aangeboden krijgen. Hierdoor komen bewoners in gewicht aan en is de verwachting dat ze in de toekomst minder dure dieetproducten nodig hebben. Ondervoeding is in de ouderenzorg een groot probleem dat leidt tot meer zorgkosten. Minister Gerda Verburg van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit heeft de resultaten vanmiddag in Veghel bekendgemaakt.

Het pilotonderzoek is gefinancierd door het ministerie van LNV, en opgezet samen met het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (WVS). Het wetenschappelijk gedeelte van het onderzoek is uitgevoerd door Wageningen URFood & Biobased Research. De projectleiding en inhoudelijke begeleiding op de zorginstelling was in handen van bedrijf Phliss. In de locaties Watersteeg in Veghel en Vita Nova in Oss van zorginstelling BrabantZorg hebben 68 deelnemers tussen 17 mei en 8 augustus meegedaan aan het onderzoek. Het doel van dit onderzoek is om met de resultaten managers van zorginstellingen te voorzien van argumenten die investeren in goede maaltijden ondersteunen. Daarom is gekozen voor een samenwerking tussen wetenschap en praktijk zodat de resultaten in praktijk toepasbaar zijn.

In Veghel hebben de bewoners een ruimer soort maaltijd aangeboden gekregen. Met smaakvolle biologische producten, een optimale maaltijdpresentatie en een goede ondersteuning aan tafel door het personeel. Voor de controlegroep in Oss veranderde er niets. In Veghel werd 32% meer groenten, 29% meer zetmeel en 76% meer appelmoes gegeten. De bewoners van de onderzoeksgroep bleven in de testfase langer aan tafel zitten en dit werd als prettig ervaren. Dit terwijl de tafelduur feitelijk langer was dan voorheen en zij de tafeltijd destijds als te lang ervoeren. Daarnaast stond men positief tegenover de aangeboden hoeveelheden eten, de bewoners aten er meer van. Voorheen was men niet tevreden over de aangeboden hoeveelheid, waarbij niet aangegeven werd of men te weinig kreeg. In Oss is geen verschil in beleving geconstateerd.

Volgens de onderzoekers is hiermee sprake van een duidelijke trend, waarbij de bewoners in Veghel een halve kilo aankwamen, en die in Oss gemiddeld een halve kilo gewicht verloren. Op jaarbasis kan dat een verschil van 6 a 7 kilo zijn. Hierdoor is er niet alleen geen sprake meer van gewichtsverlies, maar komen mensen zelfs in gewicht aan waardoor ze in de toekomst waarschijnlijk minder dure dieetproducten nodig hebben. De verwachting is dat de besparingen op dieetproducten groter zal zijn dan de meerkosten van de aangepaste maaltijd. Hoeveel precies is niet te zeggen, door de korte duur van de proef.

Minister Verburg toonde zich vanmiddag enthousiast over de resultaten en zegde een vervolgonderzoek toe, dat ze samen met het ministerie van VWS wil laten uitvoeren. Het onderzoek zal worden uitgevoerd door Wageningen UR, RIVM en TNO, samen met bedrijf Phliss. Dat onderzoek zal zich richten op de vraag of het aanbieden van een duurzaam totaal maaltijdconcept de kwaliteit van leven verhoogt en de zorgvraag en medicijngebruik vermindert.